secundair logo knw 1

Via natuurherstelmaatregelen wordt geprobeerd de Nederlandse natuur robuuster te maken. Maar de effecten van de meeste maatregelen worden te kort gemonitord, zeggen onderzoekers van Wageningen Environmental Research. "Uiteindelijk wil je weten of de maatregelen bijdragen aan systeemherstel."

In het kader van de Natuurherstelwet en de doelen uit het Natuurpact van Rijk en gemeenten worden overal in Nederland natuurherstelmaatregelen doorgevoerd. Dat kan gaan om het omvormen van landbouwgrond naar nieuwe natuur, maar ook om maatregelen als vernatting of plaggen in bestaande natuurgebieden.

Irene BouwmaIrene BouwmaDoor in te zoomen op vier representatieve gebieden in Nederland (Bergerbos, Veluwezoom, Voornes Duin en De Wieden) en daarnaast literatuuronderzoek te doen, hebben onderzoekers van (WUR) samen met 4 andere organisaties de effecten van genomen natuurherstelmaatregelen op drie soortgroepen (planten, vlinders en vogels) onderzocht.

“De omvorming van landbouwgrond naar nieuwe natuur heeft duidelijk een positief effect op deze soortgroepen”, vertelt onderzoeker Irene Bouwma. “Het gaat niet altijd snel en het is niet meteen topnatuur, maar je ziet de diversiteit en de aantallen toenemen.”

Bij natuurherstelmaatregelen in bestaande natuur noemt Bouwma het beeld wisselender. “Hier zien we niet altijd de verwachte toename van soorten of aantallen. Dat goed te verklaren is ingewikkeld omdat er vaak slechts tussen de vijf en tien jaar wordt gemonitord.”

Daarom pleiten Bouwma en haar collega’s voor monitoring van natuurherstelmaatregelen op de langere termijn. “Dan bedoel ik meer dan tien 10 jaar. Dat is essentieel om te bepalen welke maatregelen het beste werken en bijdragen aan het herstel van het systeem. Want daar doen we het uiteindelijk voor.”

In vier gebieden in Nederland probeerden de onderzoekers op basis van luchtfoto’s en verspreidingsdata in kaart te brengen welke natuurherstelmaatregelen waar precies zijn genomen. “Dat is namelijk het vreemde: dat weten we vaak niet precies. Soms weten we wel dat er maatregelen zijn genomen, maar niet helemaal precies waar en soms is het beeld incompleet, bijvoorbeeld omdat een gebied verschillende eigenaren heeft. Terwijl dat voor een goede monitoring juist zo belangrijk is om die informatie heel precies in beeld te hebben.” 

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.
Willen jullie eens kijken of een EU commissaris voor water niet een goed plan zou zijn. Dan komt er een structurele aanpak in Europa en kan het economische plaatje ook beter ingepast worden. Vooruit kijken is slimmer en gunstiger.