secundair logo knw 1

Een label geeft aan hoe groot het risico op bijvoorbeeld wateroverlast is. Foto SWECO

Aan de hand van een ‘klimaatlabel’ kunnen bewoners eenvoudig zien hoeveel risico hun straat loopt op bijvoorbeeld wateroverlast. Ingenieursbureau Sweco ontwikkelde het instrument om gemeenten te helpen bij het gesprek over de benodigde maatregelen.

Deze zogeheten risicodialoog volgt op de stresstest die alle gemeenten volgens het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie uiterlijk dit jaar moeten doen. Doel is ons land zo goed mogelijk voor te bereiden op de gevolgen van klimaatverandering.

Het klimaatlabel van Sweco moet bewoners en bedrijven in een oogopslag duidelijk maken hoeveel risico hun straat loopt op overstromingen, wateroverlast, droogte en hitte. De labels lopen van A (erg klimaatadaptief) tot en met E (weinig klimaatadaptief).

''Iedereen zal begrijpen dat er in een straat met bijvoorbeeld label D nog wel wat valt te verbeteren’’, zegt Martijn Steenstra van Sweco.

Staat van je straat
Het idee voor een klimaatlabel komt voort uit de competitie Doe & Durf, die Sweco in 2017 won met het idee ‘Staat van je straat’. Op basis daarvan is nu een online instrument ontwikkeld waarmee elke straat in Nederland kan worden getoetst op klimaatrisico’s. Daarvoor is gebruikgemaakt van onder andere gegevens van gemeenten op het vlak van wateroverlast en door Sweco opgestelde hittekaarten.

In de gemeenten Rijssen-Holten en Woerden heeft al een pilot met ‘Staat van je straat’ gedraaid; de gemeenten Zwolle, Oldenzaal en Zwartewaterland gaan er nu ook mee aan de slag.

''Het klimaatlabel moet gemeenten ondersteunen om de dialoog met de bevolking te voeren’’, verklaart Steenstra. ''Hoe gaan we dit nou aanpakken? De gemeente kan niet zelf alle problemen oplossen, maar zij kan inwoners en bedrijven wel van informatie voorzien. Zeker bij lage labels kunnen die ook echt een verschil maken, bijvoorbeeld door tuinen te vergroenen.’’

Website
Hoe de gemeente het klimaatlabel precies inzet, is aan die gemeente zelf. Dat kan via een voor iedereen toegankelijke website (Oldenzaal), maar ook in een folder (Zwartewaterland) of in een storymap die gedeeld wordt met bedrijven (Zwolle). Steenstra: ‘’Het moet aansluiten bij de manier waarop de gemeente zelf communiceert. Wij denken daarin mee.’’

De provincie Overijssel en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat dragen ook bij aan de ontwikkeling van ‘Staat van je straat’. Zij willen testen of dit een effectieve manier is om de risicodialoog te voeren.

 

MEER INFORMATIE
Nieuwsbericht Sweco

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte mevr. Sien Kok,
alles is onlosmakelijk atomair verbonden binnen relativiteit van tijd/ruimte en eenheid geest stof, telen zonder chemie, inschakelen industrie en prive personen telt allemaal, maar denk ook even aan satellieten met hun negatieve effect op klimaat, 24/7. U geeft oude wetmatigheden een nieuw jasje. Succes, Jan Kalverdijk
Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.