RIVM heeft drie nieuwe handreikingen gepubliceerd voor het gebruik van oppervlaktewater: een voor zwemwater, een voor de irrigatie van moestuinen en een voor het nuttigen van vis uit oppervlaktewater. Het gaat om praktische handreikingen voor een eerste risico-inschatting.
PFAS is een verzamelnaam voor duizenden verschillende stoffen, die een risico vormen voor mens en milieu. De richtlijnen zijn gemaakt voor waterbeheerders en willen meer inzicht bieden in de gevolgen van PFAS op het oppervlaktewater.
Het gaat om praktische uitwerkingen van de in februari door RIVM gepubliceerde kennisnotitie ‘PFAS verontreinigingen: een overzicht van beschikbare risicobeoordelingsinstrumenten voor gebruiksfuncties van oppervlaktewater’.
De ‘Handreiking beoordeling PFAS in zwemwater’ omvat, zo schrijft RIVM, een methode om een eerste inschatting te maken van de risico’s van zwemwater waarin PFAS zijn aangetroffen. Met zwemwater worden zwemlocaties in zoet en zout oppervlaktewater en water in binnen- en buitenzwembaden bedoeld. Het advies betreft de wijze waarop resultaten van metingen kunnen worden vergeleken met de advieswaarde.
De ‘Handreiking beoordeling PFAS in irrigatiewater’ biedt volgens RIVM een praktische
handreiking voor een eerste inschatting van de risico’s van irrigatie van moestuinen met oppervlaktewater waarin PFAS zijn aangetroffen. ‘De methode gaat ervan uit dat mensen veel gewassen consumeren die van één plek afkomstig zijn. Daarmee is de methode niet van toepassing op commerciële tuin- of akkerbouw.’
De 'Handreiking beoordeling PFAS in oppervlaktewater: consumptie van vis en andere waterdieren’ biedt handvatten om een eerste inschatting te maken van de risico’s die verbonden zijn aan het nuttigen van vis en andere waterdieren uit oppervlaktewater waarin PFAS zijn aangetroffen.
RIVM kijkt hierbij niet alleen naar metingen van PFAS in de vis zelf, maar ook naar gemeten concentraties PFAS in het water zelf. Deze handreiking bespreekt de manier waarop resultaten van metingen vergeleken kunnen worden met risicogrenzen.
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.