secundair logo knw 1

Illustratie: RIVM

Medicijnen die het milieu belasten zijn niet makkelijk te vervangen door minder belastende alternatieven. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) deed onderzoek naar mogelijkheden om minder schadelijke medicijnresten in het milieu terecht te laten komen. Dat kan door zuiveringstechnieken te verbeteren, maar een aanpak bij de bron kan in sommige gevallen efficiënter zijn, vertelt RIVM-onderzoeker Caroline Moermond. “Wat niet in het water komt, hoef je er ook niet uit te halen.” Het RIVM sprak met een groot aantal partijen uit de medicijnketen: beleidsmakers, fabrikanten, beoordelaars, zorgverleners, apothekers en waterzuiveraars. Uit die gesprekken is gebleken dat het vervangen van medicijnen vooralsnog te hoog gegrepen is.

Aan de bereidheid om mee te denken over milieuwinst, lag het niet. Maar voor alle partijen is ook helder dat het belang van de patiënt voorop staat, vertelt Moermond. “De milieusector wil nadrukkelijk niet op de stoel van de arts gaan zitten. Een milieurisico kan nooit een reden zijn om middelen van de markt te halen.”

In het onderzoek werden drie geneesmiddelen onder de loep genomen: diclofenac, metformine en fluoxetine. Gekeken werd of deze middelen vervangen kunnen worden door een minder milieubelastend alternatief. Conclusie: vooralsnog niet.

Moermond: “Vervangen blijkt op twee punten lastig. Ten eerste weten we van het alternatieve middel niet genoeg om met zekerheid te kunnen stellen dat het minder milieubelastend is en ten tweede is niet te garanderen dat de patiënt met het alternatief dezelfde kwaliteit van zorg houdt.”

Een middel als carbamazepine, veelgebruikt door mensen met epilepsie, heeft om die reden de onderzoeksfase niet eens gehaald. “Bij epilepsiepatiënten is het erg ingewikkeld om de medicijnen goed in te regelen. Zo’n middel kun je dus niet zomaar vervangen zonder consequenties voor de patiënt.”

Andere mogelijkheden om medicijnresten uit het afvalwater te weren, zijn er in sommige gevallen wél. Zo werd in het Deventer Ziekenhuis eerder een proef gedaan met patiënten die röntgencontrastmiddelen hadden gekregen. Die middelen zijn zeer milieubelastend als ze via het toilet in het milieu terechtkomen. De betreffende patiënten bleken “boven verwachting bereid” om hun ‘vervuilde’ urine in plaszakken op te vangen en daarna bij het huishoudelijk afval te doen. “Een veelbelovende stap”, aldus Moermond, hoewel vooral voor medicijnen die eenmalig of kortdurend worden gebruikt.

Naar milieuwinst bij structureel medicijngebruik moet verder onderzoek worden gedaan. Het RIVM stelt voor een afwegingskader te ontwikkelen waarin de milieubelasting van verschillende behandelingen met elkaar wordt vergeleken.

Klik hier voor het RIVM-rapport

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

De regering zou eerlijk en duidelijk moeten zijn naar PAS-melders: PAS-melders voldoen niet aan de wet, dus moeten ze daaraan gaan voldoen. Verzachtende omstandigheid is dat deze boeren (zogenaamd) niet wisten dat de betreffende wet nog niet definitief was, want er liep nog een procedure en het was een geitenpaadjeswet. Toon als regering dan coulance en geef ze nog een paar jaar extra om aan de regels te voldoen. En boeren die daardoor failliet dreigen te gaan zouden gecompenseerd moeten worden.
Eerlijker voor de boeren en de maatschappij.
Verwijzing naar een elementair leerboek van de mechanica der vloeistoffen voor zelfstudie en onderwijs uit 1958 voor de onderbouwing dat er bij een worst-case scenario meer dan 1 miljard M3 water over de Waaldijk kan stromen -waardoor een oppervlak van 1.000 km2 zou overstromen- is te mager. Dat voldoet niet aan voldoende wetenschappelijke onderbouwing.
Het pleidooi voor meer overleg in het kader van grensoverschrijdend waterbeheer met Duitsland en België, maar ook met Luxemburg, Frankrijk en Zwitserland, is wel steekhoudend. Het stroomgebied van de Rijn beslaat naast Nederland immers Zwitserland, Duitsland en Frankrijk. Stroomgebied van de Maas beslaat naast Nederland ook Frankrijk, Luxemburg, België en Duitsland. Voor zover ik weet zijn er in waterschapverband slechts een aantal pilots hier momenteel concreet mee bezig o.a. via het ontwerpen en operationaliseren van grensoverschrijdend waterbeheer rondom de Overijsselse Vecht en ook voor delen van het Roer stroomgebied dat aansluit op de Maas. Ruimte voor de rivieren in Nederland gaat maar beperkte impact hebben als niet eenzelfde inhaalslag gaat plaatsvinden in de bovenstrooms genoemde landen.
Acht kennisinstituten uit Nederland, België, Duitsland en Luxemburg gaan daarom onder coördinatie van Deltares onderzoek doen naar beter beheer van grensoverschrijdende regionale stroomgebieden. De watersnood in juli 2021 heeft geleerd dat autoriteiten hier geen goed overzicht over hebben en dat kennis over de overstromings- en droogterisico’s langs de kleinere grensoverschrijdende zijrivieren van de Maas en Rijn nog heel versnipperd is.
Het artikel stelt terecht dat voor grensoverschrijdend waterbeheer nog te weinig urgentie is.
Weer een geval van: de gevolgen proberen te gaan bestrijden en de oorzaak niet aanpakken. Zo blijft het werk in de wereld. En de vervuiling. 
Beste Carel, in de podcast kun je vinden op Spotify en  Apple Podcasts. Je kunt hem ook online beluisteren via de link in het bericht
Mooi! Jammer dat ik de serie niet terugvind als ik zoek in de NRC Podcast app.