Een koeltoren van een Gents bedrijf is zeer waarschijnlijk de bron geweest van de uitbraak van legionellose in de Gentse kanaalzone. In een laboratoriumtest is een genetische overeenkomst gevonden tussen de legionella van waterstalen uit de koeltoren en de legionella van ten minste vijf besmette patiënten.
De gevonden match door het nationaal referentiecentrum is ‘een zeer sterk wetenschappelijk argument om de stelling te staven dat deze vijf patiënten ziek geworden zijn door een infectie met legionellakiemen uit de koeltoren van dit bedrijf’, stelt het Vlaamse Agentschap Zorg en Gezondheid dat de besmetting in onderzoek heeft. "Deze koeltoren is dan ook de meest waarschijnlijke besmettingsbron van de uitbraak van legionellose in de Gentse kanaalzone."
De legionellabacterie groeit in water met een temperatuur tussen de 20 en 50 graden Celsius. Als dit water als nevel in de lucht komt, kan iemand de bacterie inademen, besmet raken en ziek worden.
Aangezien de overige patiënten in dezelfde regio en in dezelfde periode ziek zijn geworden, beschouwt het agentschap het als ‘zeer waarschijnlijk’ dat zij door dezelfde bron besmet zijn geraakt. Van 21 patiënten zijn geen stalen beschikbaar, omdat het, verklaart het agentschap, ‘een invasieve en belastende ingreep’ is.
In totaal zijn er 32 mensen ziek geworden, van wie er twee zijn overleden. Negen mensen liggen nog in het ziekenhuis, twee daarvan op intensive care.
Strafrechtelijk onderzoek
Het bedrijf met de verdachte koeltoren ligt centraal in de zone die het agentschap als risicogebied heeft afgebakend. De naam van het bedrijf wordt niet bekend gemaakt. Er loopt een strafrechtelijk onderzoek.
Het bedrijf heeft zijn koeltorens ontsmet net als andere bedrijven die zijn onderzocht. De desinfectie gebeurde op 15 mei en de periode daarna. In principe kan die koeltoren dus sinds 15 mei geen bron van besmetting meer zijn, stelt het agentschap.
Het bedrijf moet de dagelijkse ontsmetting van de koeltoren voortzetten totdat het beheer van de koeltoren is veranderd en verbeterd. Het moet daarvoor het systeem doorlichten en een nieuw en afdoend beheersplan voorleggen, aldus het agentschap. De instantie zal het beheersplan beoordelen.
Nederland
In Nederland is recentelijk bij enkele deelstroombehandelingen op rwzi's legionella aangetroffen, meldt Stowa. Het kenniscentrum van de waterschappen heeft naar aanleiding daarvan een Community of Practice opgezet waarin betrokken waterschappen 'met elkaar spreken over het mogelijke ontstaan van legionella, data en meetresultaten uitwisselen en elkaar informeren over het effect van mogelijke maatregelen'.
Op dit ogenblik zijn twaalf warme-deelstroominstallaties in bedrijf en wordt er één opgestart, schrijft Stowa. Het betreft installaties die deelstromen van afvalwater behandelen, bijvoorbeeld water dat vrijkomt bij het ontwateren van uitgegist slib. "Uit de eerste monitoringresultaten blijkt dat in de warme-deelstroominstallaties legionella in hoge concentraties kan voorkomen", aldus het kenniscentrum. De oorzaak is nog niet bekend.
MEER INFORMATIE
Vijf bedrijven in onderzoek voor legionella-besmetting Gent
Community of Practice Legionella
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.