Gemeenten en bewoners hebben een nieuw record neergezet bij het NK Tegelwippen. Zij vervingen dit jaar ruim 5,5 miljoen tegels door groen en dat was een miljoen meer dan in 2023. Venlo scoorde het best en kreeg daarvoor de gouden tegel.
Het was de vijfde editie van het Nederlands Kampioenschap. Wat in 2020 begon als een duel tussen Amsterdam en Rotterdam, is inmiddels uitgegroeid tot een groot evenement. Er deden 199 gemeenten mee, hetgeen neerkomt op bijna 60 procent van alle gemeenten.
De ludieke wedstrijd ging van start op 21 maart en duurde tot eind oktober. Volgens de vandaag bekendgemaakte eindstand zijn 5.552.043 tegels ingewisseld voor gras, bloemperken, bomen en geveltuinen. Daarmee zijn er ruim 100 voetbalvelden aan groen bijgekomen, geeft de organisatie aan. Vorig jaar ging het nog om zo’n 4,5 miljoen gewipte tegels.
In vijf jaar tijd zijn bijna 14,5 miljoen tegels verwijderd. Toch is er nog altijd veel winst te behalen. Vrijwel de helft van de 5,5 miljoen Nederlandse tuinen ligt nog vol met stenen en grind, aldus de organisatie.
Gouden tegel voor Venlo
Venlo is de grote winnaar van het NK geworden. In de Limburgse gemeente zijn 414.395 tegels verwijderd en dat levert de zege op in het algemeen klassement. Hiervoor is Venlo beloond met de gouden tegel. Ook is er een gouden schep uitgereikt voor de eerste plaats in de categorie grote gemeenten (meer dan 100.000 inwoners). Zwolle en Alkmaar volgen op gepaste afstand.
Er zijn nog twee gouden scheppen uitgedeeld. Bij de middelgrote gemeenten (van 50.000 tot en met 100.000 inwoners) gaat de zege naar Vlaardingen. Houten en Hengelo eindigen op de tweede en derde plek. De Noord-Brabantse gemeente Halderberge heeft, net als in 2023, de meeste tegels gewipt in de categorie kleine gemeenten (minder dan 50.000 inwoners). Ook Culemborg en Zeewolde scoren erg goed.
Tal van activiteiten voor vergroening
De vergroening is op diverse manieren gerealiseerd: van mini-tuintjes tot vergroende schoolpleinen en van private tuintransformaties tot grote buurtprojecten. Er zijn allerlei activiteiten georganiseerd tijdens het NK.
Zo zetten verschillende gemeenten tegeltaxi’s in om tegels af te voeren, terwijl in Rotterdam een ‘groene karavaan’ voorbijtrok. In Maashorst ging zelfs een buurt op de schop. In Utrecht was een wipcoach actief. Leerlingen van een basisschool in Drimmelen zongen een eigen openingslied voor het nieuwe schoolplein.
Bijdrage aan klimaatbestendigheid
De organisatie van het NK Tegelwippen ligt in handen van creatief bureau Frank Lee. Het initiatief wordt gesteund door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het samenwerkingsverband Ons Water. De competitie maakt deel uit van de campagne Een groener Nederland begint in je eigen tuin.
Het idee erachter is dat elke tegel die plaatsmaakt voor groen, bijdraagt aan een klimaatbestendig Nederland. Dat wordt volgens de organisatie bevestigd door een recent onderzoek van de Universiteit Leiden en de Universiteit van Amsterdam. Geveltuinen of mini-stadstuinen met veel verschillende planten vormen een oase voor insecten. Ook zorgen ze voor verkoeling tijdens hete zomers en helpen ze regenwater beter af te voeren, wat wateroverlast tegengaat. Klimplanten tegen een muur kunnen bovendien isolerend werken.
In Vlaanderen lagere score
In Vlaanderen vond het evenement voor de tweede keer plaats. Vorig jaar was sprake van een bijzonder voortvarende start met 3 miljoen verwijderde tegels. Dat aantal werd nu niet gehaald; het bleef bij 2,3 miljoen tegels. Dit zou onder meer komen doordat het slechter weer was dan in 2023.
De gemeenten Leuven, Maaseik en Turnhout wonnen de titel in hun categorie. Het Vlaams Kampioenschap Tegelwippen wordt georganiseerd door het Departement Omgeving van de Vlaamse overheid en Breekijzer vzw, met ondersteuning van het bureau Frank Lee.
Het is de bedoeling om volgend jaar de eerste derby der Lage Landen te houden. Volgens de organisatie belooft het een zinderende wedstrijd tussen Oranje en de Rode Duivels te worden.
Eerlijker voor de boeren en de maatschappij.
Het pleidooi voor meer overleg in het kader van grensoverschrijdend waterbeheer met Duitsland en België, maar ook met Luxemburg, Frankrijk en Zwitserland, is wel steekhoudend. Het stroomgebied van de Rijn beslaat naast Nederland immers Zwitserland, Duitsland en Frankrijk. Stroomgebied van de Maas beslaat naast Nederland ook Frankrijk, Luxemburg, België en Duitsland. Voor zover ik weet zijn er in waterschapverband slechts een aantal pilots hier momenteel concreet mee bezig o.a. via het ontwerpen en operationaliseren van grensoverschrijdend waterbeheer rondom de Overijsselse Vecht en ook voor delen van het Roer stroomgebied dat aansluit op de Maas. Ruimte voor de rivieren in Nederland gaat maar beperkte impact hebben als niet eenzelfde inhaalslag gaat plaatsvinden in de bovenstrooms genoemde landen.
Acht kennisinstituten uit Nederland, België, Duitsland en Luxemburg gaan daarom onder coördinatie van Deltares onderzoek doen naar beter beheer van grensoverschrijdende regionale stroomgebieden. De watersnood in juli 2021 heeft geleerd dat autoriteiten hier geen goed overzicht over hebben en dat kennis over de overstromings- en droogterisico’s langs de kleinere grensoverschrijdende zijrivieren van de Maas en Rijn nog heel versnipperd is.
Het artikel stelt terecht dat voor grensoverschrijdend waterbeheer nog te weinig urgentie is.