secundair logo knw 1

Als alles tegenzit kan de zeespiegel binnen honderd jaar 3 meter zijn gestegen en honderd jaar later nog eens 5. Dat blijkt uit het worst case scenario dat drie KNMI-onderzoekers hebben gepresenteerd op basis van nieuwe klimaatmodellen.

Wat als we niets, maar dan ook echt niets doen aan de opwarming van de aarde? Die vraag was uitgangspunt voor het doemscenario dat de KNMI gisteren (donderdag 6 april) publiceerde. Het antwoord: dan kan de zeespiegel in 2100 met 2,5 tot 3 meter zijn gestegen en in 2200 met nog eens 5 meter. De extreme stijging komt vooral omdat de smeltende ijskappen in Antarctica veel sneller voor een zeespiegelstijging zorgen dan eerder werd gedacht.

Om de paar jaar presenteert de KNMI een aantal ‘klimaatscenario’s’ die waarschijnlijk worden geacht. Dat gebeurde voor het laatst in 2014, toen vier scenario’s werden gepubliceerd. Het nu gepresenteerde scenario met een extreme zeespiegelstijging is minder waarschijnlijk, maar niet onmogelijk, benadrukt Sybren Drijfhout, een van de onderzoekers die aan het rapport meewerkte. “De voorspellingen die de afgelopen jaren zijn gedaan in onder meer Nederland en Engeland over mogelijke extreme stijging van de zeespiegel waren deels nattevingerwerk omdat er nog geen klimaatmodel was dat op de juiste manier rekening hield met de veranderingen van de ijskappen. In de standaard-scenario’s worden die processen ook niet meegenomen, behalve wat veroorzaakt wordt door veranderingen in sneeuwval en smelten van ijs en sneeuw. Sinds een paar jaar zijn er modellen die de verandering in ijsstroom van gletsjers op Groenland en Antarctica beschrijven, maar die modellen lijken conservatiever dan wat de waarnemingen suggereren. Sinds vorig jaar is er een nieuw model verschenen dat extreme veranderingen in het verleden beter reproduceert, waardoor we nu met meer zekerheid kunnen voorspellen wat er in de toekomst gaat gebeuren als de aarde blijft opwarmen.”

Het gebruikte klimaatmodel houdt voor het eerst rekening met twee verschijnselen die zich op Antarctica voordoen: hydrofracturing en ice-cliff failure. Bij hydrofacturing is er sprake van ‘meren’ die ontstaan op ijsplaten waarbij het water zich als het ware door het ijs heen vreet, totdat de ijsplaat uiteindelijk in stukjes breekt en uit elkaar valt. Door het verdwijnen van de enorme, drijvende ijsplaten stroomt het landijs sneller naar zee. Op de grens van land en zee brokkelen ijsbergen van het ijsklif af (dat onstaat omdat de drijvende ijsplaat die er aan vast zat, is afgebroken) en storten in zee. Als het ijsklif te hoog wordt (80-100 meter boven de zeespiegel) kan het onder zijn eigen zwaarte bezwijken en neemt de afbrokkeling van ijsbergen enorm toe. Dit heet ice-cliff failure.

De onderzoekers hebben er in het worst case scenario mee gerekend dat het akkoordklimaat van Parijs niet wordt nagekomen en dat er ook anderszins niets wordt gedaan om de opwarming van de aarde tegen te gaan. “Het is belangrijk om te weten wat er gebeurt als alles tegenzit”, zegt Drijfhout. “Een stijging van de zeespiegel van vijf of zes meter heeft ongelooflijke gevolgen. Voor Nederland zou het onder meer betekenen dat onze kuststeden zich achter metershoge muren moeten verschuilen en dat de havens niet in landgebied kunnen liggen maar naar de zee moeten worden verplaatst. Ons scenario laat met andere woorden zien dat er veel is om voor te vechten.”

Complicerende factor is dat het afbreken van een ijskap een proces is dat moeilijk te stoppen is als het eenmaal op gang is gekomen. “Net als een mammoettanker”, omschrijft Drijfhout. “Als de zeespiegelstijging eenmaal begint, is die niet zomaar te stoppen, zelfs al zou de temperatuur weer dalen. Je hebt te maken met kantelpunten waarbij bijvoorbeeld gletsjers op de ijskappen volledig desintegreren, een onomkeerbaar proces. Bovendien is er sprake van ernstige na-ijleffecten: de zeespiegelstijging gaat nog een hele tijd door als de temperatuur al niet meer stijgt en de temperatuurstijging gaat nog een tijd door als de CO2-uitstoot al niet meer stijgt. Dat betekent dat we zelfs als het klimaatakkoord van Parijs wél wordt nagekomen, bepaald niet zeker weten of we uit de problemen zijn.”

Ondanks het doemscenario heeft Drijfhout nog wel hoop. “We hebben nog een kans. Als we nu in actie komen kunnen we het in Nederland waarschijnlijk wel behappen. Maar Nederland is natuurlijk geen eiland. Er is wereldwijde actie nodig. Want bij 6 meter zeespiegelstijging worden net zo goed tientallen miljoenen bewoners van de Nijloever getroffen.”

Klik hier voor meer informatie over het KNMI-onderzoek

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Het is van belang om onderzoek te doen naar de waterkwaliteit o.a. PFAS-stoffen voordat ergens regenwater of oppervlaktewater via infiltratieputten naar grondwaterlichaam gebracht kan worden. Verslechtering van kwaliteit grondwater voorkomen, door zuivering van het infiltratiewater is veelal noodzakelijk.
Knap om in deze discussie de landbouwtransitie geheel buiten beschouwing te laten. In plaats van het natuurlijk vermogen van de bodem om water vast te houden te herstellen én de watervraag vanuit de land- en tuinbouw drastisch te verminderen, bijvoorbeeld door regeneratieve akkerbouw en voedselbossen, wordt er (weer) voornamelijk naar technologische oplossingen gekeken zoals water opslaan in de diepe ondergrond. Het enige positieve plan is het initiatief rondom het wegsijpelende water van de Brabantse wal. Maar ook dat is symptoombestrijding in plaats van het aanpakken van de oorzaak waardoor dat water wegsijpelt....Hopelijk is de nieuwe dijkgraaf wat meer een visionair als het gaat om structurele maatregelen om water en bodemsturend echt in de praktijk te brengen!
Na mijn mening een totaal verkeerd initiatief. Waarom niet het meetnet inzetten om  juist een overschrijding te voorkomen. Gewoon een kwestie van de normen lager in te stellen en snel ingrijpen als de voorwaarschuwing in gaat.
Duidelijk weer boeren! 
@Maria WitmerJe link is helaas al weer verlopen...
De vraag is of dat dan komt door alleen de waterkwaliteit of dat het komt omdat we, bijvoorbeeld, gewoon gruwelijk dicht bevolkt zijn en ik al heel wat weilanden en dergelijke omgezet heb zien worden in woningen.
Je hebt gelijk Herman, regenwater is zachter en zoeter dan sterk voorgezuiverd rivierwater, maar aangaande microverontreinigingen niet per sé schoner. Met RO kun je overigens ook de ionensamenstelling van infiltratiewater aanpassen en ook macro ionen wegnemen. Maar dat zou waanzin zijn. Infiltratiewater dat inzijgt in de centrale delen van de Veluwe neemt namelijk een diepe, zeer lange weg en duikt pas na duizenden (!) jaren weer op buiten de Veluwe. En dus NIET in beken en sprengen.
Mijn idee is overigens niet om te infiltreren in bestaande vennen - dat zou inderdaad de ecologie van die vennen veranderen – maar in aangelegde plassen (met een oppervlak minder dan 0,1 procent van de Veluwe). Die vallen droog, enkele dagen nadat infiltratie stopt. Infiltratieplassen hebben landschappelijk gezien wellicht wat waarde (als je saai naaldbos daarvoor kapt), aangaande natuur is die inderdaad beperkt.
Zeg 10 jaar geleden al waarschuwde ik dat we in 2027 in Nederland nooit de KRW doelen gaan halen. Ik betreur het ten zeerste dat ik gelijk ga krijgen. Ik voorspel nu dat we in 2030 met de mond vol tanden staan als Brussel ons vraagt wat onze plannen/maatregelen zijn om de Veluwe natuur en biodiversiteit te herstellen. Zonder fors ingrijpen in de waterbalans van het Veluwemassief gaan we verdroging echt niet bestrijden en zullen beken en sprengen niet structureel meer water voeren. Dat geef ik je op een briefje.