secundair logo knw 1

De Waddenzee bij Ameland. Foto Beeldbank RWS/Harry van Reeken

Dankzij een bijdrage van 3,6 miljoen euro uit het Waddenfonds kan het onderzoeksproject Waddentools Swimway Waddenzee binnenkort beginnen. Dit moet duidelijk maken hoe de leefomstandigheden voor vissen verbeterd kunnen worden.

Het is slecht gesteld met de visstand in de Waddenzee: de hoeveelheid vissen is de afgelopen vijftig jaar sterk afgenomen en echt grote vissen komen er bijna niet meer voor.

De afgelopen jaren zijn er meerdere projecten gestart om het tij te keren. Met het project Waddentools Swimway wordt nu onderzocht wat de effectiviteit van deze projecten is en wat de beste beheermaatregelen zijn om de visstand te verbeteren. Zo wordt gekeken naar de invloed van riffen bij de Afsluitdijk op de kraamkamerfunctie van de Waddenzee.

De totale kosten bedragen 5,5 miljoen euro. Behalve het Waddenfonds dragen ook het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (0,6 miljoen euro), Rijkswaterstaat Noord-Nederland (0,25 miljoen euro) en de drie waddenprovincies 0,23 miljoen euro) bij.

Belangrijk knooppunt
Net als voor trekvogels is de Waddenzee voor vissen een belangrijk knooppunt, aldus Rijkswaterstaat (RWS). Ruim honderd vissoorten maken er in hun leven gebruik van. Sommige vissen zijn er alleen in de warme maanden, andere juist in de winter. Schol, tong en haring gebruiken de Waddenzee vooral in de eerste maanden van hun leven.

Met het project worden al deze verschillende manieren waarop vissen de Waddenzee gebruiken – de swimways – in kaart gebracht. ''Mogelijk kunnen we met die kennis ook maatregelen nemen die de visstand verbeteren’’, verklaart marine bioloog Lies van Nieuwerburgh van RWS.

Zij ziet onder meer kansen voor vissen bij kwelders. ''Momenteel richten we onze kwelders vooral in voor planten en vogels. Dit onderzoek kan handvatten geven hoe we ze beter kunnen inrichten als kinderkamer voor vis, zoals jonge haring. Daarmee verbeteren we het onderwatervoedselweb van de Waddenzee.’’

Waddentools
Swimway Waddenzee maakt deel uit van het overkoepelende Waddentools-programma, dat werkt aan het ontwikkelen van effectieve en efficiënte beheermaatregelen voor de natuur van het Waddengebied. De totale looptijd bedraagt vijf jaar en eindigt in 2024.

Binnen het Waddentools Swimway Waddenzee-project werken drie kennisinstellingen nauw samen: de Rijksuniversiteit Groningen, het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en Wageningen Marine Research. De projectgroep bestaat verder uit de Waddenvereniging en Sportvisserij Nederland. Ook zijn verschillende (natuur)organisaties bij de uitvoering betrokken en wordt samenwerking gezocht met beroepsvissers op de Waddenzee.

 

MEER INFORMATIE
Nieuwsbericht Rijkswaterstaat

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte mevr. Sien Kok,
alles is onlosmakelijk atomair verbonden binnen relativiteit van tijd/ruimte en eenheid geest stof, telen zonder chemie, inschakelen industrie en prive personen telt allemaal, maar denk ook even aan satellieten met hun negatieve effect op klimaat, 24/7. U geeft oude wetmatigheden een nieuw jasje. Succes, Jan Kalverdijk
Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.