secundair logo knw 1

De Europese Unie kan Nederland forse boetes opleggen als de waterkwaliteit in 2027 niet in orde is | Foto Unsplash/Joshua Kettle

Met het huidige beleid gaat Nederland de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) niet halen. Een doortastender aanpak is dringend noodzakelijk, maar zelfs dan wordt de deadline van 2027 overschreden. Dat concludeert de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in zijn advies ‘Goed water goed geregeld’.

In het advies, dat vanmiddag aan minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) is aangeboden, komt de raad met vijf aanbevelingen voor een aanscherping van het Nederlandse KRW-beleid. Dat is tot nu toe veel te vrijblijvend geweest, zo luidt de conclusie op basis van een groot aantal gesprekken met deskundigen uit de waterwereld.

Jan Jaap de Graeff 180 vk Jan Jaap de Graeff"We hopen dat de minister ons advies overneemt", zegt raadsvoorzitter Jan Jaap de Graeff. "Het probleem is echt urgent. Als we niet stinkend ons best doen, zijn de consequenties groot."

Volgens de KRW moet al het oppervlakte- en grondwater in de Europese Unie uiterlijk in 2027 van goede kwaliteit zijn en moet er voldoende schoon water beschikbaar zijn. Die doelen kunnen met het huidige Nederlandse beleid "redelijkerwijs" niet meer worden gehaald, concludeert de raad.

"Wij signaleren bovendien dat de uitvoering van dat beleid door een aantal factoren dusdanig wordt belemmerd, dat de KRW-doelen ook na 2027 waarschijnlijk niet realiseerbaar zijn zonder aangescherpte beleidsaanpak."

Boetes
Dat heeft niet alleen gevolgen voor de gezondheid, de natuur, de drinkwaterproductie, de industrie en de landbouw, waarschuwt de raad. Het betekent ook dat de EU Nederland forse boetes kan opleggen en dat allerlei activiteiten stil komen te liggen, net zoals dat is gebeurd in het stikstofdossier.

De Rli ziet drie factoren die het halen van de KRW-doelen bemoeilijken: een gebrek aan urgentiebesef, een te grote vrijblijvendheid bij de keuze voor en het gebruik van beschikbare beleidsinstrumenten en een gebrekkige invulling en uitvoering van taken en verantwoordelijkheden.

Dat urgentiebesef lijkt de laatste tijd wel iets te ontluiken, erkent het adviesorgaan. "Maar dat beperkt zich vooralsnog echter, zo hebben wij moeten vaststellen, tot woorden en schone intenties. De feitelijke uitvoering van het beleid legt het kabinet neer in de regio, waarbij veelal gebruik wordt gemaakt van vrijwillige beleidsinstrumenten."

Vijf aanbevelingen
Karin Sluis 180 vk mei 23 Karin SluisHet advies van de raad is up-to-date: zelfs de ‘extra impuls' die minister Harbers eind maart aankondigde om de KRW-doelen alsnog te halen en zijn brief aan de Tweede Kamer daarover in april zijn daarin meegenomen. "Maar de minister hinkt op twee gedachten", zegt commissievoorzitter Karin Sluis. "Eerst zegt hij dat we de doelen wel gaan halen, later dat het nog spannend wordt. En hoe die impuls wordt ingevuld, weten we nog niet."

Het beleid zal hoe dan ook aangescherpt moeten worden, stelt de raad. Daarvoor geeft hij vijf aanbevelingen, die ervoor moeten zorgen dat de KRW-doelen doorwerken op alle beleidsterreinen en dat ze minder vrijblijvend zijn.

Zo moeten drinkwaterbedrijven samen met de provincies inzichtelijk maken wat de toekomstige drinkwaterbehoefte is en hoe daarin kan worden voorzien. Waterschappen die nog te veel nutriënten lozen, moeten verplicht worden om bij de rioolwaterzuivering uiterlijk in 2027 een extra vierde zuiveringstrap toe te passen. En de zogenaamde watertoets bij ruimtelijke plannen moet meer gewicht krijgen.

Doorrekenen
Het gaat niet om nieuwe juridische instrumenten, benadrukt De Graeff. "Die zijn er wel, ze moeten alleen soms worden aangescherpt en beter worden toegepast. De vrijblijvendheid moet eraf."

De laatste aanbeveling betreft het doorrekenen van alle huidige en voorgestelde maatregelen. Dat moet op nationaal niveau gebeuren en liefst nog voor de tussenevaluatie in 2024.

Als daaruit blijkt dat de KRW-doelen niet zullen worden gehaald, moet de minister vaststellen wat er nog aan extra maatregelen nodig is. "Met ons advies kan hij het impulsprogramma inhoud geven", meent Sluis.

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Waarom dure, complexe en onderhouds intensieve ondergrondse oplossingen stimuleren als je water ook bovengronds kunt opvangen?
Begin eerst maar met het Veluwe meer en de randmeren uit te diepen en baggeren....perfecte opslagbuffer voor overvloed aan water.
@SebastiaanDat is een goede vraag als we het over de waterkwaliteit van rivieren hebben, maar in dit project zijn vooral kleine watertjes gemeten. Dat komt niet uit het buitenland, dus daar zullen we echt zelf mee aan de slag moeten!
Bijzonder. Veel waterschappen spreken nog van ‘aan en afhaakproblematiek’ waarbij de zorg juist is voor afhakende bedrijven, lees verminderde heffingsopbrengsten.
Natuurlijk is het slim als bedrijven afhaken, met duurzamere zuivering, eventueel gevolgd tot eigen directe lozing in gebied, en vervolgens tot eigen waterhergebruik. Prima.
Maar aub geen dogma. We spreken nog steeds over stedelijk afvalwater, waarbij het bedrijfswater zeker af en toe een waardevolle bijdrage is in de gehele keten.
In @KNW, @skiw, @vemw @dbc verband nog maar eens over spreken.
Reintje Paijmans Kriens Waterschapsverkiezingen: apart of niet?
"Kennis van Waterbeheer" en "Provinciaal bestuur"  voor een groot deel van onze bevolking, is naar mijn ervaring heel gering. De situatie  is per provincie ook geheel anders. Of je nu in Zuid-Holland woont of in Drenthe: water aanvoer, afvoer  en tekort zijn niet met elkaar te vergelijken. De grenzen vallen niet samen. 
Ik heb als geograaf ook veel te maken gehad met wat dat voor problemen voor de bevolking, stadsbesturen en waterschappen veroorzaakte. Stadsbesturen hebben, zeker in de huidige tijd, andere, grotere problemen op hun agenda staan. Op welke manier moet, kan betere voorlichting opgelost worden? Ik heb lezingen gegeven, excursies georganiseerd, bestuursleden van de waterschappen daarbij uitgenodigd en wat ik ook erg belangrijk vind, aan het voortgezet onderwijs voorlichting, onderwijs gegeven. Bij excursies vroeg ik aan de ouders van de leerlingen of zij "mee wilden helpen" met vervoer, eten, geld ophalen voor de bijkomende kosten. Vaak meldden meer ouders zich aan dan eigenlijk nodig was, maar dat had voor de waterschappen in velerlei opzicht positieve gevolgen.
"Samenwerking", overleg met de landen waar de rivieren ontstaan en door stromen, afspreken hoeveel water ieder land wil, kan, mag gebruiken, afvoeren, dat zijn problemen, die nauwelijks bekend zijn bij de bevolking.
Ik hoop dat dit soort onderwerpen net zo belangrijk worden gevonden als problemen met  auto rijden, parkeren en boodschappen doen.
Ik wens Nederland veel succes.