secundair logo knw 1

Een consortium van kennisinstellingen en bedrijven gaat de effecten van micro- en nanoplastic deeltjes (MNPs) op de gezondheid van de mens onderzoeken. De ambitie is om methoden te ontwikkelen om de aanwezigheid van de plasticdeeltjes in het menselijk lichaam te meten, om te onderzoeken waar de deeltjes in het lichaam worden opgenomen en wat de effecten van de deeltjes zijn op het afweersysteem. 

Het project met de naam Momentum duurt 3 jaar. Er is 5,4 miljoen euro beschikbaar, bijeengebracht door participerende partijen zoals ZonMw, TNO en Health~Holland. Ook het kennisinstituut Deltares doet mee. Het project is het vervolg op de kennisagenda Microplastics en Gezondheid, die deze week is aangeboden aan staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Stientje van Veldhoven. 

De belangrijkste aanbeveling uit de agenda is dat er meer onderzoek nodig is naar de effecten van micro- en nanoplastics op de gezondheid van de mens. De kennisagenda ‘Wat doen microplastics in ons lichaam?’ is het resultaat van een verkenning die de organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie ZonMw heeft uitgevoerd in opdracht van het ministerie IenW. De verkenning laat zien, aldus ZonMw, dat de meest basale kennis over de effecten van de kleine plastic deeltjes op de gezondheid van de mens ontbreekt.


(advertentie)

Onbekend
Plastic afval vervuilt de oceanen, rivieren en bodem. Dit plastic kan afbreken tot kleine deeltjes, de zogeheten micro- en nanoplastics die inmiddels in meer of mindere mate in voedsel, drinkwater en ook in de lucht voorkomen. “Terwijl de hoeveelheid microplastics in onze leefomgeving toeneemt, weten we maar heel weinig over de gevaren voor de gezondheid en hoe we die beter kunnen beschermen. Hoe groot precies die blootstelling is en wat microplastics in ons lichaam doen, is nog grotendeels onbekend”, aldus ZonMw.

Er is nog geen bewijs voor ernstige schadelijke effecten van microplastics, aldus de verkenning. “Toch is dat geen geruststellende mededeling; er is namelijk nog zeer weinig bekend over de gezondheidseffecten van de diverse microplastic deeltjes. Het is zelfs nog (vrijwel) niet mogelijk om microplastics in het menselijk lichaam te meten”, aldus ZonMw, dat in 2019 15 projecten is opgestart in het onderzoeksprogramma Microplastics & Health.

Meeliften
“Uit de eerste ZonM-projecten blijkt dat bepaalde bacteriën en virussen goed gedijen op plastic en dus met MNPs kunnen meeliften het lichaam in. We willen nu verder onderzoeken wat het effect hiervan op onze gezondheid is”, zegt toxicoloog Dick Vethaak, tevens projectleider van Momentum.

“Als we weten wat er werkelijk in het lichaam wordt opgenomen en wat de effecten daarvan zijn, kunnen we samen met de industrie zoeken naar oplossingen om blootstelling te voorkomen”, stelt Juliette Legler van de Universiteit Utrecht en hoogleraar Toxicologie en eveneens projectleider van Momentum.

Deltares
Deltares is een van de kennisinstellingen die participeert in het onderzoek. In samenwerking met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC) gaat het instituut de microbiële risico’s van microplastics voor de menselijke gezondheid onderzoeken. Daarbij wordt uitgezocht welke risicovolle micro-organismen vanuit het milieu met microplastics meeliften en waar mensen mee in contact komen. Voorts onderzoekt het kennisinstituut of en welke micro-organismen microplastics afbreken. 

 

MEER INFORMATIE
Kennisagenda ‘Wat doen microplastics in ons lichaam?’ (pdf)

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte mevr. Sien Kok,
alles is onlosmakelijk atomair verbonden binnen relativiteit van tijd/ruimte en eenheid geest stof, telen zonder chemie, inschakelen industrie en prive personen telt allemaal, maar denk ook even aan satellieten met hun negatieve effect op klimaat, 24/7. U geeft oude wetmatigheden een nieuw jasje. Succes, Jan Kalverdijk
Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.