secundair logo knw 1

20 projecten uit de Top 21 | Beeld Floris Boogaard

Natuurvriendelijke wadi’s, regenwatertuinen en infiltrerende verhardingen zijn in trek bij gemeenten en waterschappen die zich bezighouden met klimaatbestendig maken van steden, wijken en dorpen. Dat blijkt uit de Top 21 die is samengesteld op basis van de clicks van bezoekers van de website Climatescan.nl. Verdwenen uit de top 10: waterpleinen en holle rotondes.

Floris Boogaard staand 180 vk Floris BoogaardDe Top 21 is een weergave van de meest bekeken klimaatadaptieve projecten op climatescan en geeft een indruk van toepassingen die de aandacht trekken, legt coördinator Floris Boogaard uit. “Het is geen representatieve steekproef. Het gaat ook niet om de beste projecten. Je krijgt wel een indruk waar mensen veel mee bezig zijn. En dat is elk jaar anders.”

Climatescan is een citizen science project dat er op gericht is om kennis te delen over klimaatadaptatie. De website is gebaseerd op een interactieve kaartapplicatie die is bedoeld om internationale kennis uit te wisselen over 'blauw-groene' projecten over de hele wereld. De Hanzehogeschool, waar Boogaard aan verbonden is als lector Ruimtelijke Transformaties, coördineert het project dat in 2013 begon. 

Het is inmiddels de grootste groenblauwe database ter wereld, aldus Boogaard. “Daarom is het uniek. Maar we willen het opschalen, absoluut. We zijn nu bezig om in Indonesië een website te bouwen, Climatescan.id. Dat wordt heel interessant.”

Goed bezig
Wat Climatescan onderscheidt van andere adaptatiewebsites is dat gebruikers zelf projecten op de kaart kunnen zetten. Er zijn inmiddels meer dan 1000 actieve deelnemers over de hele wereld die projecten plaatsen. Dat zijn er al meer dan 8.000, waarbij de nadruk ligt op projecten in Nederland. Die focus is met name toe te schrijven aan de Nederlandse oorsprong van het initiatief, legt Boogaard uit. “Nederland is goed bezig, hoor. Maar er zijn steden in het buitenland waar wij nog een hoop van kunnen leren.”

Dat gebeurt overigens wel. Dat blijkt uit de toenemende belangstelling voor de zogeheten raingardens, de regenwatertuinen, die afgaande op de Top 21 in Nederland steeds meer in zwang raken. Boogaard: “Australië ligt er helemaal vol mee. Nieuw-Zeeland ook, Portland… dus daar leren we wel van. Maar we doen het nog veel te weinig. Er gebeurt veel in het buitenland. Ik ga vaak naar Kopenhagen, waar in 2011 de grote wateroverlast is geweest na een neerslag van 150 millimeter in 2 uur, een bui die we hier in Nederland nog niet hebben gehad. Er was veel schade. Ze hebben daar gezegd: we gaan hetzelfde bedrag aan schade in groenblauwe klimaatadaptatie stoppen. Daarmee is de stad helemaal volgebouwd. En daar zit heel veel creativiteit in, waar ik vaak naar kijk.”

De Top 21 is ook bedoeld om klimaatadaptatie op de kaart te zetten en te stimuleren, stelt Boogaard. Het clickgedrag geeft daarnaast ook de mogelijkheid tot analyses, zoals: “Multifunctioneel ruimtegebruik is in druk stedelijk gebied een uitdaging, de meeste projecten in de Top 21 geven een antwoord op niet alleen wateroverlast maar ook op droogte en hitte alsmede biodiversiteit, water- en luchtkwaliteit.”

Raingarden Irenestraat Amsterdam 900 Een regenwatertuin in de Irenestraat in Amsterdam

Raingardens
Elk jaar heeft zijn momentum, stelt Boogaard. “Een paar jaar geleden stonden de waterpleinen erg hoog in de lijst. Nu is dat minder. De raingardens komen echt naar voren. Wat je nu ook ziet is dat waterbergende wegen meer in de belangstelling staan. In Zwolle ligt er een, in Zoeterwoude.” 

Wat uit de analyse ook blijkt is de toenemende aandacht voor biodiversiteit. De opkomst van de natuurlijke wadi is daar een aanwijzing voor, aldus Boogaard. “In het verleden hadden we de normale wadi’s, de gazonwadi’s, waarmee minder aandacht is voor biodiversiteit. Nu zijn er de natuurlijke wadi’s. Het is opzienbarend dat er zoveel in de top 21 staan. Dat heeft alles te maken met biodiversiteit die de laatste jaren veel meer aandacht krijgt.”

Natuurvriendelijke wadi
In Amsterdam is er een geplaatst in de Harkstraat. Torben Tijms van Waternet zegt daarover in een door Boogaard geregistreerd citaat: “De succesfactor van deze wadi is de samenwerking tussen ontwerper, werkvoorbereider, groenadviseur en hydroloog. Gezamenlijk hebben zij specifiek voor deze locatie gezocht naar de juiste opbouw van de wadi. Het resultaat mag er zijn. Een Rainproof inrichting doordat de kolkloze buurtstraten afwateren richting de natuurvriendelijke wadi. Wanneer al het andere groen in de buurt door de langdurige droogte is bezweken, is het de wadi Harkstraat die nog steeds volop in bloei staat.”

In Groningen hebben ze ook goede ervaringen met de natuurlijkvriendelijke wadi. Klaas Homans van de gemeente Groningen: “Door slimmer om te gaan met regenwater ontlasten we niet alleen het hele stelsel van de stad Groningen. We maken ook meteen winst op het gebied van groen en ecologie. Daarnaast realiseren we dat regenwater wordt toegepast in bedrijfsprocessen.”

In Tilburg zijn ze begonnen met de aanleg van ‘raingardens’ ofwel regentuinen die bedoeld zijn om afstromend regenwater tijdelijk op te vangen. “De ‘raingarden’, een klein gebaar, maar een relatief grote impact op de infiltratie van de jaarlijkse afstromende neerslag. En draagt bij aan een (plaatselijk) verlaging van de temperatuur. De ideale oplossing voor locaties waar de ruimte voor groen en water beperkt is”, stelt Sander Kossen van de gemeente Tilburg.

 

MEER INFORMATIE
Climatescan.nl

H2O doorkruiste met Floris Boogaard de stad Groningen en luisterde naar zijn uitleg over de adaptatiemaatregelen in de stad. In de eerste printuitgave van 2022 staat het verslag.

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte mevr. Sien Kok,
alles is onlosmakelijk atomair verbonden binnen relativiteit van tijd/ruimte en eenheid geest stof, telen zonder chemie, inschakelen industrie en prive personen telt allemaal, maar denk ook even aan satellieten met hun negatieve effect op klimaat, 24/7. U geeft oude wetmatigheden een nieuw jasje. Succes, Jan Kalverdijk
Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.