Lokale overheden hanteren regelmatig strengere normen voor de kwaliteit van oppervlaktewater in land- en tuinbouwgebieden dan voor de waterkwaliteit in natuurgebieden. Dit blijkt uit onderzoek naar de toepassing van de nutriëntennormen (stikstof en fosfaat) dat journaliste Geesje Rotgers verrichtte in opdracht van de Stichting Mesdag Zuivelfonds.
Rotgers legde de gegevens van de waterschappen naast de meetlatten van Stowa, de uitwerking van de landelijk vastgestelde richtnormen. "Circa de helft van de waterschappen hanteert gewoon de geldende normen. Van de helft die afwijkt, is er nog een deel dat voor het hele gebied een afwijkende norm heeft vastgesteld."
Maar een deel van de waterschappen, vooral in het westen van Nederland, stemt de normen af op de functie van het gebied: voor wateren in natuurgebieden gelden daar lagere normen dan voor wateren in landbouwgebieden. En dat vond Rotgers opvallend. Daarom ging ze ook ter plekke op onderzoek uit."Je komt dan bijvoorbeeld bij een vaart die van landbouwgebied naadloos in natuurgebied overgaat. Maar daar gelden twee verschillende normen voor."
In totaal gaat volgens Rotgers om dertien Natura 2000-gebieden en tientallen andere natuurgebieden waar de normen zijn versoepeld. De journaliste vroeg de waterschappen en provincies, die de normen formeel vaststellen, hun beleid uit te leggen. "Voor veel gebieden kwam geen gedocumenteerde onderbouwing. Vermoedelijk draait het om geld. Als natuurgebieden aan zwaardere waterkwaliteitseisen moeten voldoen, kost dat meer geld. En dat is er niet."
Rotgers publiceert de volledige uitkomsten van haar onderzoek in het tijdschrift V-Focus, dat op 19 mei verschijnt. De Unie van Waterschappen liet desgevraagd weten voor het Algemeen Overleg 'Zesde Actieprogramma Nitraatrichtlijn', dat de Tweede Kamer op 18 mei houdt, een bredere visie op de kwaliteitsverbetering van het oppervlaktewater en de bijbehorende normstellingen te presenteren.
Dus bij hoogheemraadschap Delfland kies je een partij. Vervolgens hebben een paar partijen meer zetels dan andere. Daarna wordt er een Bestuursakkoord getekend door alle partijen, waar ook de minder grote (verliezende) partijen zeggenschap in hebben? Er staat ook: "De gezamenlijk gekozen hoogheemraden vertegenwoordigen in het dagelijks bestuur alle fracties". Wat betekent het dan om een fractie te vertegenwoordigen in de praktijk?
In het geval van hoogheemraadschap Delfland is stemmen op een partij dus niet super zinvol, omdat daarna toch met alle andere partijen wordt samengewerkt om tot een Bestuursakkoord te komen. Grote partijen hebben dan niet meer te bepalen dan kleine partijen?
En ook met verzilting is landbouw mogelijk, maar die zal anders zijn en mogelijk minder opbrengen.
Voor de natuur geldt dat bij verzilting sprake zal zijn van een andere natuur. Is het beleid nu dat de huidige natuur koste wat kost in stand moet worden gehouden? Dat is geen duurzaam toekomstbeeld.
Het enige legitieme argument is de zoetwater-voorziening te beschermen. Had het geld dat nu in de aanpassingen van de zeesluis wordt gestoken, niet veel effectiever voor de drinkwatervoorziening kunnen worden ingezet?