secundair logo knw 1

Een zwemmende muskusrat | Foto Rob Wirtz

In 2024 zijn in West- en Midden-Nederland 40.740 muskusratten gevangen, een toename van ruim 10.000 in vergelijking met 2023. De cijfers, gepubliceerd door Muskusrattenbeheer West- en Midden-Nederland, een samenwerkingsverband van zes waterschappen, tonen aan hoe groot de populatie van deze invasieve soort nog steeds is.

Van de ruim 65.000 muskusratten die in 2024 in heel Nederland werden gevangen, bevond het merendeel zich in West- en Midden-Nederland. Vooral de Krimpenerwaard bleek opnieuw een hotspot. Dit gebied, bekend om zijn rijke natuur, veel water en overvloed aan voedsel, biedt ideale omstandigheden voor muskusratten. Ook in het gebied van waterschap Amstel, Gooi en Vecht is het aantal vangsten sterk gestegen, mede dankzij de inzet van extra bestrijders.

De waterschappen, die sinds 2011 verantwoordelijk zijn voor de bestrijding, hebben als doel om Nederland tegen 2034 muskusratvrij te maken. Een ambitieuze missie waarvoor nog veel werk nodig is. Om deze doelen te behalen, wordt de strijd tegen de muskusratten de komende jaren geïntensiveerd. Muskusrattenbeheer West- en Midden-Nederland heeft plannen om in 2025 en 2026 elf nieuwe bestrijders op te leiden.

Het vangen van muskusratten is essentieel om Nederland te beschermen tegen overstromingen. De dieren graven holen en gangen in oevers en dijken, wat kan leiden tot verzwakking van waterkeringen en in het ergste geval tot dijkdoorbraken. Met de veranderende klimatologische omstandigheden en toenemende druk op waterkeringen wordt de bestrijding de komende jaren verder opgevoerd.

Ongewenst graafgedrag
Muskusratten zijn van nature niet inheems in Nederland en kennen hier geen natuurlijke vijanden. Dit, gecombineerd met hun snelle voortplanting, maakt actieve bestrijding noodzakelijk. De schade die de dieren aanrichten beperkt zich niet alleen tot dijken en andere waterkeringen; ze vormen ook een bedreiging voor de biodiversiteit. Ze eten planten zoals riet en lisdodde, die essentieel zijn voor het leefgebied van inheemse vogels zoals de zwarte stern, de roerdomp en de kleine karekiet. Door hun graafgedrag verstoren muskusratten het natuurlijke evenwicht in moerasgebieden. Om deze redenen staan ze op de Europese lijst van invasieve soorten.

De bestrijding is niet alleen gericht op het vangen van muskusratten, maar ook op het vroegtijdig signaleren van graafschade. Preventieve maatregelen, zoals het versterken van kwetsbare dijken, spelen een belangrijke rol in de aanpak. Door een combinatie van actieve bestrijding en preventie hopen de waterschappen de impact van muskusratten op zowel waterveiligheid als biodiversiteit terug te dringen.

Vangsten per waterschap

 Waterschap  2024  2023
 Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

 3432

 2806
 Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier  4321  3429
 Hoogheemraadschap van Delfland  2568  1856
 Hoogheemraadschap van Rijnland  7748  6942
 Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard  12735  9208
 Waterschap Amstel, Gooi en Vecht  9936  5390
 Eindtotaal  40740  29631
Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte mevr. Sien Kok,
alles is onlosmakelijk atomair verbonden binnen relativiteit van tijd/ruimte en eenheid geest stof, telen zonder chemie, inschakelen industrie en prive personen telt allemaal, maar denk ook even aan satellieten met hun negatieve effect op klimaat, 24/7. U geeft oude wetmatigheden een nieuw jasje. Succes, Jan Kalverdijk
Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.