De eerste schop is de grond ingegaan voor de demonstratie-installatie van slibverwerkingstechniek Torwash op rioolwaterzuivering Land van Cuijk van waterschap Aa en Maas. Dat markeert de start van dit project waarbij duurtesten met drie soorten slib zullen worden uitgevoerd. Het is daarnaast de bedoeling om in 2024 een installatie op volledige schaal te ontwerpen.
Met het innovatieve procedé van Torwash wordt water onder hoge druk en temperatuur uit het slib geperst. Dat levert een veel droger eindproduct op dan bij andere methoden voor slibverwerking. Na een eerste geslaagde pilot op rioolwaterzuivering Almere volgt nu een groot proefproject op rioolwaterzuivering Land van Cuijk in het Brabantse dorp Haps. De komende maanden wordt hier een demonstratie-installatie gebouwd.
Deze installatie heeft een capaciteit van 500 kilo slib per uur. Daarmee kan 10 procent van de totale hoeveelheid slib van de rwzi van waterschap Aa en Maas worden verwerkt. Het officiële startsein voor het project is op 25 januari gegeven.
Duurtesten met drie slibsoorten
Algemeen directeur Levien de Legé van Torwash bv, een spin-off bedrijf van TNO, licht toe wat er allemaal staat te gebeuren. “De aannemer Eliquo Water & Energy is momenteel de fundering aan het leggen en zet daarop een stalen constructie. Hierin komt de reactor te hangen. Intussen wordt bij een Duits zusterbedrijf van Eliquo de reactor in elkaar gelast. De bedoeling is dat aan het einde van het voorjaar alles samenkomt en ergens in de zomervakantie de stekker erin gaat.”
Torwash bv en TNO gaan vanaf de zomer ongeveer een jaar lang testen uitvoeren. Eerst worden de optimale procesomstandigheden bepaald en daarna volgen duurtesten. Hierbij wordt de werking van Torwash bij drie soorten slib uitgetest, vertelt De Legé.
“Wij passen eerst niet vergist slib van de rioolwaterzuivering toe en daarna slib dat uit de vergister komt. Als derde testen we slib dat afkomstig is van de waterzuivering van een slachterij. Voor elke slibsoort is er een continue duurtest die 1.000 uur duurt. We kijken naar aspecten als de stabiliteit van het proces en de vervuiling.”
Ontwateren essentie
De Torwash-methode is bij TNO ontwikkeld. Ontwateren staat hierin centraal, vertelt De Legé. “De kern van het proces is dat slib onder hoge druk en temperatuur een chemische behandeling krijgt waardoor de chemische structuur verandert. Het materiaal valt door deze verandering heel gemakkelijk uit te persen.”
De Legé wijst op het verschil met andere technieken om slib te verwerken. “Daarbij kan worden uitgeperst tot maximaal 20 tot 30 procent vaste stof en 70 tot 80 procent water. Bij Torwash komt door de verandering in de structuur van het slib er meer water uit bij het persen. Tijdens de pilot in Almere bereikten we een verhouding van meer dan 50 procent vaste stof en minder dan 50 procent water.”
'Er hoeft bij de rioolwaterzuivering geen slib meer te worden afgevoerd. Dat is de business case voor het waterschap'
Erg robuust proces
Het ontwerpen van de demonstratie-installatie duurde ongeveer een half jaar, zeg De Legé. Daarbij is voortgeborduurd op de ervaringen bij de pilotinstallatie in Almere die een veel kleinere verwerkingscapaciteit had. “We weten dat de techniek goed werkt en kunnen ook omschrijven waarom. Wij hebben dan ook niets hoeven aan te passen aan de techniek. Het is een superrobuust proces waarbij bijna alle slibsoorten hetzelfde reageren, of het nu gaat om rioolslib of industrieel slib. Ik heb er daarom alle vertrouwen in dat de demonstratie-installatie net zo goed zal werken als de Almeerse installatie.”
De installatie in Haps heeft een 20 keer zo grote verwerkingscapaciteit. “Onze uitdaging bij het ontwerp was: wat houden we hetzelfde bij deze opschaling en wat kunnen we veranderen?” De Legé geeft een voorbeeld. “Een heel belangrijk aspect is de warmte-uitwisseling. In Almere werd het slib opgewarmd in buizen met een diameter van 8 centimeter. Ons idee was eerst om deze diameter te vergroten, maar de opwarming zou dan meer tijd kosten. Daarom hebben we besloten de diameter hetzelfde te houden en de buizen 20 keer langer te maken. Dat is een duurdere oplossing voor nu, dus we moeten goed kijken naar het financiële plaatje van de volle schaal.”
Biopellets van slib na Torwash
Het team dat verantwoordelijk is voor de bouw, werd ook geconfronteerd met een forse stijging van de kosten van grondstoffen en langere levertijden van materialen. “Zo zou een bepaald onderdeel pas na 57 weken kunnen worden geleverd! Gelukkig beschikt Eliquo over een goed netwerk en is het gelukt om bij een andere leverancier het onderdeel te halen. De problemen zijn allemaal opgelost, maar het duurde wel wat langer dan gedacht voordat de schop de grond in kon.”
Hierna installatie op volledige schaal
Het plan is om hierna op te schalen naar een Torwash-installatie op volledige schaal. De Legé wil daarmee niet tot het eind van het demonstratieproject wachten en hoopt dat Aa en Maas ook weer meedoet. “Wij zullen waarschijnlijk al snel weten of de demonstratie-installatie goed werkt, mogelijk dit jaar al. Dan willen we meteen starten met het ontwerpen van de full-scale installatie. Dat willen we in 2024 doen.”
'Wij zullen waarschijnlijk al snel weten of de demonstratie-installatie goed werkt. Dan willen we meteen starten met het ontwerpen van de full-scale installatie'
De demonstratie-installatie is al een module van de opschaling, voegt De Legé eraan toe. “In principe moeten we tien modules op een rij zetten voor de installatie op volledige schaal. Wij willen proberen om de reactoren zoveel mogelijk in hetzelfde frame te krijgen om het ruimtebeslag niet al te groot te maken. Want anders komt er heel veel staal te staan.”
Actieve inbreng van veel partijen
Naast waterschap Aa en Maas, Torwash bv, TNO en Eliquo Water & Energy zijn er nog diverse andere partijen direct betrokken bij het huidige project: STOWA, RvO, Eneco, Witteveen+Bos, Paques, HydroBusiness, Limburg Filter, CEW, Waterschappen Rivierenland en Waterschap Zuiderzeeland. De Legé: “Het is een breed consortium. Zo zit Eneco erbij om een paar ton van de brandstof te testen. Het energiebedrijf is zeer geïnteresseerd omdat men steeds op zoek is naar nieuwe biobrandstoffen. Ook de cementindustrie heeft belangstelling.”
De Legé wijst tot slot op de grote inbreng vanuit de waterschapswereld. “Behalve Aa en Maas hebben kenniscentrum STOWA en de waterschappen Rivierenland en Zuiderzeeland een belangrijke rol in dit project. In de begeleidingscommissie zitten zes waterschappen en via STOWA wordt alle informatie gedeeld. Ik ben echt heel blij met de zeer actieve participatie van de waterschappen.”
De demo-reactor I Beeld: Torwash bv
LEES OOK
H2O Premium: Slibverwerkingstechniek Torwash belandt in cruciale fase