Een nieuwe fosfaatindicator voor boeren waarin twee berekeningen worden gecombineerd, moet ervoor zorgen dat uitspoeling van fosfaat wordt voorkomen. Dit komt de waterkwaliteit ten goede.
De gecombineerde fosfaatindicator is als maatregel opgenomen in het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn (2018-2021) en treedt op 1 januari officieel in werking. In tegenstelling tot de huidige rekenmethode gaat deze indicator uit van twee getallen: de voorraad fosfaat in de bodem en de hoeveelheid fosfaat aan de oppervlakte waar gewassen direct gebruik van kunnen maken. Vooral op melkveebedrijven wordt het instrument nu al vaak toegepast.
Volgens minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit die hierover een brief aan de Tweede Kamer stuurde, kunnen boeren met de gecombineerde fosfaatindicator beter bepalen hoeveel meststoffen de bodem nodig heeft en de bemesting daarop afstemmen. Dit voorkomt uitspoeling van nitraat naar oppervlakte- en grondwater. De nieuwe indicator levert zo een bijdrage aan een bemesting die zowel tegemoet komt aan het doel van verbetering van waterkwaliteit als voorziet in de gewasbehoeftes.
De meeste agrariërs kunnen op basis van de indicator evenveel tot zelfs iets meer bemesten op hun percelen dan ze nu doen. Sommige ondernemers zullen daarentegen minder mest kunnen gebruiken. Dat geldt voornamelijk in Zeeland waar al van nature veel fosfaat in de bodem zit. In de praktijk hoeft het echter niet nadelig uit te pakken, stelt de Commissie Deskundigen Meststoffenwet in een advies. Het is door de fosfaatrijke bodem mogelijk om met minder mest hetzelfde resultaat te behalen.
De gecombineerde fosfaatindicator wordt geleidelijk ingevoerd. Boeren kunnen nog vier jaar lang gebruikmaken van de huidige rekenmethode. De effecten van de invoering van de nieuwe indicator worden de komende maanden in de gaten gehouden en meegenomen bij het opstellen van het Zevende actieprogramma nitraatrichtlijn voor de periode van 2022 tot en met 2025.
MEER INFORMATIE
Bericht ministerie van LNV
Kamerbrief minister Schouten
Een interessant gegeven is dat 80% van ons drinkwater thuis wordt verbruikt. Daar ligt een enorme uitdaging, maar ook een kans om echt verschil te maken. Door slimmer om te gaan met de distributie van water, kunnen we helpen om het verbruik te verminderen zonder dat we daar veel van merken. Dit zou niet alleen helpen om onze waterbronnen te sparen, maar ook de druk op het systeem tijdens droge perioden verlagen.
Dit gaat verder dan alleen maar korter douchen; het gaat om een bewuste verandering in ons dagelijks leven om ervoor te zorgen dat er genoeg water is voor iedereen. Iemand iets gunnen. Beginnen met het nadenken over de oplossingen menukaart ook met water zoals we dat met energie doen - waar kunnen we besparen, hoe kunnen we efficiënter zijn, en hoe kunnen we ons aanpassen aan nieuwe omstandigheden?
Er is geen eenduidige oplossing voor het probleem, en additionele productie levert ons op langere termijn niets op. Misschien is het tijd om deze uitdaging aan te gaan en te kijken naar hoe we thuis ons watergebruik kunnen optimaliseren.