secundair logo knw 1

Een dijkwacht inspecteert de dijken langs de Maas l Foto Aa en Maas

Nederland heeft de potentie om koploper te worden in duurzame voedselproductie en toekomstbestendig beheer van water, bodem en natuur. Maar dan moet het kabinet wel veel actiever gaan sturen op scholing, innovatie en arbeidsmarktbeleid. Dat stelt de Sociaal-Economische Raad (SER) in een adviesrapport over de ‘groenblauwe’ sector.

"Nederland loopt tegen grenzen aan", schetst SER-voorzitter Kim Putters in zijn voorwoord bij het advies. "Grenzen aan wat de natuur kan dragen, aan ruimte en aan menskracht. Op een aantal fronten (zoals stikstof en de Kaderrichtlijn Water) dreigt Nederland vast te lopen. Dit raakt de hele economie, maar komt samen bij organisaties en mensen die werken aan het letterlijke fundament van ons land: onze bodem en het water."

Om die mensen gaat het in het rapport 'Werken aan veranderkracht': de circa 620.000 arbeidskrachten in de sectoren Agri en Food, Water en Bodem en Natuur en Leefomgeving. Hun werk is sterk aan het veranderen door meer droogte en wateroverlast, een slechtere bodem- en waterkwaliteit en een toenemende schaarste aan menskracht en fysieke ruimte. 

Versnelling
Twee ministeries (Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur en Infrastructuur en Waterstaat) vroegen de SER om de knelpunten en kansen in kaart te brengen en een perspectief te schetsen. Dat perspectief is er, concludeert het adviesorgaan, maar dan moet er wel wat veranderen. "De constatering dat ons land op slot zit, is het tegenovergestelde van perspectief."

Tegelijk sprak de SER ook met boeren en tuinders die experimenteren met wateropslag, druppelirrigatie en zilte teelt en met ‘waterontwerpers’ die volop bezig zijn met – bijvoorbeeld – het voorkomen van wateroverlast en hittestress in steden. 

Vernieuwing is er dus wel en dat is hoopgevend, maar de SER ziet nog onvoldoende verbreding en versnelling. Bedrijven weten niet altijd waar ze aan toe zijn en dan is het lastig investeren en inspelen op veranderingen. "Echte systeemveranderingen blijven nog uit. Daardoor komt veel innovatie neer op optimalisatie van huidige werkwijzen." 

Andere vaardigheden
Hoeveel banen in de groenblauwe sectoren precies zullen ontstaan of verdwijnen, valt volgens de SER niet te voorspellen. Wel is zeker dat “vrijwel elke baan” zal veranderen. Dat vergt vaak andere (digitale) vaardigheden en soms ook andere opleidingen. De verwevenheid van de opgaven betekent ook dat ‘groene’ (voedsel) en ‘blauwe’ (water) beroepen elkaar vaker tegenkomen en soms zelfs in elkaar schuiven. 

De oproep aan het kabinet luidt dan ook om actiever te sturen op de ontwikkeling van nieuw verdienvermogen, vernieuwende kennis en meer samenwerking tussen onderwijsdisciplines op het vlak van groen, blauw en aanpalende sectoren (ict, techniek, bouw en infra). 

Daarnaast is het noodzakelijk te investeren in arbeidsbesparende technologie, bijvoorbeeld rond grote infrastructurele projecten als dijkversterking, en is "een blijvende dialoog" tussen (agrarische) ondernemers, vakbonden, milieuorganisaties en burgers gewenst om tot realistische stappenplannen te komen. 

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.
  • Je reactie is nog niet geplaatst. We checken hem eerst.
    Willem Vroom · 3 months ago
    De SER redeneert blijkbaar met als uitgangspunt dat de intensieve landbouw in Nederland moet blijven bestaan. Jammer dat niet uitgegaan is van een algemener principe, want grote kans dat dit conservatieve uitgangspunt er nu juist voor zorgt dat de ontwikkeling van Nederland zich minder ontwikkeld. 
(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Duidelijk verhaal Marjolijn
Ik heb het gehele artikel slechts diagonaal gelezen maar wat ik al vast mis is dat het nog steeds geen beleid is om de bedrijven te (gaan) verbieden om ons nog een klein beetje goede gronddrinkwater te ge- of beter misbruiken voor proceskoeling. Hoogstens nog toe te staan in een gesloten circuit waardoor slechts incidenteel moet worden aangevuld en mits de warmte wordt hergebruikt, b.v. voor eigen of wijkverwarming. Zo kun je twee vliegen in een klap slaan (sorry voor de PvdD). En ja, dan moet er ook weer gecontroleerd en gehandhaafd gaan worden. Daar zal de politiek dan weer niet zo blij van worden. 
Vorig jaar 50m3 verbruikt dus mijn best gedaan en terug naar 30m3. Rekening 157.50 waarvan 31 voor water en de rest belasting en rechten. Denkt u nu echt dat ik dit jaar op een kuub meer of minder kijk. Ik geef t gras weer lekker water van de zomer.
Helemaal eens met deze opinie van Herman van Dam. Ik zou de totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit bij grootschalige infiltratie nog willen toevoegen als tegenargument. Vanwege de enorme reponstijd vergroot je het risico op grootschalige grondwateroverlast gigantisch als je in het grootste deelsysteem van de Veluwe gaat infiltreren. De enorme schade die afgelopen jaar is opgetreden (en nog steeds oploopt) rond de Veluwe door excessieve natuurlijke infiltratie (alle neerslagrecords verbroken) mag daarvoor in mijn beeld als empirische waarschuwing worden opgevat.
Goed verhaal Herman, vanuit de hydrologie en het belang van de vegetatie