Minister Barry Madlener gaat op een rij zetten welke juridische risico’s Nederland loopt als de doelen van de Kaderrichtlijn Water niet worden gehaald. Het is een soort ‘juridische botsproef’ om de zorgen over de consequenties ‘iets te concretiseren’, zei Madlener woensdag in de Tweede Kamercommissie Infrastructuur en Waterstaat.
De minister erkende dat we ‘niet alle doelen’ van de Kaderrichtlijn Water gaan halen. “En dus moeten we kijken: wat dan? De zorgen zijn er en die delen wij: we moeten niet een tweede stikstofcrisis krijgen in dit land.” Dat betekent, stelde de bewindsman, enerzijds dat ál het mogelijk moet worden gedaan om de doelen te halen, maar anderzijds dat er ook in Brussel gepraat moet worden over de vraag: zijn die doelen wel reëel? “Het is en-en. Dat betekent alles op alles zetten om de doelen te halen en tegelijk kijken naar de regelgeving. Want het kan natuurlijk niet zo zijn dat het hele land op slot gaat.”
De PVV-minister reageerde daarmee onder andere op zijn partijgenoot in de commissie, Hidde Heutink. Die zette stevig aan en sprak over een dreigend ‘waterslot’. “Nederland stevent af op een regelrechte ramp. En niet over een paar jaar pas, nee, over anderhalf jaar al, 18 maanden dus. En op dit moment voldoet geen enkel Nederlands waterlichaam aan de gestelde doelen in de Kaderrichtlijn Water. Niet één. En dus kunnen we gerust zeggen dat het water ons aan de lippen staat. Sterker nog, we zijn keihard aan het verzuipen. Dit is een crisis in wording die Nederland kapot zal gaan maken. Dus is het tijd dat de minister keihard actie gaat ondernemen om dat te voorkomen.”
Die ‘keiharde actie’ bestaat er volgens Heutink uit dat de minister ‘eindelijk’ eens gaat erkennen dat we de doelen niet gaan halen. En daarnaast, moet de bewindsman ‘alles op alles’ zetten om in Brussel te komen tot versoepeling van de KRW. Meer precies: “Om de one-out, all-out methode in de KRW van tafel te krijgen. Helemaal. Met deze methode kan ons hele land op slot gezet worden.”
De 'one out, all out'-methode in de Kaderrichtlijn Water is een beoordelingsprincipe waarbij een waterlichaam alleen als 'goed' wordt geclassificeerd als alle parameters aan de normen voldoen.
Madlener zei de zorgen te delen en gaf aan dat hij in Brussel medestanders zoekt om de KRW-regelgeving aangepast te krijgen (‘bijna niemand van de lidstaten haalt de KRW-doelen volledig’), maar gaf geen garantie dat het ook lukt om het one out, all out-principe van tafel te krijgen. Ook nuanceerde hij de impact van het principe. “We hebben een probleem met het one out, all out-principe, maar het is niet zo dat als stof X in het water zit en de norm overschrijdt, dat daardoor de lozingsvergunning voor stof Y geweigerd hoeft te worden. In die zin is het principe niet juridisch ‘one out, all out’."
Maar los daarvan, ‘one out, alle out’ klinkt wel zeer dreigend, stelde de minister. "Daarom wil ik op korte termijn op een rij laten zetten welke risico’s wij en het bedrijfsleven lopen en hoe we er juridisch mee om moeten gaan als we doelen niet halen. Op basis daarvan kunnen we bepalen wat we nog kunnen doen. Ons belang is nu om uit de juridische problemen te blijven.”
In zijn beantwoording refereerde Madlener aan de voortgang in de commissie Economie en Natuurherstel (de commissie stikstof), die op korte termijn met een aanpak van de stikstofdepostie moet komen. In de stikstofopzet die nu wordt uitgewerkt, wordt, aldus de bewindsman, ook ingezet ‘op meer doen om de stikstofdoelen te halen, maar ook om te kijken naar aanpassing van de regelgeving’. “Op die manier moeten we ook kijken naar de Kaderrichtlijn Water. Meer doen, vergunningen nalopen, zorgen dat de bronnen verminderen, en anderzijds kijken naar regelgeving zodat die ons niet belemmert.”
En zo knoopte hij de stikstof- en waterkwaliteitsproblemen aan elkaar. “Stikstof is maar één aspect van de staat van de natuur. Je kunt veel meer doen om de natuur te herstellen. Daar zetten we op in. Je kunt ook kijken naar bijvoorbeeld waterbeheer om de natuur te versterken. Daar gaan we zeker naar kijken. De Kaderrichtlijn Water heeft daar raakvlakken mee.”
De vraag is of dat dan komt door alleen de waterkwaliteit of dat het komt omdat we, bijvoorbeeld, gewoon gruwelijk dicht bevolkt zijn en ik al heel wat weilanden en dergelijke omgezet heb zien worden in woningen.
Mijn idee is overigens niet om te infiltreren in bestaande vennen - dat zou inderdaad de ecologie van die vennen veranderen – maar in aangelegde plassen (met een oppervlak minder dan 0,1 procent van de Veluwe). Die vallen droog, enkele dagen nadat infiltratie stopt. Infiltratieplassen hebben landschappelijk gezien wellicht wat waarde (als je saai naaldbos daarvoor kapt), aangaande natuur is die inderdaad beperkt.
Zeg 10 jaar geleden al waarschuwde ik dat we in 2027 in Nederland nooit de KRW doelen gaan halen. Ik betreur het ten zeerste dat ik gelijk ga krijgen. Ik voorspel nu dat we in 2030 met de mond vol tanden staan als Brussel ons vraagt wat onze plannen/maatregelen zijn om de Veluwe natuur en biodiversiteit te herstellen. Zonder fors ingrijpen in de waterbalans van het Veluwemassief gaan we verdroging echt niet bestrijden en zullen beken en sprengen niet structureel meer water voeren. Dat geef ik je op een briefje.