secundair logo knw 1

Marker Wadden vanuit de lucht. Foto KIMA/Mennobart van Eerden

Een slibgeul en diepe putten rond de Marker Wadden zijn een effectieve opvangplek voor overtollig slib in het Markermeer. Dat blijkt uit de eerste metingen van het Kennis- en Innovatieprogramma Marker Wadden (KIMA).

De resultaten zijn gisteren gepresenteerd tijdens het jaarlijkse KIMA-congres, dat dit keer online plaatsvond. "De opvang van slib uit het meer is een mooie stap op weg naar verbetering van de ecologische waterkwaliteit", constateert het KIMA verheugd. 

Het Markermeer ontstond toen in 1976 de Houtribdijk tussen Lelystad en Enkhuizen werd aangelegd. Door de scheiding van het IJsselmeer blijft het slib gevangen in het meer, waardoor planten en dieren het moeilijk hebben.

De aanleg van de Marker Wadden in 2016 had mede als doel de hoeveelheid opgewerveld slib en troebelheid in het Markermeer te verminderen. In het KIMA onderzoeken Rijkswaterstaat, Natuurmonumenten, Deltares en EcoShape hoe het ecosysteem van Marker Wadden zich ontwikkelt.

Sliblaag
Hoewel uit metingen over de afgelopen tien jaar geen duidelijke verandering van slibconcentraties en troebelheid in het Markermeer blijkt, zien de onderzoekers wel een duidelijk effect bij de Marker Wadden. Het slib slaat hier neer in de aangelegde slibgeul, in de zandwinputten en in de luwte van de eilanden. Ook lijkt de hoeveelheid opgewerveld slib rondom de eilanden af te nemen.

0207 tekening met geul en putEen tekening van Marker Wadden met slibgeul en putten.

Het afgelopen jaar is de sliblaag in de slibgeul 20 tot 50 centimeter dikker geworden, vertelde onderzoeker Thijs van Kessel. In de diepe putten is de sliblaag op plekken zelfs met 1 meter aangegroeid.

"Inclusief de aanslibbing in de luwte rondom de eilanden schatten we dat er in het afgelopen jaar circa 200.000 ton slib is neergeslagen. Dat is ongeveer evenveel als er gemiddeld in het hele Markermeer rondzweeft."

Vegetatie
De onderzoekers zien een toename van de vegetatie tussen de eilanden. Ze denken dat die leidt tot het versneld neerslaan van slib. Buiten de eilanden wordt het snel te diep voor plantengroei. Daar troffen ze eerder al wel op grotere diepte ‘matten’ van zwavelbacteriën aan. Het effect daarvan op de invang van slib wordt nog onderzocht.

De voorlopige resultaten van de aangroei van de sliblaag komen overeen met wat vooraf voorspeld was met het ‘slibmodel’ van de onderzoekers. Dat voorspelt ook dat de slibconcentratie rondom Marker Wadden zal afnemen. Het is volgens hen nog te vroeg om dit op basis van de huidige metingen te bevestigen.

 

MEER INFORMATIE
KIMA-onderzoeksthema ‘Bouwen met Slib en Zand’
H2O-bericht: Veldproef met bouwen met slib op Marker Wadden
H2O-bericht: Natuureffecten Marker Wadden al duidelijk zichtbaar
H2O-premium: Het bruist al van het leven op de Marker Wadden

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Afbreekbaarheid moet in de toekomst als eerste beoordelingsparameter voor toelating van stoffen worden ingevoerd. Er ontstaan anders onomkeerbare problemen in de toekomst.
In aanvulling hierop: Wij hebben voor terrein- en rivierbeheerders (VNBE) nog meer maatregelen in kaart gebracht om deze problemen te mitigeren (zie ook bijlage):
 
@Hans MiddendorpHoi Hans, beetje makkelijke reactie van het waterschap ('eerst moeten de waterbedrijven wat doen, tot die tijd kunnen wij niks doen'). De Waprog plaatste in 1986, in één jaar tijd, meer dan 100.000 watermeters bij gezinnen thuis. Dat kostte toen maar 150 gulden (!) per watermeter. Als de waterpartners echt zouden willen samenwerken, kan dit zo zijn opgelost. Dus ja, bureaucratie zegeviert. Niet iets om trots op te zijn.
@Gert Timmerman Eens. We moeten met al ons water zuinig omgaan (en het niet verontreinigen) zeker met zoet grondwater en met drinkwater.