secundair logo knw 1

De Maas in de Biesbosch met de spaarbekkens van Evides Waterbedrijf. Foto Schone Maaswaterketen

Het samenwerkingsverband Schone Maaswaterketen gaat de komende jaren aan de slag met vier projecten voor een schonere rivier. Dat moet uiteindelijk leiden tot een samenhangend actieprogramma voor het Maasstroomgebied om de belasting met organische microverontreinigingen terug te dringen.

De samenwerking van drinkwaterbedrijven, waterschappen en het ministerie begon in 2016 met een onderzoek naar de verwijdering van organische microverontreinigingen met behulp van poederkool (PACAS). De proef, die werd uitgevoerd op de rioolwaterzuivering Papendrecht, bleek succesvol: de belasting kan ruimschoots worden gehalveerd.

Ook werd een regionale ‘hotspotanalyse’ uitgevoerd, die een ranglijst opleverde van de tien rwzi’s in het Maasstroomgebied die verantwoordelijk zijn voor 70 procent van de effluentlozingen. Hier kan de meeste winst worden behaald.

Bij de presentatie van deze bevindingen, begin april vorig jaar op Slot Loevestein, spraken de partijen af dat ze hun samenwerking zouden voortzetten. Op basis van de vijf toen geformuleerde ‘beloften’ is vervolgens een werkprogramma voor de periode 2019-2021 opgesteld. Sinds deze week is ook een eigen website in de lucht.

Atlas
''Achter de schermen is er al veel gebeurd en enkele projecten zijn reeds vergevorderd’’, vertelt woordvoerder Imre van der Meulen van Brabantse Delta, een van de partners van Schone Maaswaterketen. ''Zo wordt binnenkort een atlas van lozingspunten gepresenteerd.’’

De Schone Maaswaterketen stelt zich ten doel de waterkwaliteit van de Maas en het stroomgebied te verbeteren. Daarbij wordt zowel gekeken naar mogelijkheden om de bronnen van verontreiniging te verminderen als naar opties om de zuivering te verbeteren.

Vanuit de werkgroepen Techniek & Ecologie en Bronnen & Bronaanpak, waarin vertegenwoordigers van de verschillende partijen zitten, wordt gewerkt aan vier projecten.

‘Ken je stroomgebied’ gaat over het bij elkaar brengen en afstemmen van informatie zoals monitoringprogramma's, vervuilingsbronnen, lopende activiteiten en initiatieven.

Met ‘Schoon water’ wordt aan de hand van voorbeeldgebieden in beeld gebracht wat de belasting met organische microverontreinigingen is, wat de vervuilingsbronnen zijn, welke ambities gewenst zijn en welke maatregelen nodig zijn om die te realiseren.

Industrie
‘Aanpak bij de bron’ richt zich op industrie, huishoudens en buitenland. ‘Duurzame kool’ borduurt voort op het poederkoolexperiment, dat wel effectief en snel is maar ook veel energie vergt. Onderzocht wordt of deze techniek verder te optimaliseren valt en of er gebruikte kool uit de drinkwaterbereiding benut kan worden.

De resultaten en ervaringen uit deze projecten willen de partners combineren met kennis en inzichten uit landelijke programma's, om zo tot een samenhangend actieprogramma voor het Maasstroomgebied te komen. ''We gaan ervan uit dat de samenwerking na 2021 gewoon doorgaat’’, aldus Van der Meulen.

De elf Maaswaterketenpartners zijn: de waterschappen Aa en Maas, Brabantse Delta, De Dommel, Rivierenland en Limburg, de drinkwaterbedrijven Brabant Water, Dunea, Evides Waterbedrijf en Waterleidingmaatschappij Limburg (WML), het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Rijkswaterstaat. RIWA-Maas heeft een adviserende rol.

 

MEER INFORMATIE
Website Schone Maaswaterketen
Poederkool verwijdert medicijnresten efficiënt

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte mevr. Sien Kok,
alles is onlosmakelijk atomair verbonden binnen relativiteit van tijd/ruimte en eenheid geest stof, telen zonder chemie, inschakelen industrie en prive personen telt allemaal, maar denk ook even aan satellieten met hun negatieve effect op klimaat, 24/7. U geeft oude wetmatigheden een nieuw jasje. Succes, Jan Kalverdijk
Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.