secundair logo knw 1

De proef is een voorbeeld van samenwerking binnen de Ketenaanpak Medicijnresten uit Water.

Jaarlijks komt een grote hoeveelheid röntgencontrastmiddelen in oppervlaktewater terecht. Dat kan waarschijnlijk voor een belangrijk deel worden voorkomen, als patiënten na een CT- of MRI-scan plaszakken meekrijgen. In zes ziekenhuizen is hiermee een landelijke proef gestart.

Volgens een recente studie van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu en Deltares belandt elk jaar minstens 190 ton medicijnresten via het riool in rivieren, meren en andere wateren. Los daarvan komt er ook nog eens dertig ton röntgencontrastvloeistoffen vrij. Het lastige is dat deze contrastmiddelen vrijwel ongehinderd de afvalwaterzuivering passeren.

Judith HoogenboomJudith Hoogenboom

Dat komt omdat ze slecht afbreekbaar en zeer mobiel zijn, vertelt Judith Hoogenboom, trekker van de proef namens het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. “De middelen kunnen dus ophopen in het watermilieu. Voor zover we nu weten, hebben ze geen invloed op het ecosysteem. De contrastmiddelen komen echter wel terecht in drinkwaterbronnen. Om schoon en veilig drinkwater te kunnen blijven produceren, vragen deze bronnen bescherming en voortdurende aandacht.”

Daarom wordt nu in zes ziekenhuizen de proef met plaszakken gehouden. Deze worden uitgedeeld aan patiënten die na een CT-scan huiswaarts keren. De watersector doet volop mee aan de pilot, die wordt uitgevoerd in het kader van de Ketenaanpak Medicijnresten uit Water. Vewin is namens de drinkwaterbedrijven erbij betrokken. Verder zijn zes waterschappen van de partij: Hoogheemraadschap van Delfland, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Waterschap Drents Overijsselse Delta, Waterschap Hollandse Delta, Waterschap Limburg en Wetterskip Fryslân.

Effectieve bronmaatregel
De contrastmiddelen worden voorafgaand aan röntgenonderzoek in het ziekenhuis ingespoten om bloedvaten en organen beter te onderscheiden. De grootste groep vormen de jodiumhoudende contrastvloeistoffen die bij CT-scans worden gebruikt, terwijl bij MRI-scans gadolinium-contrastvloeistoffen worden toegediend. Hoogenboom: “Ongeveer 50 tot 75 procent van de patiënten gaat daarna naar huis en plast het middel binnen 24 uur uit.”

In ziekenhuizen zelf zijn er mogelijkheden om het gebruik van deze middelen te verminderen door onder andere de dosering aan het gewicht van de patiënt aan te passen. Maar de grootste winst valt te behalen met het geven van waterdichte plaszakken aan patiënten die meteen vertrekken. “Binnen de ketenaanpak zijn voor sommige soorten medicijnresten maatregelen aan het einde bij de waterzuivering nodig, terwijl bij andere al effectieve bronmaatregelen mogelijk zijn om waterverontreiniging te voorkomen. In deze tweede categorie levert het afvangen van contrastmiddelen een grote bijdrage.”

 'Bij de proef kijken we naar praktische bezwaren van ziekenhuizen'

Patiënten zijn bereid om de plaszakken te gebruiken, stelt Hoogenboom. “Tijdens een eerdere kleine pilot in het Deventer Ziekenhuis stond 86 procent hier positief tegenover. De zak kan na gebruik bij het restafval. In een omvangrijk Duitse proefproject lag het percentage zelfs nog wat hoger. Daar is ook een aantoonbaar positief effect op het watersysteem gemeten.”

Bezwaren van ziekenhuizen
De al bewezen effectiviteit roept de vraag op: waarom krijgen patiënten niet gelijk in alle ziekenhuizen plaszakken mee? “Dat dachten we aanvankelijk ook”, zegt Hoogenboom. “Maar ziekenhuizen kwamen met allerlei praktische bezwaren. Zo zou het uitdelen van plaszakken medewerkers te veel tijd kosten. Een ander punt is de financiering. Het meegeven van plaszakken verbetert de kwaliteit van zorg niet en dat maakt het moeilijker hiervoor geld te krijgen. Het is belangrijk om te komen tot structurele financiering met ondersteuning vanuit de hele keten. Vanwege de bezwaren doen we eerst onderzoek naar de ervaringen in zes ziekenhuizen. Dat geeft een goed beeld, omdat zij verspreid zijn over het hele land en verschillen wat betreft omvang en aangeboden zorg.”

Hoogenboom verwacht dat de landelijke proef twee à drie maanden gaat duren, al is dit ook afhankelijk van wat er in coronatijd gebeurt. De kosten voor de proef worden gedragen door alle ketenpartners. Als de pilot een succes wordt, gaat het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport overleggen met zorgverzekeraars over structurele financiering. “Die toezegging wilden we van te voren hebben”, zegt Hoogenboom. “Het is onze ambitie dat hierna in alle ziekenhuizen plaszakken worden verspreid.”

Bij de proef werken professionals uit de zorg en de watersector met elkaar samen. Dat gaat volgens Hoogenboom goed. “Deze groepen komen normaliter niet bij elkaar, maar beide zijn intrinsiek erg gemotiveerd om de schouders eronder te zetten. Ik vind de proef een mooi voorbeeld van samenwerking binnen de ketenaanpak Medicijnresten uit Water.”


MEER INFORMATIE
Website plaszak in ziekenhuis 
Vewin over de proef 
Ketenaanpak Medicijnresten uit Water 
H2O-bericht: onderzoek RIVM en Deltares 
H2O-vakartikel: MRI-contrastmiddelen in aquatisch milieu

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Afbreekbaarheid moet in de toekomst als eerste beoordelingsparameter voor toelating van stoffen worden ingevoerd. Er ontstaan anders onomkeerbare problemen in de toekomst.
In aanvulling hierop: Wij hebben voor terrein- en rivierbeheerders (VNBE) nog meer maatregelen in kaart gebracht om deze problemen te mitigeren (zie ook bijlage):
 
@Hans MiddendorpHoi Hans, beetje makkelijke reactie van het waterschap ('eerst moeten de waterbedrijven wat doen, tot die tijd kunnen wij niks doen'). De Waprog plaatste in 1986, in één jaar tijd, meer dan 100.000 watermeters bij gezinnen thuis. Dat kostte toen maar 150 gulden (!) per watermeter. Als de waterpartners echt zouden willen samenwerken, kan dit zo zijn opgelost. Dus ja, bureaucratie zegeviert. Niet iets om trots op te zijn.
@Gert Timmerman Eens. We moeten met al ons water zuinig omgaan (en het niet verontreinigen) zeker met zoet grondwater en met drinkwater.