Minister Barry Madlener van Infrastructuur en Waterstaat ‘herkent’ de conclusies die Natuurmonumenten trekt in een onderzoek naar staat van de natuur in door haar beheerde gebieden. Die gaat hard achteruit, aldus de natuurorganisatie. Ze ziet in de slechte kwaliteit van het watersysteem een belangrijke oorzaak.
Natuurmonumenten onderzocht de staat van het oppervlaktewater, het grondwater en de ecologie in 11 van zijn natuurgebieden. Die liggen verspreid over Nederland en vormen een doorsnede van diverse landschapstypen, aldus de nutuurorganisatie. De uitkomsten van het begin maart gepubliceerde onderzoek gaven aan dat in alle onderzochte gebieden de natuur achteruit gaat - overal staan de lichten op rood, legde hydroloog Wiebe Borren van Natuurmonumenten uit.
De belangrijkste oorzaken voor die achteruitgang zijn volgens het onderzoek: te veel afvoer van water, grondwateronttrekkingen, uitspoeling van bestrijdingsmiddelen en meststoffen en klimaatverandering. Zowel binnen als buiten de gebieden zijn maatregelen nodig om het watersysteem en de natuur te verbeteren, aldus de natuurorganisatie.
De samenvatting van de conclusies van het rapport en de daarin geschetste opgaven worden herkend, schrijft minister Madlener aan de Tweede Kamer in een reactie op het onderzoek. Hij stelt vast dat de bevindingen van Natuurmonumenten in hoofdlijnen overeenkomen met de tussenevaluatie van de Kaderrichtlijn Water (KRW) die eind vorig jaar is gepubliceerd.
Madlener: “Daaruit blijkt ook dat de waterkwaliteitsdoelen voor oppervlakte- en grondwater, ondanks alle inspanningen, nog niet overal worden gehaald. Er zijn aanvullende maatregelen nodig om de waterkwaliteit en -kwantiteit in Nederland te verbeteren.”
Natuurherstel vraagt, aldus de bewindsman, om een integrale aanpak ‘waarbij alle drukfactoren en ook de omliggende functies worden betrokken’. “Hierin hebben regionale overheden, met name waterschappen en provincies, een belangrijke rol. Daarnaast ligt er een rol voor LVVN, als systeemverantwoordelijke voor natuur en landbouw.”
De bewindsman kondigt in de Kamerbrief aan dat hij de Kamer voor de komende zomer zal informeren over aanvullende maatregelen en vervolgstappen die genomen zullen worden naar aanleiding van de tussenevaluatie van de KRW.