Gewassen moeten in 2030 beter bestand zijn tegen ziekten en plagen I foto: Pixabay

Boeren en tuinders gaan gewassen duurzamer telen, waardoor zij veel minder gewasbeschermingsmiddelen nodig hebben en dus een halt wordt toegeroepen aan de verontreiniging van het milieu. Dat is de kern van de Toekomstvisie gewasbescherming 2030. De watersector heeft hieraan meegewerkt.

Weerbare planten en zelfregulerende teeltsystemen staan centraal in het geschetste toekomstperspectief. Het streven is dat gewassen in 2030 beter bestand zijn tegen ziekten en plagen. Dan hoeven zo min mogelijk beschermingsmiddelen te worden ingezet en worden emissies van schadelijke stoffen naar bodem en water voorkomen. 

De Toekomstvisie gewasbescherming 2030 is opgesteld door het Platform Duurzame Gewasbescherming, waarvan het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en landbouw- en natuurorganisaties deel uitmaken. De watersector wordt vertegenwoordigd door de Unie van Waterschappen en de Vereniging van drinkwaterbedrijven in Nederland (Vewin). Het platform gaat als vervolg op de visie een uitvoeringsprogramma maken. Dit wordt waarschijnlijk na de zomer gepubliceerd.

Trendbreuk
“Gewasbeschermingsmiddelen zijn van belang voor een goede en hoogwaardige oogst, maar de huidige afhankelijkheid van deze middelen maakt dat een radicale omslag nodig is”, zegt minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in een toelichting. “Ook om de milieubelasting te verminderen.”

 'Er is een radicale omslag nodig'

De visie beoogt volgens Schouten een trendbreuk. “Planten en teeltsystemen die weerbaar zijn, hebben minder gewasbeschermingsmiddelen nodig. En daar waar we niet zonder middelen kunnen, moeten deze nagenoeg zonder emissies naar het milieu en nagenoeg zonder residuen worden gebruikt.” 

Hierbij speelt mee dat telers steeds minder breed inzetbare gewasbeschermingsmiddelen tot hun beschikking hebben. Dat komt omdat steeds strikter wordt gekeken naar eventuele schadelijkheid van deze middelen voor mens, dier en milieu. 

Veredeling van plantenrassen
De bedoeling is om natuurlijke eigenschappen en processen te versterken. Door veredeling kunnen plantenrassen beter resistent worden tegen ziekten en plagen. Het perspectief voor 2030 is dat de land- en tuinbouwsector volop gebruikmaakt van veredelde rassen. Weerbare planten en teeltsystemen zijn onderdeel van klimaatadaptatie, omdat zij beter bestand zijn tegen aanzienlijke schommelingen in weersomstandigheden.

Waar nog gewasbeschermingsmiddelen nodig zijn, gelden de principes van geïntegreerde gewasbescherming. Deze aanpak maakt gebruik van verschillende methoden om ziekten, plagen en onkruid te beheersen en bestrijden. De inzet van gewasbeschermingsmiddelen met een laag risico geniet dan de voorkeur. Ook wordt met emissiebeperkende technieken de uitstoot naar het milieu verminderd.

Precisieland- en tuinbouw vormen een belangrijke ondersteuning van de geïntegreerde aanpak. Hierbij krijgen planten met behulp van technologie zeer nauwkeurig die behandeling die ze nodig hebben. Deze vorm van land- en tuinbouw maakt het mogelijk om gewassen en bodem beter te monitoren en aantastingen eerder te signaleren.

UvW: Nederland koploper
Duurzamer telen is belangrijk voor schoon en gezond water, stelt de Unie van Waterschappen in een reactie op de eigen site. Nederland kan zich met deze benadering profileren, wordt opgemerkt. “Innovatie, precisielandbouw, geïntegreerde gewasbescherming, bodembeheer en het toepassen van emissiebeperkende technieken spelen bij het verbeteren van de waterkwaliteit een sleutelrol. Zo kunnen Nederlandse telers en ketenpartijen zich als koploper op het gebied van emissieloos telen op de nationale- en internationale markt onderscheiden. De waterschappen zetten zich in om de agrarische sector daarbij te ondersteunen, bijvoorbeeld bij de uitvoering van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer en gebiedsgerichte monitoring en handhaving.”

