secundair logo knw 1

Sfeerbeeld van de Drentsche Aa I foto: Rianne van der Wal via Pixabay

De komende jaren wordt met een reeks van maatregelen de waterkwaliteit verder verbeterd, maar volgens minister Mark Harbers zullen in 2027 niet overal de doelen van de Kaderrichtlijn Water worden gehaald. Het gaat erom dat alle maatregelen tijdig zijn uitgevoerd. Harbers noemt dit een stevige uitdaging.

De minister van Infrastructuur en Waterstaat reageert daarmee op vragen van de Tweede Kamerleden Fahid Minhas en Thom van Campen van de VVD. Zij hadden deze ingediend naar aanleiding van het artikel Schoon water is in Nederland nog ver weg in het NRC. Hierin wordt gesteld dat Nederland een watercrisis in 2027 riskeert. Momenteel voldoet slechts 1 procent van de wateren aan de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW).

mark harbers 6Mark Harbers
(foto: Valerie Kuypers)

Harbers herhaalt in zijn brief in essentie de boodschap die zijn voorgangers Cora van Nieuwenhuizen en Barbara Visser het afgelopen jaar ook al hadden: het gaat weliswaar de goede kant op met de waterkwaliteit maar de KRW-doelen zullen over vijf jaar nog niet in alle waterlichamen zijn gehaald. Hij noemt een goede waterkwaliteit essentieel voor natuur en mens, maar wijst erop dat de KRW een complexe beoordelingsmethode voor vaststelling van deze kwaliteit kent.

Principe van one-out-all-out
De totaalbeoordeling wordt bepaald door veel verschillende parameters en daarbij geldt het principe van ‘one-out-all-out’. “Dit houdt in dat een waterlichaam pas wordt beoordeeld als ‘in goede toestand’, als alle parameters de klasse ‘goed’ hebben.” Daarom blijft een positief oordeel ook uit, als er slechts één kenmerk niet in orde is.

De minister noemt het overzicht van de stoffen die in meer dan 1 procent van de waterlichamen niet voldoen, dat te vinden is in de Stroomgebiedbeheerplannen 2022-2027. Het gaat volgens hem om een beperkt aantal op het totaal van meer dan honderd stoffen. “Er zijn op dit moment vrijwel geen waterlichamen die aan alle normen voldoen maar het beeld dat de waterkwaliteit op alle onderdelen niet goed is, deel ik niet.”

De nieuwe stroomgebiedbeheerplannen bevatten ook een weergave van de ecologische toestand van de wateren die onder de KRW vallen. Harbers schrijft daarover het volgende: “In de huidige situatie wordt in 30 tot 50 procent van de waterlichamen voldaan aan de biologische parameters (algen, waterflora, waterinsecten en vis). Dit zijn de belangrijkste parameters van de ecologische toestand.” Rond de 55 procent van de waterlichamen voldoet aan de norm voor stikstof en voor fosfor.

Dit beeld is volgens de bewindsman vergelijkbaar met veel andere landen in de EU als naar de afzonderlijke parameters wordt gekeken. Hij geeft een verklaring voor het feit dat ons land het toch slechter lijkt te doen. “Nederland kiest er steeds voor om zo volledig mogelijk te meten en te beoordelen en daarbij gebruik te maken van de meest recente normen. Dit geeft namelijk het beste weer welke aanvullende maatregelen nodig zijn. Doordat sommige lidstaten hier andere keuzes in maken, wordt een vergelijking tussen lidstaten bemoeilijkt.”

Positieve bijdrage door transitie van landelijk gebied
De twee Kamerleden willen weten met welke inzet de kwaliteit van de 745 grotere wateren in Nederland in 2027 gaat voldoen aan de EU-eis voor een goede ecologische toestand. Harbers meldt eerst dat het kabinet op basis van het coalitieakkoord 25 miljard euro extra beschikbaar stelt voor een transitie van het landelijk gebied met het oog op vermindering van de stikstofdepositie en verbetering van de natuur. “Dit zal ook positief bijdragen aan het halen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water.”

Binnen het transitiefonds is een bedrag van 811 miljoen euro specifiek bestemd voor de KRW. Dit wordt ingezet voor grootschalig herstel van beekdalen op zandgronden, een onderdeel van het maatregelenpakket van het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn.

Tijdige uitvoering van maatregelen voldoende
De Stroomgebiedbeheerplannen 2022-2027 bevatten de maatregelen om de waterkwaliteit verder te verbeteren, schrijft de minister vervolgens. “Het is een stevige uitdaging om al deze maatregelen tijdig uit te voeren. Wanneer dat lukt, zal geen sprake zijn van een schending van de KRW. Hoewel naar verwachting de doelen in 2027 niet voor iedere parameter zullen zijn behaald, biedt de KRW daarop een uitzonderingsmogelijkheid.”

Bij een deel van de maatregelen is geduld een schone zaak. Daarom mogen de doelen later worden behaald, mits de maatregelen tijdig genomen zijn. “Denk bijvoorbeeld aan het effect van maatregelen voor stoffen die pas na lange tijd in het diepere grondwater zichtbaar zullen zijn.” Harbers streeft naar het zo snel mogelijk na 2027 halen van de goede ecologische toestand. In de stroomgebiedbeheerplannen is voor elke parameter een prognose opgenomen.

MEER INFORMATIE
Brief van minister Harbers aan Tweede Kamer
 
H2O premium: ‘Waterkwaliteit? Ik zie een nieuwe milieucrisis aankomen’

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte mevr. Sien Kok,
alles is onlosmakelijk atomair verbonden binnen relativiteit van tijd/ruimte en eenheid geest stof, telen zonder chemie, inschakelen industrie en prive personen telt allemaal, maar denk ook even aan satellieten met hun negatieve effect op klimaat, 24/7. U geeft oude wetmatigheden een nieuw jasje. Succes, Jan Kalverdijk
Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.