Nadat er gezuiverd afvalwater in is geloosd, stoot een rivier aanzienlijk meer van het zeer schadelijke broeikasgas methaan uit. Volgens onderzoek van de Radboud Universiteit gaat het twee kilometer na een zuiveringsinstallatie om een vijf keer zo grote hoeveelheid.
Dit hebben microbioloog Ida Peterse en ecoloog Lisanne Hendriks vastgesteld op basis van metingen die ze hebben uitgevoerd in de buurt van zes waterzuiveringsinstallaties in de Linge en de Kromme Rijn. De twee onderzoekers namen met behulp van een drijvende meetkamer elke 500 meter onder de loep: van een plek op 500 meter voor de installatie tot een plek 2 kilometer erna. Ook onderzochten ze de voedingsstoffen in het water en de bodem van de twee rivieren.
Peterse en Hendriks maten twee kilometer na het lozingspunt van een zuiveringsinstallatie een piek van methaanuitstoot. “Wel vijf keer zo hoog als op het lozingspunt zelf”, zeggen ze in een bericht op de site van de Nijmeegse Radboud Universiteit. Methaan is een veel sterker broeikasgas dan CO2.
Ideale situatie voor methaanproducerende micro-organismen
Het onderzoek toont volgens hen aan dat het gezuiverde water, hoewel het volgens de Nederlandse norm schoon is, bepaalde effecten heeft op de rivier. Hendriks wijst erop dat ook gezuiverd afvalwater nog altijd stikstof, fosfaat en koolstof bevat.
“Door al die voedingsstoffen in het water groeien bijvoorbeeld meer algen. Die gaan op een gegeven moment dood en zakken naar de bodem, wat dan weer een ideale situatie is voor methaanproducerende micro-organismen.” Dit proces duurt even waardoor de methaanuitstoot net na een lozingspunt nog niet veel hoger is, maar een stuk verderop wel.
De conclusie van Peterse: “We weten nu dat gezuiverd water, hoewel het ‘schoon’ is, alsnog bijdraagt aan een hogere methaanuitstoot. Aangezien watersystemen zoals rivieren voor 50 procent verantwoordelijk zijn voor de methaanuitstoot, is dit iets wat we wellicht aan zouden kunnen pakken.”
Geen kwestie van paar extra filters
Dat is echter niet gemakkelijk, erkennen de onderzoekers in een interview met dagblad De Gelderlander. “Er wordt veel onderzoek gedaan naar nog beter zuiveren, maar dat is geen kwestie van een paar extra filters gebruiken.”
Peterse en Hendriks willen dan ook niet met een vingertje naar de waterschappen wijzen. Volgens hen zorgen de waterschappen voor een goede zuivering van afvalwater. “Het doel van ons onderzoek was om beter in beeld te hebben wat de effecten daarvan zijn.”
Over het onderzoek is een publicatie in Science of The Total Environment verschenen.
Eerlijker voor de boeren en de maatschappij.
Het pleidooi voor meer overleg in het kader van grensoverschrijdend waterbeheer met Duitsland en België, maar ook met Luxemburg, Frankrijk en Zwitserland, is wel steekhoudend. Het stroomgebied van de Rijn beslaat naast Nederland immers Zwitserland, Duitsland en Frankrijk. Stroomgebied van de Maas beslaat naast Nederland ook Frankrijk, Luxemburg, België en Duitsland. Voor zover ik weet zijn er in waterschapverband slechts een aantal pilots hier momenteel concreet mee bezig o.a. via het ontwerpen en operationaliseren van grensoverschrijdend waterbeheer rondom de Overijsselse Vecht en ook voor delen van het Roer stroomgebied dat aansluit op de Maas. Ruimte voor de rivieren in Nederland gaat maar beperkte impact hebben als niet eenzelfde inhaalslag gaat plaatsvinden in de bovenstrooms genoemde landen.
Acht kennisinstituten uit Nederland, België, Duitsland en Luxemburg gaan daarom onder coördinatie van Deltares onderzoek doen naar beter beheer van grensoverschrijdende regionale stroomgebieden. De watersnood in juli 2021 heeft geleerd dat autoriteiten hier geen goed overzicht over hebben en dat kennis over de overstromings- en droogterisico’s langs de kleinere grensoverschrijdende zijrivieren van de Maas en Rijn nog heel versnipperd is.
Het artikel stelt terecht dat voor grensoverschrijdend waterbeheer nog te weinig urgentie is.