Vewin: ambities noodzakelijk
Vewin vindt de ambities in de toekomstvisie meer dan noodzakelijk. “Belangrijk voor de drinkwatersector is dat de bestaande doelstellingen voor beperking van de emissies van gewasbeschermingsmiddelen naar het milieu worden doorgetrokken tot nagenoeg nul in 2030.”

 'Beperking van emissies tot nagenoeg nul in 2030'

Volgens Vewin zijn concrete overheidsmaatregelen nodig zijn om de aanwezigheid van gewasbeschermingsmiddelen in drinkwaterbronnen terug te dringen. “Uit een recent verschenen overzichtsstudie van wateronderzoeksinstituut KWR blijkt onder meer dat sporen van meerdere gewasbeschermingsmiddelen worden aangetroffen bij innamepunten van oppervlaktewater voor drinkwaterproductie en in voorraadbekkens. Op veel locaties zaten daar normoverschrijdende concentraties bij.” Vewin wil ook meer aandacht voor toezicht en handhaving van bestaande maatregelen.

LTO: positief-kritisch
LTO Nederland - eveneens lid van het platform - is positief-kritisch over de toekomstvisie. “Het plan van Schouten biedt een duidelijke richting zodat Nederlandse telers wereldwijd voorop blijven lopen met duurzame en gewaarde producten. Voorwaarde is wel dat de visie direct in de praktijk wordt gebracht met een intensief uitvoeringsprogramma, waarmee telers ook op korte termijn meer handelingsperspectief krijgen.” 

De agrarische ondernemersorganisatie vraagt de minister om 60 miljoen euro tussen nu en 2023 beschikbaar te stellen voor het realiseren van de toekomstvisie. Dit bedrag zal door een groot aantal partijen uit het bedrijfsleven en de maatschappij minstens worden verdubbeld, aldus LTO.

Twee onderzoeken
Deze week zijn ook twee onderzoeken gepubliceerd naar de stand van zaken bij de gewasbescherming buiten de landbouw, uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Royal HaskoningDHV heeft gekeken naar wat de effecten op het oppervlaktewater zijn van het verbod op het professioneel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw (in werking getreden in april 2016). De voornaamste constatering is dat de glyfosaatconcentraties en normoverschrijdingen zijn afgenomen op de drinkwaterinnamepunten Vanwege de korte meetperiode is nog onbekend of deze trend zich zal doorzetten.

“De conclusie laat zien dat het verbod een geschikte maatregel is, dat zijn vruchten afwerpt”, schrijft staatssecretaris Stientje van Veldhoven in een begeleidende brief aan de Tweede Kamer. “De kwaliteit van het oppervlaktewater dat voor de drinkwaterbereiding wordt gebruikt, is verbeterd. Ik ga ervan uit dat voortzetting van de metingen zal aantonen dat deze trend de komende jaren doorzet.”

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu analyseerde de verkoop van gewasbeschermingsmiddelen aan particulieren tussen 2014 en 2017. Consumenten kopen het vaakst onkruidbestrijdingsmiddelen en daarnaast veel insecticiden en slakkenbestrijdingsmiddelen. De verkoop is in de onderzochte periode ongeveer gelijk gebleven, terwijl het regeringsbeleid uitging van een vermindering. Wel stappen consumenten over van middelen op basis van glyfosaat naar andere middelen, waaronder toegelaten middelen op basis van organische zuren.

 

MEER INFORMATIE
LNV over toekomstvisie
Toekomstvisie gewasbescherming 2030
Reactie Unie van Waterschappen
Reactie Vewin
Bericht over overzichtsstudie KWR
Reactie LTO Nederland
Kamerbrief staatssecretaris Van Veldhoven (IenW)
Onderzoek door Royal HaskoningDHV
Vakartikel over gebruiksverbod buiten landbouw
Analyse particuliere verkoop door RIVM

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...