secundair logo knw 1

foto: Hardscarf / Wikimedia Commons

In opdracht van alle waterschappen met veenweiden in hun beheergebied, met als initiatiefnemer Amstel, Gooi en Vecht, onderzoekt adviesbureau NMI de afkalving van oevers in veenweidegebieden. Doel is te komen tot een praktische leidraad, die de oorzaken van oeverafkalving identificeert en oplossingen aanreikt.

In veenweidegebieden leidt de afkalving van oevers tot problemen. De afkalving kan op plekken fors zijn. Voor agrariërs leidt dit tot verlies van land en waterschappen zien zich geconfronteerd met een achteruitgang van de waterkwaliteit en de ecologische toestand.

Overeenstemming
Debby van Rotterdam 180 vk Debby van Rotterdam“Oeverafkalving kent verschillende oorzaken waardoor oplossingen veelal maatwerk zijn,” zegt Debby van Rotterdam, projectleider bij het Nutriënten Management Instituut (NMI). “Rond dit onderwerp spelen veel emoties. Duidelijk is dat oeverafkalving negatieve gevolgen heeft voor zowel agrariërs als waterschappen. Om te voorkomen dat de partijen naar elkaar kijken, wil waterschap AGV – binnen dit onderzoek overigens samen met verschillende agrarische collectieven en agrariërs – overeenstemming vinden over de oorzaken. Dat creëert een basis voor effectieve oplossingen en het realiseren van weerbare, stabiele oevers.”

Praktische leidraad
De afkalving van oevers kent veel verschillende oorzaken, bijvoorbeeld de (versnelde) afbraak van veen of door vertrapping door vee. Ook de stroming en golfslag in de waterwegen kan van invloed zijn. Daarnaast spelen natuurlijke factoren als het type veen nog een belangrijke rol.

Van Rotterdam: “Op basis van veldonderzoek, literatuurstudie en statistisch onderzoek willen wij nu komen tot een zo praktisch mogelijke leidraad. De agrariërs en beheerders kunnen daarmee ter plekke vaststellen welke factoren de grootste rol spelen. Als je weet waar de problemen vandaan komen, kun je ook de meest effectieve oplossingen bepalen.”

Inzoomen op sloot, uitzoomen op polder
Van Rotterdam hoopt over circa een half jaar haar eerste bevindingen te kunnen presenteren. De komende maanden zal NMI gebruiken om bij ongeveer 20 locaties in de beheergebieden van waterschap AGV en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden veldonderzoek te doen en interviews met agrariërs te houden. Daarnaast wil Van Rotterdam op basis van statistisch onderzoek op polderniveau bekijken welke factoren doorslaggevend zijn bij oeververzakking.

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Wat een apart artikeltje Emile...  nitraat is niet organisch en liever stop ik wat zuurstof in infiltratiewater wanneer ik organische stoffen wil reduceren dan nitraat, dat immers het giftige nitriet kan vormen... de relatie met verbreding van irrigatiemogelijkheden met de aardappelteelt mort je nog maar eens uitleggen.. is toch iets heel anders? Joost
Hoi Marjolijn, bedankt voor je artikel. Het is duidelijk dat waterbeheer complex en uitdagend is, vooral nu klimaatverandering en hoger verbruik hun tol eisen. Gebieden zoals Zuid-Frankrijk en Catalonië staan niet op zichzelf met strenge restricties voor watergebruik.
Een interessant gegeven is dat 80% van ons drinkwater thuis wordt verbruikt. Daar ligt een enorme uitdaging, maar ook een kans om echt verschil te maken. Door slimmer om te gaan met de distributie van water, kunnen we helpen om het verbruik te verminderen zonder dat we daar veel van merken. Dit zou niet alleen helpen om onze waterbronnen te sparen, maar ook de druk op het systeem tijdens droge perioden verlagen.
Dit gaat verder dan alleen maar korter douchen; het gaat om een bewuste verandering in ons dagelijks leven om ervoor te zorgen dat er genoeg water is voor iedereen. Iemand iets gunnen. Beginnen met het nadenken over de oplossingen menukaart ook met water zoals we dat met energie doen - waar kunnen we besparen, hoe kunnen we efficiënter zijn, en hoe kunnen we ons aanpassen aan nieuwe omstandigheden?
Er is geen eenduidige oplossing voor het probleem, en additionele productie levert ons op langere termijn niets op. Misschien is het tijd om deze uitdaging aan te gaan en te kijken naar hoe we thuis ons watergebruik kunnen optimaliseren. 
Op dit moment (24 april 2024) na maandenlange neerslag is alles weer goedgekomen met hoog grondwater. De natuur hersteld zichzelf! Laat je niet beetnemen.
Afbreekbaarheid moet in de toekomst als eerste beoordelingsparameter voor toelating van stoffen worden ingevoerd. Er ontstaan anders onomkeerbare problemen in de toekomst.
In aanvulling hierop: Wij hebben voor terrein- en rivierbeheerders (VNBE) nog meer maatregelen in kaart gebracht om deze problemen te mitigeren (zie ook bijlage):