secundair logo knw 1

Het zomerpeil van het IJsselmeer mag fluctueren binnen een bandbreedte van maximaal twintig centimeter I foto: Ines Groen / Pixabay

Voor de uitvoering van het flexibel peilbesluit in het IJsselmeergebied is een protocol opgesteld. Hierin zijn de sturingscriteria binnen het operationeel flexibel peilbeheer opgenomen. Dat maakt in maart de voorjaarsopzet van het peil in het IJsselmeer en Markermeer mogelijk.

Het flexibel peilbesluit is sinds juni vorig jaar van kracht. Daardoor is het vaste peil verlaten en mag het zomerpeil in het IJsselmeer en Markermeer fluctueren binnen een bandbreedte van maximaal twintig centimeter. De voorwaarden zijn nu geregeld in een sturingsprotocol. Rijkswaterstaat en de betrokken regionale waterbeheerders beschikken hiermee over een praktische handleiding voor de uitvoering van het nieuwe peilbesluit.

Het flexibele zomerpeil geeft Rijkswaterstaat - de beheerder van de meren in het IJsselmeergebied - de ruimte om beter in te spelen op de veranderende klimaatomstandigheden. Er wordt een extra buffer van 400 miljoen kubieke meter zoet water gecreëerd, waardoor de zoetwatervoorziening ook bij zeer grote droogte gewaarborgd is. Daarnaast ontstaat door het langzaam uitzakken van het peil tussen maart en september een natuurlijker peilverloop. Dat heeft een gunstig effect op de natuur.

Het protocol geldt alleen voor normale omstandigheden, dus niet bij een calamiteit of crisis. Het document bevat de sturingsprincipes voor het operationeel peilbeheer in het IJsselmeer, het Markermeer en de Veluwerandmeren. Een belangrijk onderdeel is de voorjaarsopzet van het peil. Nu het protocol is vastgesteld, kan Rijkswaterstaat het peil van het IJsselmeer tussen begin en half maart opzetten naar 10 centimeter onder NAP. Bij het Markermeer wordt hiervoor de hele maand uitgetrokken.

Het kan echter zijn dat de voorjaarsopzet bijvoorbeeld wordt gestopt of helemaal niet plaatsvindt. Dan moeten er goede redenen zijn vanuit het oogpunt van waterveiligheid en voorkomen van ernstige wateroverlast. Bij het sturingscriterium voor waterveiligheid gaat het om mogelijke waterveiligheidsrisico’s op basis van meerdaagse weersverwachtingen. Het sturingscriterium voor ernstige dreigende wateroverlast bevat verschillende indicatoren voor dreigende regionale wateroverlast voor waterschappen met vrij afvoerende watersystemen. Dit betreft de waterschappen Amstel, Gooi en Vecht, Drents Overijsselse Delta en Vallei en Veluwe.

Bij de uitvoering van het protocol is ‘lerend implementeren’ het uitgangspunt. Daarom is na de jaarlijkse evaluatie bijstelling mogelijk. Er worden in de nabije toekomst pompen op de Afsluitdijk geplaatst. Deze nieuwe situatie zal dan worden verwerkt in het protocol.

 

MEER INFORMATIE
Rijkswaterstaat over het protocol
Protocol operationeel flexibel peilbesluit
Artikel over flexibel peilbesluit 

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Afbreekbaarheid moet in de toekomst als eerste beoordelingsparameter voor toelating van stoffen worden ingevoerd. Er ontstaan anders onomkeerbare problemen in de toekomst.
In aanvulling hierop: Wij hebben voor terrein- en rivierbeheerders (VNBE) nog meer maatregelen in kaart gebracht om deze problemen te mitigeren (zie ook bijlage):
 
@Hans MiddendorpHoi Hans, beetje makkelijke reactie van het waterschap ('eerst moeten de waterbedrijven wat doen, tot die tijd kunnen wij niks doen'). De Waprog plaatste in 1986, in één jaar tijd, meer dan 100.000 watermeters bij gezinnen thuis. Dat kostte toen maar 150 gulden (!) per watermeter. Als de waterpartners echt zouden willen samenwerken, kan dit zo zijn opgelost. Dus ja, bureaucratie zegeviert. Niet iets om trots op te zijn.
@Gert Timmerman Eens. We moeten met al ons water zuinig omgaan (en het niet verontreinigen) zeker met zoet grondwater en met drinkwater.