Twee deuren van de Robbengatsluis in Lauwersoog zijn vervangen door nieuwe exemplaren van extreem dun, licht en sterk beton. Daarmee is Groningen naar eigen zeggen de eerste provincie ter wereld met dit duurzame alternatief voor traditionele sluisdeuren van hout of staal. Zelfs het zoute zeewater moet er de komende honderd jaar geen vat op krijgen.
De Robbengatsluis in Lauwersoog is een zeesluis met tien sluisdeuren. De vier stormvloeddeuren zijn in 2020 al vervangen door stalen deuren, evenals de vier binnendeuren vier jaar daarvoor. Gistermorgen zijn de laatste twee houten deuren uit de uit 1969 daterende sluis, die de Lauwerszee afsloot van de Waddenzee, getakeld.
Vervolgens werden de betonnen sluisdeuren erin gehesen. Pas als die perfect op hun plaats hangen, naar verwachting komend weekeinde, zal de sluis weer opengaan voor de scheepvaart.
Ultrahogesterktebeton
De nieuwe sluisdeuren hebben een kern van piepschuim (polystyreen) met daaromheen een dunne laag ultrahogesterktebeton (UHSB). Hierdoor zijn ze relatief licht: bijna 20 ton voor een deur van 7,3 meter bij 5,3 meter.
Het beton is gemaakt van een mengsel van staalvezels en speciale vulstoffen, dat het mogelijk maakt om heel dun te bouwen. Met een sterkteklasse van C200 is het vijf tot zeven keer sterker dan traditioneel beton.
Dat is uitgetest door een kogel van 25 kilo van 22 meter hoogte op de deur te laten vallen, zegt directeur Dil Tirimanna van ingenieurs- en constructiebureau FDN Group tegen Dagblad van het Noorden. "Die boog een beetje door, maar het beton bleef heel."
Weersinvloeden
De provincies Groningen en Fryslân hebben, samen met FDN Group, zes jaar gewerkt aan de ontwikkeling en productie van een innovatief en duurzaam alternatief voor de oude sluisdeuren. De kosten, die twee keer zo hoog uitvielen als vooraf ingeschat (ongeveer een ton per deur), delen ze.
Volgens de partijen zijn de UHSB-deuren, die zijn geproduceerd door het bedrijf Waco uit Bergen op Zoom, minimaal honderd jaar vrij van onderhoud. Een houten deur moet na ongeveer vijftig jaar vervangen worden, een stalen deur heeft elke tien tot vijftien jaar een nieuwe coating nodig tegen roesten.
"Een betonnen deur rot en roest niet", aldus de provincie in een nieuwsbericht. "Het is zeer dicht materiaal dat schadelijke stoffen tegenhoudt. Daardoor kan het goed tegen verschillende weersinvloeden, bijvoorbeeld tegen zout water uit de Waddenzee."
De vraag is of dat dan komt door alleen de waterkwaliteit of dat het komt omdat we, bijvoorbeeld, gewoon gruwelijk dicht bevolkt zijn en ik al heel wat weilanden en dergelijke omgezet heb zien worden in woningen.
Mijn idee is overigens niet om te infiltreren in bestaande vennen - dat zou inderdaad de ecologie van die vennen veranderen – maar in aangelegde plassen (met een oppervlak minder dan 0,1 procent van de Veluwe). Die vallen droog, enkele dagen nadat infiltratie stopt. Infiltratieplassen hebben landschappelijk gezien wellicht wat waarde (als je saai naaldbos daarvoor kapt), aangaande natuur is die inderdaad beperkt.
Zeg 10 jaar geleden al waarschuwde ik dat we in 2027 in Nederland nooit de KRW doelen gaan halen. Ik betreur het ten zeerste dat ik gelijk ga krijgen. Ik voorspel nu dat we in 2030 met de mond vol tanden staan als Brussel ons vraagt wat onze plannen/maatregelen zijn om de Veluwe natuur en biodiversiteit te herstellen. Zonder fors ingrijpen in de waterbalans van het Veluwemassief gaan we verdroging echt niet bestrijden en zullen beken en sprengen niet structureel meer water voeren. Dat geef ik je op een briefje.