secundair logo knw 1

STOWA heeft samen met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed onderzoek gedaan naar beekherstel I Foto: Bert van As / Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

De Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) gaat aandacht besteden aan klimaatadaptatie, energietransitie en circulaire economie, naast de traditionele onderwerpen van waterkwaliteit en waterveiligheid. Integraliteit en de synergie tussen maatregelen vormen de kern van de nieuwe strategie voor de periode van 2019 tot en met 2023. Drie speerpunten in het onderzoek van STOWA zijn microverontreinigingen in het oppervlaktewater, aquathermie en de gevolgen van klimaatverandering.

Het kenniscentrum STOWA bezint zich om de vijf jaar op de eigen rol bij de opgaven voor waterschappen. Daarvoor was het weer tijd en dat leverde de nieuwe strategienota Energie in Synergie! op. De belangrijkste conclusie is dat de opgaven voor waterbeheerders zich niet meer beperken tot het waterbeheer in engere zin, maar steeds meer bijkomende aspecten omvatten. Vandaar dat STOWA zich tot en met 2023 richt op vijf thema’s: waterkwaliteit, waterveiligheid, klimaatadaptatie, energietransitie en circulaire economie.

Joost Buntsma STOWAJoost Buntsma

Nieuwe accenten
Directeur Joost Buntsma van STOWA spreekt over nieuwe accenten. “Ik zie het als een voortschrijdende ontwikkeling. In onze vorige vijfjarenstrategie speelden duurzaamheid en integraliteit al een rol, maar deze aspecten zijn nu concreter geworden. Duurzaamheid heeft de twee namen van energietransitie en circulaire economie gekregen. Wij gaan geen heel nieuwe dingen doen, maar worden gevraagd de randen op te zoeken van voor de waterbeheerders traditionele onderwerpen.”

Er zijn volgens Buntsma twee hoofdingangen in de strategie: de inhoud van het werk van STOWA en de manier waarop dat werk wordt gedaan. “Bij de inhoud van het werk zijn de traditionele taken van waterkwaliteit en waterveiligheid minstens even belangrijk gebleven. Daar komen de maatschappelijke thema’s uit het Interbestuurlijk Programma bij: klimaatadaptatie, energietransitie en circulaire economie. In dit programma werken het Rijk, de waterschappen en de andere decentrale overheden samen.” De vijf onderwerpen grijpen steeds meer in elkaar, merkt de STOWA-directeur op. “Zij kunnen eigenlijk niet anders dan integraal worden opgepakt. Daarom heeft de nota de titel Energie in synergie! gekregen.”

Bij de maatschappelijke vraagstukken kunnen de waterschappen een belangrijke bijdrage leveren, zegt Buntsma. “Neem de energie- en grondstoffenfabrieken. Zij dragen veel bij aan de circulaire economie.” Tegelijkertijd waarschuwt hij dat er ook beperkingen zijn. “Aquathermie heeft een grote potentie, maar waterschappen moeten wel rekening houden met de eisen die het watersysteem zelf stelt. Je kunt niet ongelimiteerd energie uit water halen.”

Relatie met achterban
Bij de manier waarop STOWA haar werk doet, gaat het vooral om de afstemming met de waterbeheerders. Buntsma vertelt dat het kenniscentrum de relatie wil versterken met de verschillende geledingen binnen de achterban, van medewerker tot bestuurder, “We moeten prioriteiten stellen omdat we een beperkt budget hebben. Dat doen we samen met onze achterban, want STOWA is een vraaggestuurde organisatie.”

Buntsma vindt het belangrijk dat STOWA bij het ontwikkelen van kennis over urgente vraagstukken ervoor zorgt dat waterschappen tegelijkertijd met de implementatie van oplossingen aan de slag kunnen. Ook wordt breed naar allianties gezocht. “Zo hebben wij de afgelopen tijd samen met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed het nodige onderzoek gedaan op het gebied van beekherstel. Dat is geen gebruikelijke partner voor waterbeheerders.”

Veel opgaven tegelijk
Nog nooit zijn de opgaven voor waterbeheerders zo groot en divers geweest als nu, stelt Buntsma. Hij refereert aan zijn eigen ervaring van ruim dertig jaar binnen het waterbeheer. “Ik heb niet eerder meegemaakt dat er zoveel tegelijk te doen is. De waterbeheerders weten erg veel van waterkwaliteit en er zijn ook een heleboel maatregelen genomen. Toch wordt de doelstelling van de Kaderrichtlijn Water nog niet gehaald. Dat betekent dat we nog meer kennis nodig hebben over de meest effectieve maatregelen.”

 'Ik heb niet eerder meegemaakt dat er zoveel tegelijk te doen is'

Voor waterveiligheid geldt volgens Buntsma iets vergelijkbaars. “Het gaat nu vooral om de nieuwe normering voor keringen. Ook dat vraagt om steeds meer kennis. Zo blijken regionale keringen veel sterker te zijn dan we eerder dachten. Tot hoe ver moet je dan met versterkingsmaatregelen gaan? Dat moeten we dus onderzoeken.”

Speerpunten
Buntsma noemt drie speerpunten in het onderzoek van STOWA voor de komende jaren. Allereerst medicijnresten en andere microverontreinigingen in het oppervlaktewater. STOWA en de waterschappen gaan voor het verwijderen van deze stoffen nieuwe technieken verkennen en bestaande technieken optimaliseren. Daarvoor zet het kenniscentrum een omvangrijk onderzoeksprogramma op, met een flinke subsidie van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Het tweede speerpunt is aquathermie en wat daarvan de consequenties voor het waterbeheer zijn. En ten derde gaat STOWA onderzoeken wat er allemaal door de klimaatverandering op de waterschappen afkomt. “Maatregelen in het kader van klimaatadaptatie zijn vaak specifiek en lokaal bepaald”, zegt Buntsma. “Gaandeweg moeten we zoeken naar maatregelen die de gevolgen van klimaatverandering kunnen beperken en ook nog kosteneffectief zijn.”

 

MEER INFORMATIE
Strategienota STOWA 2019-2023
Interbestuurlijk Programma

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Afbreekbaarheid moet in de toekomst als eerste beoordelingsparameter voor toelating van stoffen worden ingevoerd. Er ontstaan anders onomkeerbare problemen in de toekomst.
In aanvulling hierop: Wij hebben voor terrein- en rivierbeheerders (VNBE) nog meer maatregelen in kaart gebracht om deze problemen te mitigeren (zie ook bijlage):
 
@Hans MiddendorpHoi Hans, beetje makkelijke reactie van het waterschap ('eerst moeten de waterbedrijven wat doen, tot die tijd kunnen wij niks doen'). De Waprog plaatste in 1986, in één jaar tijd, meer dan 100.000 watermeters bij gezinnen thuis. Dat kostte toen maar 150 gulden (!) per watermeter. Als de waterpartners echt zouden willen samenwerken, kan dit zo zijn opgelost. Dus ja, bureaucratie zegeviert. Niet iets om trots op te zijn.
@Gert Timmerman Eens. We moeten met al ons water zuinig omgaan (en het niet verontreinigen) zeker met zoet grondwater en met drinkwater.