secundair logo knw 1

Een boer rijdt mest uit I foto: Elsemargriet via Pixabay

Een nieuwe fosfaatindicator voor boeren waarin twee berekeningen worden gecombineerd, moet ervoor zorgen dat uitspoeling van fosfaat wordt voorkomen. Dit komt de waterkwaliteit ten goede.

De gecombineerde fosfaatindicator is als maatregel opgenomen in het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn (2018-2021) en treedt op 1 januari officieel in werking. In tegenstelling tot de huidige rekenmethode gaat deze indicator uit van twee getallen: de voorraad fosfaat in de bodem en de hoeveelheid fosfaat aan de oppervlakte waar gewassen direct gebruik van kunnen maken. Vooral op melkveebedrijven wordt het instrument nu al vaak toegepast.


(advertentie)

Volgens minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit die hierover een brief aan de Tweede Kamer stuurde, kunnen boeren met de gecombineerde fosfaatindicator beter bepalen hoeveel meststoffen de bodem nodig heeft en de bemesting daarop afstemmen. Dit voorkomt uitspoeling van nitraat naar oppervlakte- en grondwater. De nieuwe indicator levert zo een bijdrage aan een bemesting die zowel tegemoet komt aan het doel van verbetering van waterkwaliteit als voorziet in de gewasbehoeftes.

De meeste agrariërs kunnen op basis van de indicator evenveel tot zelfs iets meer bemesten op hun percelen dan ze nu doen. Sommige ondernemers zullen daarentegen minder mest kunnen gebruiken. Dat geldt voornamelijk in Zeeland waar al van nature veel fosfaat in de bodem zit. In de praktijk hoeft het echter niet nadelig uit te pakken, stelt de Commissie Deskundigen Meststoffenwet in een advies. Het is door de fosfaatrijke bodem mogelijk om met minder mest hetzelfde resultaat te behalen.

De gecombineerde fosfaatindicator wordt geleidelijk ingevoerd. Boeren kunnen nog vier jaar lang gebruikmaken van de huidige rekenmethode. De effecten van de invoering van de nieuwe indicator worden de komende maanden in de gaten gehouden en meegenomen bij het opstellen van het Zevende actieprogramma nitraatrichtlijn voor de periode van 2022 tot en met 2025.

MEER INFORMATIE
Bericht ministerie van LNV
Kamerbrief minister Schouten

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte mevr. Sien Kok,
alles is onlosmakelijk atomair verbonden binnen relativiteit van tijd/ruimte en eenheid geest stof, telen zonder chemie, inschakelen industrie en prive personen telt allemaal, maar denk ook even aan satellieten met hun negatieve effect op klimaat, 24/7. U geeft oude wetmatigheden een nieuw jasje. Succes, Jan Kalverdijk
Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.