secundair logo knw 1

De Geul in Zuid-Limburg | Foto Wikimedia Commons

Na de overstromingen van vorig jaar in Zuid-Limburg hebben vijf natuurorganisaties de handen ineen geslagen om wateroverlast in de toekomst te voorkomen. Via het Fonds Natuurkracht stellen ze geld beschikbaar voor initiatieven die de wateropvangcapaciteit in het gebied vergroten.

Het Wereld Natuur Fonds, ARK Natuurontwikkeling, Natuurmonumenten, het Limburgs Landschap en de Natuur & Milieufederatie Limburg stellen, gesponsord door de Nationale Postcode Loterij de komende twee jaar in totaal een miljoen euro ter beschikking. Per project kan tussen 10.000 en de 100.000 euro worden aangevraagd. De initiatiefnemers willen de projecten ook monitoren en onderzoeken om zo best practices te identificeren.

Marjon HeutmekersMarjon Heutmekers“We willen met goede voorbeelden laten zien hoe de natuur letterlijk de sponswerking van het gebied versterkt. Hoe we met natuurlijke maatregelen de druppels vertragen. Zodat uiteindelijk bij extreme weersomstandigheden de gevolgen minder erg zullen zijn”, zegt Marjon Heutmekers. Namens het Wereld Natuur Fonds is zij onafhankelijk projectleider van Natuurkracht.

Bij de initiatieven die de natuurorganisaties willen ondersteunen, is het volgens Heutmekers van fundamenteel belang dat de natuur als bondgenoot wordt beschouwd. “Van eigen achtertuin tot de akkers; op zoveel plekken kunnen we meer natuurgerichte maatregelen nemen. Met dammen of betonnen buffers alleen komen we er niet.”

In eerder onderzoek toonde Natuurmonumenten al aan dat het Geuldal als natuurlijke klimaatbuffer voor Limburg functioneerde tijdens de overstromingen van 2021. “Die kracht kan nog veel meer worden uitgebreid, daarom wordt er in het project ook onderzoek gedaan voor specifieke maatregelen in het Geul- en Gulpdal. Daarbij helpen natuurgerichte maatregelen ook bij de aanpak van andere uitdagingen, als de stikstof- en de biodiversiteitscrisis”, stelt Heutmekers. Als voorbeeld noemt ze een projectvoorstel dat nu in behandeling is om bosschages aan te leggen in het bed van de Geul.

Het is een project voor enkele kilometers aan bosschages. “Het is in die zin dus een soort pilot, waarbij de initiatiefnemers willen laten zien dat deze natuurgerichte maatregel bijdraagt aan de waterveiligheid, bijvoorbeeld door het afremmen van de stroomsnelheid, maar ook aan de biodiversiteit. Want de bosschages vormen weer een aantrekkelijke leefomgeving voor dieren en insecten.”

Het vorig jaar opgezette fonds is met name bedoeld om samenwerkingen te stimuleren. “Met deze gelden willen we mensen samenbrengen rond het concept ‘de natuur als bondgenoot’. Overheden kunnen daarbij geen hoofdaanvrager zijn, maar wel participeren in initiatieven van stichtingen, verenigingen of groepen betrokkenen als omwonenden of agrariërs.”

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Waarom dure, complexe en onderhouds intensieve ondergrondse oplossingen stimuleren als je water ook bovengronds kunt opvangen?
Begin eerst maar met het Veluwe meer en de randmeren uit te diepen en baggeren....perfecte opslagbuffer voor overvloed aan water.
@SebastiaanDat is een goede vraag als we het over de waterkwaliteit van rivieren hebben, maar in dit project zijn vooral kleine watertjes gemeten. Dat komt niet uit het buitenland, dus daar zullen we echt zelf mee aan de slag moeten!
Bijzonder. Veel waterschappen spreken nog van ‘aan en afhaakproblematiek’ waarbij de zorg juist is voor afhakende bedrijven, lees verminderde heffingsopbrengsten.
Natuurlijk is het slim als bedrijven afhaken, met duurzamere zuivering, eventueel gevolgd tot eigen directe lozing in gebied, en vervolgens tot eigen waterhergebruik. Prima.
Maar aub geen dogma. We spreken nog steeds over stedelijk afvalwater, waarbij het bedrijfswater zeker af en toe een waardevolle bijdrage is in de gehele keten.
In @KNW, @skiw, @vemw @dbc verband nog maar eens over spreken.
Reintje Paijmans Kriens Waterschapsverkiezingen: apart of niet?
"Kennis van Waterbeheer" en "Provinciaal bestuur"  voor een groot deel van onze bevolking, is naar mijn ervaring heel gering. De situatie  is per provincie ook geheel anders. Of je nu in Zuid-Holland woont of in Drenthe: water aanvoer, afvoer  en tekort zijn niet met elkaar te vergelijken. De grenzen vallen niet samen. 
Ik heb als geograaf ook veel te maken gehad met wat dat voor problemen voor de bevolking, stadsbesturen en waterschappen veroorzaakte. Stadsbesturen hebben, zeker in de huidige tijd, andere, grotere problemen op hun agenda staan. Op welke manier moet, kan betere voorlichting opgelost worden? Ik heb lezingen gegeven, excursies georganiseerd, bestuursleden van de waterschappen daarbij uitgenodigd en wat ik ook erg belangrijk vind, aan het voortgezet onderwijs voorlichting, onderwijs gegeven. Bij excursies vroeg ik aan de ouders van de leerlingen of zij "mee wilden helpen" met vervoer, eten, geld ophalen voor de bijkomende kosten. Vaak meldden meer ouders zich aan dan eigenlijk nodig was, maar dat had voor de waterschappen in velerlei opzicht positieve gevolgen.
"Samenwerking", overleg met de landen waar de rivieren ontstaan en door stromen, afspreken hoeveel water ieder land wil, kan, mag gebruiken, afvoeren, dat zijn problemen, die nauwelijks bekend zijn bij de bevolking.
Ik hoop dat dit soort onderwerpen net zo belangrijk worden gevonden als problemen met  auto rijden, parkeren en boodschappen doen.
Ik wens Nederland veel succes.