secundair logo knw 1

De grutto’s dreigen uit ons land te verdwijnen I foto: Henk Monster / Wikimedia Commons

Stevige maatregelen en extra middelen. Daarvoor pleiten natuur- en milieufederaties in het Aanvalsplan Grutto. Om deze en andere weidevogels voor Nederland te behouden, willen zij dat er dertig kansgebieden worden aangewezen. Hierin wordt het waterpeil fors verhoogd.

It Fryske Gea, de Friese Milieu Federatie en Vogelbescherming Nederland hebben op initiatief van oud-minister Pieter Winsemius het plan gemaakt. Volgens de organisaties staat de grutto – ‘onze nationale vogel’ genoemd – symbool voor de achteruitgang van weidevogels. Vijftig jaar geleden waren er 120.000 broedparen en nu niet eens 30.000. Ook bij andere weidevogels zoals de kievit, scholekster en tureluur nemen de aantallen af. Dat wordt geweten aan het verdwijnen van het unieke weidelandschap van laag-Nederland.

Winsemius biedt het Aanvalsplan Grutto morgen (18 november) aan minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan. De natuur- en milieufederaties stellen dat het met het plan moet lukken om de neerwaartse trend van weidevogels te keren. Aan het opstellen hebben zes weidevogelprovincies, landbouworganisaties, natuurorganisaties en wetenschappers meegewerkt.

Dertig kansgebieden
De natuur- en milieufederaties willen dat er dertig ‘kansgebieden’ worden aangewezen. Zij beslaan ieder ongeveer duizend hectare en hebben als kern een weidevogelreservaat van tweehonderd hectare. Deze gebieden zijn groot genoeg om te zorgen voor herstel van de populaties van grutto’s en andere weidevogels. Ze liggen in de weidevogelprovincies in laag-Nederland: Friesland, Groningen, Overijssel, Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland. De provinciale overheden selecteren de gebieden samen met boeren, natuurorganisaties en vrijwilligers.

In de kansgebieden worden beheer en inrichting optimaal afgestemd op het behoud van de weidevogels. Zij zijn afhankelijk van natuurrijk boerenland. Agrariërs krijgen de mogelijkheid om hun bedrijf hieraan volledig aan te passen, op een manier die economisch rendabel is.

De opstellers van het reddingsplan betitelen het fors verhogen van het waterpeil als cruciaal. Het peil gaat in het broedseizoen omhoog naar 10 tot 20 centimeter onder het maaiveld. Momenteel zit dit ver eronder tot wel 80 centimeter of meer onder het maaiveld. Bij het hoge waterpeil vinden volwassen grutto’s in de zachte bodem voedsel in de vorm van wormen.

Jaarlijks miljoeneninvestering nodig
De natuur- en milieufederaties verwachten dat de overheid jaarlijks in totaal 40 miljoen euro investeert in de dertig gebieden. Daarnaast zijn er eenmalige kosten voor de herinrichting van de gebieden, onder meer voor het aanpassen van het waterpeil, het aanleggen van plasdrassen en het verflauwen van slootranden. Het voorstel is dat de boeren in de kansgebieden de veel lagere waterschapslasten voor natuurgebieden gaan betalen.

 

MEER INFORMATIE
Bericht van natuur- en milieufederaties
Aanvalsplan Grutto 
H2O-bericht: proef met hogere grondwaterstand
H2O-bericht: toename aantal plasdrasgebieden

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte mevr. Sien Kok,
alles is onlosmakelijk atomair verbonden binnen relativiteit van tijd/ruimte en eenheid geest stof, telen zonder chemie, inschakelen industrie en prive personen telt allemaal, maar denk ook even aan satellieten met hun negatieve effect op klimaat, 24/7. U geeft oude wetmatigheden een nieuw jasje. Succes, Jan Kalverdijk
Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.