Sponsh is opnieuw in de prijzen gevallen. Het bedrijf is verkozen tot Water Innovator of the Year 2019. Sponsh heeft een temperatuurgevoelig textiel ontwikkeld dat in de nacht water uit de lucht haalt en overdag weer vrijlaat. Het materiaal kan onder meer worden gebruikt voor de irrigatie van gewassen en het maken van drinkwater.
De onderscheiding is aan Sponsh uitgereikt tijdens het Watervisie Congres van 14 februari. Hiervoor komen bedrijven, startups en overheden in aanmerking, die een innovatie hebben ontwikkeld om (industrie)water goedkoper, duurzamer of efficiënter maken. De verkiezing is een initiatief van het platform Watervisie, een samenwerkingsverband van de vakbladen Petrochem en Utilities en het bedrijf Evides Industriewater.
Sponsh kreeg de voorkeur boven de twee andere finalisten: Industriewater Eerbeek dat proceswater en biogas terug levert aan een papierproducent en Metal Membranes dat een nieuw type zelfreinigende membranen heeft ontwikkeld. Kurt Hamming, een van de oprichters van Sponsh, had de winst niet direct verwacht. “In mijn ogen zijn de andere kandidaten verder. Aan de andere kant hebben we al verschillende innovatieprijzen gewonnen, zoals de Gouden KIEM en de Accenture Innovation Award. Als kleine speler op de markt is het niet gemakkelijk om aandacht te krijgen, maar door zulke prijzen lukt dat toch.”
Wereldwijd verschil
De jury van Water Innovator of the Year keek met name naar het vernieuwende karakter en de potentiële impact van de ingezonden oplossingen. Hamming denkt dat de jury vooral vanwege dat laatste voor Sponsh heeft gekozen. “Als we ons product volledig hebben ontwikkeld, kan het wereldwijd echt een verschil maken.”
Het gaat om een temperatuurgevoelig textiel dat bedekt is met een polymeercoating. Dit concept is vijf jaar geleden bedacht door Catarina Esteves, hoofddocent aan de TU Eindhoven en medeoprichter van Sponsh. Het materiaal is ‘s nachts super hydrofiel en absorbeert dan aanzienlijke hoeveelheden water uit de lucht. Overdag wordt het materiaal super hydrofoob en stoot het verzamelde water af. Naar verwachting kan één vierkante meter textiel tot 1,3 liter water per dag produceren.
Wat maakt deze innovatie bijzonder? Niet dat het materiaal water uit de lucht kan halen, zegt Hamming. “Een paar applicaties op de markt kunnen dit al, maar dan via condensatie. Dat proces kost echter erg veel energie en heeft een lage opbrengst. Het bijzondere is dat ons product nul energie nodig heeft, omdat het puur op temperatuur werkt.”
Veel toepassingen
Er zijn veel verschillende toepassingen van het materiaal denkbaar. Sponsh richt zich nu op drie, vertelt Hamming. "We willen het materiaal verder ontwikkelen voor irrigatie van gewassen, met name van fruit en noten, in gebieden die getroffen zijn door klimaatverandering. Dan heb je het over gebieden in de wereld waar het de laatste jaren opeens niet meer regent en de waterstanden achter dammen ernstig teruglopen.”
De tweede toepassing is ‘dehumidification’, de ontvochtiging van broeikassen. “De bedoeling is dat het materiaal niet alleen kan worden toegepast in broeikassen in Nederland, maar ook in warme gebieden. Daarmee willen we zorgen voor een hogere CO2- en energiebesparing en een hogere opbrengst, dus gewoon meer eten voor mensen.”
Als derde mogelijkheid kijkt Sponsh naar het maken van drinkwater. Hamming: “Dan moeten we het uit de lucht gewonnen water goed kunnen zuiveren en mineralen kunnen toevoegen. Hiermee kan op zeer afgelegen plekken toch drinkwater worden geproduceerd om te overleven.”
Commercieel product in 2020
Sponsh is op het ogenblik het materiaal aan het testen in demonstratiesystemen, vertelt Hamming. “We zijn van één vierkante centimeter in het lab naar vijftig vierkante centimeter gegaan. We schalen nu op naar enkele vierkante meters van het materiaal. Dit is technisch nog een hele uitdaging.” De laatste stap is continue productie. Dan zal Sponsh het temperatuurgevoelige textiel op een rol produceren, in samenwerking met een producent. “Die partner hebben we nog niet, maar onze voorkeur gaat uit naar een Nederlands textielbedrijf.”
Hamming verwacht dat Sponsh in 2020 het eerste commerciële product kan leveren. “Dan gaat het om de meest basale toepassing, de verkoop van het textiel op een rol aan boeren. Zij kunnen het materiaal zelf knippen, perforeren en ophangen. Daarna bekijken we of meer complexe toepassingen mogelijk zijn.”
MEER INFORMATIE
Watervisie over winnaar Sponsh
Website van Sponsh
Bericht over de drie finalisten
Sponsh krijgt Gouden KIEM
Eerlijker voor de boeren en de maatschappij.
Het pleidooi voor meer overleg in het kader van grensoverschrijdend waterbeheer met Duitsland en België, maar ook met Luxemburg, Frankrijk en Zwitserland, is wel steekhoudend. Het stroomgebied van de Rijn beslaat naast Nederland immers Zwitserland, Duitsland en Frankrijk. Stroomgebied van de Maas beslaat naast Nederland ook Frankrijk, Luxemburg, België en Duitsland. Voor zover ik weet zijn er in waterschapverband slechts een aantal pilots hier momenteel concreet mee bezig o.a. via het ontwerpen en operationaliseren van grensoverschrijdend waterbeheer rondom de Overijsselse Vecht en ook voor delen van het Roer stroomgebied dat aansluit op de Maas. Ruimte voor de rivieren in Nederland gaat maar beperkte impact hebben als niet eenzelfde inhaalslag gaat plaatsvinden in de bovenstrooms genoemde landen.
Acht kennisinstituten uit Nederland, België, Duitsland en Luxemburg gaan daarom onder coördinatie van Deltares onderzoek doen naar beter beheer van grensoverschrijdende regionale stroomgebieden. De watersnood in juli 2021 heeft geleerd dat autoriteiten hier geen goed overzicht over hebben en dat kennis over de overstromings- en droogterisico’s langs de kleinere grensoverschrijdende zijrivieren van de Maas en Rijn nog heel versnipperd is.
Het artikel stelt terecht dat voor grensoverschrijdend waterbeheer nog te weinig urgentie is.