secundair logo knw 1

Het is hoog tijd dat de rivieren beter worden beschermd tegen verontreinigingen. Dat stellen RIWA-Maas en RIWA-Rijn in hun jaarrapporten waterkwaliteit 2015.



Deze samenwerkingsverbanden van drinkwaterbedrijven rondom de Maas en Rijn pleiten voor diverse beschermingsmaatregelen. Zo zetten zij zich in voor het verminderen van de emissie van stoffen. Ook is het noodzakelijk om de vergunningverlening en handhaving bij lozingen te verbeteren, conform de Richtlijn Industriële Emissies van de Europese Unie.

RIWA-Maas en RIWA-Rijn wijzen op de grote incidenten met lozingen in 2015, zoals de verontreiniging met fenol in de Rijn en pyrazool in de Maas en de Rijn. "Sinds de negentiger jaren hebben we niet meer zo veel ernstige incidenten in één jaar gehad", zegt Harry Römgens, directeur van RIWA-Maas. "Hierdoor moesten de Nederlandse drinkwaterbedrijven enkele keren langdurig de inname van water uit de Maas en Rijn staken."

Wat betreft de verontreiniging door gewasbeschermingsmiddelen, medicijnresten, röntgencontrastmiddelen en industriële stoffen, is het beeld volgens Römgens stabiel. "De laatste jaren constateren we bij ongeveer 10 procent van onze metingen overschrijdingen van normen of streefwaarden bij drinkwaterrelevante stoffen in de Maas."

De drinkwaterbedrijven vinden door betere labotariumtechnieken wel steeds meer bekende en onbekende 'opkomende stoffen'. Deze zijn meestal geloosd door de industrie. Römgens: "Pyrazool is daarvan een voorbeeld. De vondst van nieuwe stoffen is niet verbazingwekkend, want in de markt zijn er zo'n honderdduizend stoffen. Er moet echt een structurele aanpak van opkomende stoffen in het hele stroomgebied komen. We zijn dan ook blij dat het ministerie van Infrastructuur en Milieu hiervoor initiatieven heeft genomen."

Römgens noemt nog een ander probleem dat meer voor de Maas geldt dan voor de Rijn. Vorig jaar was er een lange periode met lage afvoeren. Daardoor vond minder verdunning met regenwater plaats. "Dit zal door de klimaatverandering in de toekomst veel vaker gebeuren. Volgens de prognoses gaat de afvoer van de Maas in droge perioden met 30 tot 40 procent achteruit."

Er zijn ook positieve ontwikkelingen. Römgens geeft als voorbeeld het terugdringen van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen. "Diverse landen hebben maatregelen genomen of bereiden die voor. Zo is in ons land het professioneel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op verhardingen verboden. Daardoor komt er minder glysofaat in de rivieren."

Meer informatie is te vinden in de RIWA-nieuwsbrief 15. De pyrazoolaffaire wordt belicht in het septembernummer van maandblad H2O en twee recente vakartikelen op H2O-online.

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Waarom dure, complexe en onderhouds intensieve ondergrondse oplossingen stimuleren als je water ook bovengronds kunt opvangen?
Begin eerst maar met het Veluwe meer en de randmeren uit te diepen en baggeren....perfecte opslagbuffer voor overvloed aan water.
@SebastiaanDat is een goede vraag als we het over de waterkwaliteit van rivieren hebben, maar in dit project zijn vooral kleine watertjes gemeten. Dat komt niet uit het buitenland, dus daar zullen we echt zelf mee aan de slag moeten!
Bijzonder. Veel waterschappen spreken nog van ‘aan en afhaakproblematiek’ waarbij de zorg juist is voor afhakende bedrijven, lees verminderde heffingsopbrengsten.
Natuurlijk is het slim als bedrijven afhaken, met duurzamere zuivering, eventueel gevolgd tot eigen directe lozing in gebied, en vervolgens tot eigen waterhergebruik. Prima.
Maar aub geen dogma. We spreken nog steeds over stedelijk afvalwater, waarbij het bedrijfswater zeker af en toe een waardevolle bijdrage is in de gehele keten.
In @KNW, @skiw, @vemw @dbc verband nog maar eens over spreken.
Reintje Paijmans Kriens Waterschapsverkiezingen: apart of niet?
"Kennis van Waterbeheer" en "Provinciaal bestuur"  voor een groot deel van onze bevolking, is naar mijn ervaring heel gering. De situatie  is per provincie ook geheel anders. Of je nu in Zuid-Holland woont of in Drenthe: water aanvoer, afvoer  en tekort zijn niet met elkaar te vergelijken. De grenzen vallen niet samen. 
Ik heb als geograaf ook veel te maken gehad met wat dat voor problemen voor de bevolking, stadsbesturen en waterschappen veroorzaakte. Stadsbesturen hebben, zeker in de huidige tijd, andere, grotere problemen op hun agenda staan. Op welke manier moet, kan betere voorlichting opgelost worden? Ik heb lezingen gegeven, excursies georganiseerd, bestuursleden van de waterschappen daarbij uitgenodigd en wat ik ook erg belangrijk vind, aan het voortgezet onderwijs voorlichting, onderwijs gegeven. Bij excursies vroeg ik aan de ouders van de leerlingen of zij "mee wilden helpen" met vervoer, eten, geld ophalen voor de bijkomende kosten. Vaak meldden meer ouders zich aan dan eigenlijk nodig was, maar dat had voor de waterschappen in velerlei opzicht positieve gevolgen.
"Samenwerking", overleg met de landen waar de rivieren ontstaan en door stromen, afspreken hoeveel water ieder land wil, kan, mag gebruiken, afvoeren, dat zijn problemen, die nauwelijks bekend zijn bij de bevolking.
Ik hoop dat dit soort onderwerpen net zo belangrijk worden gevonden als problemen met  auto rijden, parkeren en boodschappen doen.
Ik wens Nederland veel succes.