De meeste gewassen zijn de afgelopen decennia minder water gaan verbruiken, maar toch is de totale ‘watervoetafdruk’ van de gewasproductie toegenomen. Dat blijkt uit een analyse van de Universiteit Twente. De onderzoekers becijferden dat nu bijna 7 biljoen kubieke meter nodig is, ongeveer 2400 liter per persoon per dag.
De grootste slurpers zijn oliepalmvruchten, sojabonen en maïs. Deze drie gewassen verklaren de helft van de toename van de totale watervoetafdruk van de gewasproductie tussen 1990 en 2019.
De Twentse onderzoekers analyseerden de historische veranderingen in de hoeveelheid water die wereldwijd wordt verbruikt om de 175 belangrijkste gewassen te verbouwen. In Environmental Research Letters schrijven zij over hun bevindingen.
Bijna 80 procent van de geanalyseerde gewassen had in 2019 minder water per ton nodig dan in 1990, zo blijkt uit de gebruikte simulaties. Die productiviteitswinst was echter onvoldoende om te voorkomen dat de wereldwijde totale watervoetafdruk van de gewasproductie in deze periode met bijna 30 procent toenam.
Blauw en groen waterOleksandr Mialyk"Daarmee komen we voor 2019 uit op 6,8 biljoen kubieke meter voornamelijk groen water, dat is ongeveer 2400 liter per persoon per dag", aldus onderzoeker Oleksandr Mialyk. "We produceren nu dus meer gewassen per waterdruppel, maar hebben in totaal meer waterdruppels nodig."
In de studie wordt onderscheid gemaakt tussen groen water, dat afkomstig is van neerslag, en blauw water, dat afkomstig is van irrigatie en ondiep grondwater. Deze twee soorten spelen verschillende rollen in ecosystemen en in de samenleving.
De grootste stijging (90 procent) van het waterverbruik vond plaats in de periode 2000-2019. De onderzoekers zien drie belangrijke sociaaleconomische drijfveren. Allereerst is dat de versnelde globalisering en economische groei, waardoor de consumptie wereldwijd is toegenomen.
Als tweede een verschuiving in ons dieet naar meer waterintensieve producten, zoals dierlijke producten, gezoete dranken en suikerhoudend en vet voedsel. En als derde de groene agenda's van overheden die de productie van biobrandstoffen op basis van gewassen stimuleren.
Wereldwijde hotspots van waterverbruik voor gewassen l Beeld University of Twente
Oplossingen
India, China en de Verenigde Staten komen in het onderzoek naar voren als de grootste waterverbruikers. De grootste toename deed zich echter voor in de tropen en die gaat daar vaak gepaard met andere milieueffecten zoals ontbossing en verlies aan biodiversiteit.
Volgens de onderzoekers zal de druk op het waterverbruik voor de gewasproductie in de komende decennia nog verder toenemen. Toch zijn er volgens hen wel kansen om de beperkte groene en blauwe watervoorraden te sparen, bijvoorbeeld door de productiviteit van gewaswater te verhogen en door de productie te verschuiven naar regio's met minder waterschaarste.
"Ons onderzoek toont aan dat we veel problemen hebben", besluit Mialyk. "Nu is het tijd om te werken aan oplossingen voor een meer waterduurzame toekomst van de gewasproductie."
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.