De Piekberging Haarlemmermeer van het Hoogheemraadschap van Rijnland is bij de uitreiking van de Arie Keppler Prijs 2024 in de prijzen gevallen. De piekberging won in de categorie Nuts plus.
De Arie Keppler Prijs is een initiatief van Stichting MOOI Noord-Holland. Die is gericht op ‘initiatieven die een waardevolle en inspirerende bijdrage leveren aan de kwaliteit van de leefomgeving’. Met de Arie Keppler Prijs worden initiatieven uitgelicht die bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit in Noord-Holland. De jury kijkt daarbij naar actuele onderwerpen, zoals de omgang met landschap en erfgoed, woongenot, sociale samenhang, circulariteit en biodiversiteit.
Dit jaar was de selectie van de nominaties en winnaars gebaseerd op 4 thema’s: Verhalenvertellers, Baanbrekers, Thuis in de stad en Nuts plus.
Er waren 98 inzendingen, waarvan er 12 werden genomineerd door een vakjury, bestaande uit voorzitter Freek Schmidt (architectuurhistoricus), Hilke Floris (landschapsarchitect), Sandra van Assen (stedenbouwkundige), Jef Mühren (planoloog), Marita Bijlsma (architect) en Michiel Veldkamp (landschapsarchitect).
De piekberging in de Haarlemmermeer, een ontwerp van Feddes/Olthof en Bulter architecten, won in de categorie 'Nuts plus'. Ze brengt één van de meest urgente opgaven van nu - waterberging voor opvang extreme regenval - voor het voetlicht, aldus de jury. Ze vindt daarbij dat ‘deze noodzakelijke interventie met een grote vanzelfsprekendheid is ingepast in de omgeving’. De jury spreekt in het juryrapport over ‘een inlandig deltawerk, waarbij vernuftige ingenieurskunst naadloos samengaat met een geraffineerd landschapsontwerp’.
De waterberging is feitelijk een polder in de polder: het flessenhalsvormige gebied van 67 hectare is omringd door een twee meter hoge dijk, schrijft de jury. In de berging kan tijdelijk 1 miljoen kubieke meter regenwater worden opgeslagen. Ze wordt gebruikt wanneer bij extreme regenval het water niet snel genoeg weggepompt kan worden naar het buitenwater, zoals de Noordzee. De verwachting is dat de berging gemiddeld eens in de 15 jaar wordt ingezet. Maar dit kan ook betekenen dat dit twee jaar achter elkaar gebeurt, aldus het hoogheemraadschap.
De jury juicht het toe als het hoogheemraadschap zijn voornemen om het waterbergingsgebied toegankelijk te maken voor wandelaars, ook werkelijk gaat uitvoeren. “Deze ingreep kan aan betekenis winnen als voorbijgangers niet alleen het gebied kunnen overzien, maar het ook kunnen betreden”, staat in het juryrapport.
Eerlijker voor de boeren en de maatschappij.
Het pleidooi voor meer overleg in het kader van grensoverschrijdend waterbeheer met Duitsland en België, maar ook met Luxemburg, Frankrijk en Zwitserland, is wel steekhoudend. Het stroomgebied van de Rijn beslaat naast Nederland immers Zwitserland, Duitsland en Frankrijk. Stroomgebied van de Maas beslaat naast Nederland ook Frankrijk, Luxemburg, België en Duitsland. Voor zover ik weet zijn er in waterschapverband slechts een aantal pilots hier momenteel concreet mee bezig o.a. via het ontwerpen en operationaliseren van grensoverschrijdend waterbeheer rondom de Overijsselse Vecht en ook voor delen van het Roer stroomgebied dat aansluit op de Maas. Ruimte voor de rivieren in Nederland gaat maar beperkte impact hebben als niet eenzelfde inhaalslag gaat plaatsvinden in de bovenstrooms genoemde landen.
Acht kennisinstituten uit Nederland, België, Duitsland en Luxemburg gaan daarom onder coördinatie van Deltares onderzoek doen naar beter beheer van grensoverschrijdende regionale stroomgebieden. De watersnood in juli 2021 heeft geleerd dat autoriteiten hier geen goed overzicht over hebben en dat kennis over de overstromings- en droogterisico’s langs de kleinere grensoverschrijdende zijrivieren van de Maas en Rijn nog heel versnipperd is.
Het artikel stelt terecht dat voor grensoverschrijdend waterbeheer nog te weinig urgentie is.