secundair logo knw 1

Met de Hexapod kan materiaalvermoeiing worden onderzocht I Foto: TU Delft

TNO en de Technische Universiteit Delft hebben het Dutch Ocean Technology Centre (DOTC) opgericht. In het centrum wordt onderzoek gedaan naar technologische oplossingen voor onder meer emissievrije scheepvaart en onbemand varen.

De bedoeling is dat het Dutch Ocean Technology Centre een innovatiekatalysator voor de maritieme en offshore sector wordt. De innovaties zijn gericht op materialen, constructie en duurzaamheid. Het DOTC is gebaseerd in Nederland maar zoekt naar oplossingen die wereldwijd toepasbaar zijn. Hierbij streven TNO en de TU Delft naar een snellere realisatie van duurzame scheepvaart. De sector zorgt nu voor veel vervuiling. Zo is de CO2-uitstoot van schepen erg groot.

Gehele ontwikkelingscyclus
In een aantal onderzoeksprogramma’s willen TU Delft en TNO kijken naar technische oplossingen voor urgente vragen als: hoe te komen tot emissievrije scheepvaart en welke rol kan autonoom (onbemand) varen hierin spelen? Hoe gaat de sector om met de gevolgen van klimaatverandering zoals een stijgende zeespiegel? Er lopen al twee pilotprogramma’s: Green Performance (zero emission shipping) en Smart Structures.

In het DOTC komt de gehele ontwikkelingscyclus aan bod: van fundamentele wetenschap tot toegepast onderzoek en industriële implementatie. Er wordt samengewerkt met universiteiten, onderzoeksinstituten en bedrijven. Onderzoekers krijgen toegang tot bijzondere testfaciliteiten. Een voorbeeld is de Hexapod van TU Delft, een meerassige vermoeiingsmachine. Hiermee kunnen de krachten die op materialen en constructies inwerken, realistisch maar heel snel worden nagebootst. Ook TNO stelt testfaciliteiten beschikbaar zoals het Structural Dynamics lab.

Update: Green Deal
Vandaag is er een Green Deal gesloten voor de verduurzaming van de binnen- en zeescheepvaart. Hierbij zijn veel partijen betrokken: Rijk, provincies, havens, maritieme brancheorganisaties, verladers, vervoerders, banken en kennisinstellingen. Zij hebben enkele ambitieuze doelen geformuleerd. De binnenvaart moet in 2030 minimaal 40 procent minder CO2 uitstoten en in 2050 vrijwel klimaatneutraal zijn. Verder is het de bedoeling dat de zeevaart in 2050 70 procent minder CO2 uitstoot (mondiaal is het doel 50 procent).

De Green Deal bevat tientallen acties. Er wordt een duurzaamheidslabel voor binnenvaartschepen geïntroduceerd. Wat betreft de zeevaart wordt ingezet op de komst van een schip met zero emissie aandrijving in 2030. Minister Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat trekt 15 miljoen euro uit voor het stimuleren van innovaties in de binnenvaartsector en 5 miljoen euro voor nieuwe technieken voor de verduurzaming van de zeevaart. Er wordt een taskforce opgericht die de afspraken gaat uitwerken.

 

MEER INFORMATIE
TNO over start DOTC
Ministerie van IenW over Green Deal
Reactie van maritieme sector

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte mevr. Sien Kok,
alles is onlosmakelijk atomair verbonden binnen relativiteit van tijd/ruimte en eenheid geest stof, telen zonder chemie, inschakelen industrie en prive personen telt allemaal, maar denk ook even aan satellieten met hun negatieve effect op klimaat, 24/7. U geeft oude wetmatigheden een nieuw jasje. Succes, Jan Kalverdijk
Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.