secundair logo knw 1

De libelle is een van de insecten die grotendeels in het water leven.

Met veel insecten gaat het niet goed, zo bleek eerder uit onderzoek. Kenniscentrum STOWA wil nu weten of dat ook voor watergebonden insecten geldt en wat daarvan dan de oorzaken zijn.

Samen met de Radboud Universiteit Nijmegen, Wageningen University & Research en Naturalis is STOWA een onderzoek begonnen naar insecten met een aquatische levensfase. Dat zijn bijvoorbeeld de libelle, de steenvlieg, de mug en de waterkever.

''Wij zien deze insecten wel vliegen, maar dat is slechts een korte periode in hun leven. Een groot deel zijn ze onder water, bijvoorbeeld als larven’’, verklaart Bas van der Wal van STOWA.

De vraag is of de achteruitgang van de soort, zoals die eind 2017 uit onderzoek van de Radboud Universiteit in Duitsland bleek, wordt veroorzaakt door de lucht, het land of het water. ''Dat laatste is niet uit te sluiten.’’

Kaderrichtlijn Water
Het onderzoek toonde aan dat in de afgelopen 27 jaar de biomassa van vliegende insecten in beschermde natuurgebieden met meer dan 75 was afgenomen. ''We wisten wel dat het niet goed ging, maar niet dat het zo dramatisch was.’’

Volgens de deskundigen is er geen reden om aan te nemen dat de situatie in Nederland anders is. Als het water (mede) oorzaak is, loopt niet alleen de biodiversiteit gevaar maar worden ook de biologische doelen van de Kaderrichtlijn Water niet gehaald.

Het nieuwe onderzoek is begonnen met een inventarisatie van de watermonsters van zeven waterschappen, verspreid over het land, uit de afgelopen decennia. Omdat in de databank van STOWA (nlbif.nl) belangrijke gegevens ontbreken, moeten die eerst aangevuld worden. ''Het gaat om meta-informatie over bijvoorbeeld het tijdstip van de dag’’, vertelt Van der Wal. ''Daarvoor moeten we dus terug naar de bronnen, daar zijn deze gegevens gelukkig nog wel aanwezig.’’

Chemische middelen
Vervolgens worden trends en mogelijke oorzaken onderzocht. ''Denk aan het gebruik van chemische middelen, de begroeiing van watergangen of het voorkomen van invasieve exoten’’, aldus Van der Wal, die benadrukt dat alle mogelijkheden nog open liggen. ''We gaan dus niet direct wijzen naar bestrijdingsmiddelen.’’

De resultaten van het onderzoek worden in de tweede helft van dit jaar verwacht.

 

MEER INFORMATIE
Nieuwsbericht Stowa

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Zeer interessant!
Veel succes met de verdere onderzoeken.
Geachte mevr. Sien Kok,
alles is onlosmakelijk atomair verbonden binnen relativiteit van tijd/ruimte en eenheid geest stof, telen zonder chemie, inschakelen industrie en prive personen telt allemaal, maar denk ook even aan satellieten met hun negatieve effect op klimaat, 24/7. U geeft oude wetmatigheden een nieuw jasje. Succes, Jan Kalverdijk
Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .