Hoe maken we onze steden beter bestand tegen de droogte? Op die vraag hoopt het project ‘Thirsty cities’ de komende vier jaar een antwoord te vinden en praktische handvatten voor overheden, bedrijven en burgers te ontwikkelen.
Het consortium achter ‘Thirsty cities’ – bestaande uit meerdere gemeenten, waterschappen, universiteiten en hogescholen – kreeg een NWO subsidie van 3,3 miljoen euro.
Ted VeldkampIn de toelichting schrijft NWO: ‘De klimaatverandering zorgt voor een toenemende droogte met grote uiteenlopende, schadelijke gevolgen in de gebouwde omgeving. Om de droogteproblematiek aan te pakken, heeft NWO het project ‘Thirsty cities’ gehonoreerd. Dit project richt zich op het ontwikkelen van kennis en handelingsperspectieven om stedelijke gebieden weerbaar te maken tegen droogte.’
Drijvende kracht achter het project is Ted Veldkamp, lector Klimaat en Water aan de Hogeschool Rotterdam. “Het project combineert fundamenteel, toegepast en praktijkgericht onderzoek. We willen uiteindelijk op een praktische manier vragen beantwoorden die leven bij ministeries en lokale overheden als gaat om droogte en de stad. Daarbij kan het zowel gaan over het ontwerp van de stad, maar ook over het beleid in tijden van droogte.”
Volgens de projectbeschrijving draagt Thirsty Cities door trans-disciplinair onderzoek bij aan een klimaatbestendige, droogteweerbare, en waterrobuuste bebouwde omgeving. Dit wil het consortium doen door de benodigde kennis, inzichten, instrumentaria, principes en ontwerpen te ontwikkelen, verzamelen en verbinden en handelingsperspectieven te formuleren.
“De stad, of breder de bebouwde omgeving, heeft overduidelijk een droogte-opgave,” zegt Veldkamp. “Het gaat erom dat we onze steden leefbaar houden, ook in de toekomst. Daarom is het zo belangrijk dat betrokkenen, de inwoners, de bedrijven en zeker ook de overheden, handelingsperspectief hebben. Concreet betekent dat: weten welke klimaatmaatregelen werken of hoe een stedelijke verdringingsreeks eruit kan zien.”
Veldkamp en haar collega’s willen daarom met de deelnemende gemeenten en waterschappen aan de slag om te verkennen of deze overheden beschikken over de juiste instrumenten. “Ik denk dat er al veel kennis is en veel instrumenten zijn. Dus dan kunnen we die kennis en instrumenten ontsluiten. Waar hiaten zijn, zullen we kennis opdoen en instrumenten ontwikkelen. Denk daarbij aan concrete, tastbare producten waar gemeenten en waterschappen daadwerkelijk mee aan de gang kunnen.”
