Natuur & Milieu dient bij Europa een klacht in over het Nederlandse bestrijdingsmiddelenbeleid. Volgens de milieuorganisatie schendt Nederland de Europese regels door te weinig op te treden tegen het gebruik van giftige bestrijdingsmiddelen in drinkwater- en natuurgebieden. Als gevolg hiervan worden kwetsbare gebieden vervuild met ‘zeer giftige bestrijdingsmiddelen’, wat leidt tot hoge kosten voor drinkwaterzuivering en schade aan de natuur.
De milieuorganisatie komt tot haar conclusies op basis van een studie met als belangrijkste onderzoeksvraag: houdt Nederland zich aan de Europese wet- en regelgeving over het duurzaam gebruik van bestrijdingsmiddelen in kwetsbare gebieden in de buurt van oppervlaktewater.
Wat opvalt, zo staat in het onderzoeksrapport, dat verschillende overheidsinstanties naar elkaar wijzen voor de bescherming van kwetsbare gebieden en wateren. “Het Rijk meent dat provincies maatregelen kunnen treffen en provincies wijzen vaak juist weer naar het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Hierdoor kunnen vaak zeer giftige bestrijdingsmiddelen gebruikt worden middenin natuurgebieden, kwetsbare drinkwatergebieden en vlakbij oppervlaktewater.”
Het is tegen de Europese regels, stelt de milieuorganisatie. “Europa verplicht landen om het gebruik van bestrijdingsmiddelen in grondwaterbeschermingsgebieden (voor drinkwaterwinning) en de beschermde Natura 2000-gebieden te stoppen of te minimaliseren. Provincies zijn nu hoofdverantwoordelijk voor de bescherming van deze gebieden, maar staan het gebruik van veel, vaak zeer giftige, bestrijdingsmiddelen toch toe.”
De natuurorganisatie onderzocht de agrarische teelten in Natura 2000-gebieden en grondwaterbeschermingsgebieden. In deze gebieden is veel grond in gebruik door agrariërs voor intensieve landbouw, in totaal zo’n 90.000 hectare. In grondwaterbeschermingsgebieden is 41 procent (32.752 hectare) van de totale oppervlakte gras- of bouwland. Op een deel hiervan worden, stelt Natuur & Milieu vast, gewassen geteeld die intensief worden bewerkt met bestrijdingsmiddelen, zoals de bollenteelt. Daarnaast vindt in de waterwingebieden ook landbouw plaats, met teelten die intensief worden bespoten, aldus het onderzoek.
Ook buiten deze kwetsbare gebieden doet Nederland te weinig om het water te beschermen, stelt de milieuorganisatie. ”Passende bufferzones moeten er namelijk voor zorgen dat de bestrijdingsmiddelen bij het spuiten niet in de nabijgelegen sloot waaien of spoelen. Nederland heeft meestal bufferstroken van slechts 50 centimeter, maar om 70 tot 80 procent afspoeling naar water te verminderen moeten deze 15 tot 20 meter breed zijn.”
In het rapport komt de milieuorganisatie tot enkele aanbevelingen. Zo bepleit ze dat in Natura 2000-gebieden en grondwaterbeschermingsgebieden alleen nog biologische landbouw wordt toegestaan en dat er rondom drinkwaterwaterwinningsgebieden grotere bufferzones komen, waar alleen nog biologisch geteeld mag worden. Ook moeten de bufferstroken op landbouwpercelen gepaste breedtes krijgen zodat ze afspoeling afdoende verminderen. Voorts roept ze het Ctgb op om meer duidelijkheid te geven over de gebruiksvoorschriften van bestrijdingsmiddelen.
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.