Na twaalf jaar zijn de grootschalige programma’s Zandmaas/Grensmaas en Ruimte voor de Rivier binnen de gestelde budgetten afgesloten. Dat schreef minister Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat vorige week aan de Tweede Kamer.
De ingrijpende programma’s werden opgezet om beter voorbereid te zijn op hoogwaterstanden in de rivieren en gingen in 2006 van start. In totaal is er 2,85 miljard in beide programma's geïnvesteerd en er is gekozen voor een combinatie van dijkverbetering en rivierverruiming. “Het rivierengebied is door beide programma’s veiliger geworden en economisch, ecologisch en landschappelijk versterkt”, stelt minister Van Nieuwenhuizen in haar brief.
Uit de eindevaluaties blijkt volgens de minister dat beide programma’s hun doelstellingen, binnen het toegekende budget en voor het grootste deel binnen de planning hebben behaald. Het budget voor programma Zandmaas/Grensmaas bedroeg bijna 550 miljoen euro (en daarnaast 1 miljard euro door marktpartijen). Ruimte voor de Rivier 2,3 miljard euro.
Zandmaas/Grensmaas had een drieledige doelstelling: hoogwaterbescherming, natuurontwikkeling en zand/klei/grindwinning. Het project werd grotendeels gefinancierd door het winnen van grind. Die zal tot 2024 doorgaan om marktpartijen de gelegenheid te geven genoeg grind te winnen om kostendekkend te zijn. Over circa 200 kilometer is de rivier verruimd en zijn de dijken versterkt. In totaal is meer 1500 hectare nieuwe natuur ontstaan. De ruim 30 projecten die vielen onder Ruimte voor de Rivier beschermen tegen hoogwater langs de Waal, Nederrijn, Lek en IJssel. In haar brief roemt de minister de manier waarop de projecten zijn aangepakt. "Ze zijn een toonbeeld van hoe samenwerking tussen overheden, met participatie van bewoners en met marktpartijen, tot doelgerichte projectrealisatie kan leiden met de beoogde maatschappelijke meerwaarde als resultaat.”
Meer informatie:
De eindevaluaties en de Kamerbrief vindt u hier
De vraag is of dat dan komt door alleen de waterkwaliteit of dat het komt omdat we, bijvoorbeeld, gewoon gruwelijk dicht bevolkt zijn en ik al heel wat weilanden en dergelijke omgezet heb zien worden in woningen.
Mijn idee is overigens niet om te infiltreren in bestaande vennen - dat zou inderdaad de ecologie van die vennen veranderen – maar in aangelegde plassen (met een oppervlak minder dan 0,1 procent van de Veluwe). Die vallen droog, enkele dagen nadat infiltratie stopt. Infiltratieplassen hebben landschappelijk gezien wellicht wat waarde (als je saai naaldbos daarvoor kapt), aangaande natuur is die inderdaad beperkt.
Zeg 10 jaar geleden al waarschuwde ik dat we in 2027 in Nederland nooit de KRW doelen gaan halen. Ik betreur het ten zeerste dat ik gelijk ga krijgen. Ik voorspel nu dat we in 2030 met de mond vol tanden staan als Brussel ons vraagt wat onze plannen/maatregelen zijn om de Veluwe natuur en biodiversiteit te herstellen. Zonder fors ingrijpen in de waterbalans van het Veluwemassief gaan we verdroging echt niet bestrijden en zullen beken en sprengen niet structureel meer water voeren. Dat geef ik je op een briefje.