De waterschappen krijgen meer mogelijkheiden om het zogenoemde profijtbeginsel toe te passen (wie profijt heeft, betaalt) bij de waterschapsheffingen. Dit staat in het wetsvoorstel waterschapsheffingen, waarmee het kabinet vandaag heeft ingestemd. Minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat heeft het wetsvoorstel ingediend.
In het wetsvoorstel worden de watersysteemheffing, de zuiveringsheffing en de verontreinigingsheffing gewijzigd. Voor de watersysteemheffing bevat het wetsvoorstel mogelijkheden om het profijtbeginsel beter toe te passen. Dat betekent dat hoe meer profijt een belanghebbende van het waterschap heeft, hoe meer hij betaalt. Het voorstel zorgt ook voor een gelijkmatiger lastenontwikkeling, stelt de Unie van Waterschappen vast.
De nieuwe berekeningsmethode is gebaseerd op gebiedskenmerken. De belangrijkste is het aantal hectares natuur en ongebouwde gronden. Voorbeelden van kenmerken die de waterschappen ook kunnen laten meewegen zijn de hoeveelheid recreatieterreinen, de mate van agrarisch natuurbeheer en de hoeveelheid primaire keringen, stelt het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Belangrijke stap
Vincent Lokin, bestuurslid van de Unie van Waterschappen, is blij met het wetsvoorstel. Hij stelt op de website van de Unie vast dat het wetsvoorstel van Harbers is gebaseerd op de voorstel dat de waterschappen in 2020 hebben ingediend om het belastingstelsel aan te passen. “We zijn blij dat de meest urgente knelpunten in het stelsel voortvarend worden opgepakt. Dit is een belangrijke stap om te zorgen dat de waterschapstaken ook in de toekomst op een goede en rechtvaardige manier bekostigd worden.”
Volgens het wetsvoorstel krijgen waterschappen ook meer mogelijkheden om belastingopbrengsten te investeren in klimaatadaptatie, de energietransitie en de circulaire economie. In de huidige Waterschapswet is niet altijd duidelijk in hoeverre waterschappen hierin mogen investeren.
Het gaat dan bijvoorbeeld maatregelen om hemelwaterafvoer te beperken en duurzame energie op te wekken om klimaatneutraal te worden. Dit wetsvoorstel maakt duidelijk dat dit mag, aldus het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Ook hoeven Rijkswaterstaat en waterschappen geen schadelijke stoffen meer te gebruiken bij het meten van de vervuiling in afvalwater. Nu wordt bij metingen nog gebruik gemaakt van vervuilende stoffen zoals kwik.
Het wetsvoorstel wordt aan de Raad van State voorgelegd voor advies. Op dat moment wordt het ook openbaar. Naar verwachting wordt het wetsvoorstel komende zomer naar de Tweede Kamer gestuurd voor behandeling.
Een interessant gegeven is dat 80% van ons drinkwater thuis wordt verbruikt. Daar ligt een enorme uitdaging, maar ook een kans om echt verschil te maken. Door slimmer om te gaan met de distributie van water, kunnen we helpen om het verbruik te verminderen zonder dat we daar veel van merken. Dit zou niet alleen helpen om onze waterbronnen te sparen, maar ook de druk op het systeem tijdens droge perioden verlagen.
Dit gaat verder dan alleen maar korter douchen; het gaat om een bewuste verandering in ons dagelijks leven om ervoor te zorgen dat er genoeg water is voor iedereen. Iemand iets gunnen. Beginnen met het nadenken over de oplossingen menukaart ook met water zoals we dat met energie doen - waar kunnen we besparen, hoe kunnen we efficiënter zijn, en hoe kunnen we ons aanpassen aan nieuwe omstandigheden?
Er is geen eenduidige oplossing voor het probleem, en additionele productie levert ons op langere termijn niets op. Misschien is het tijd om deze uitdaging aan te gaan en te kijken naar hoe we thuis ons watergebruik kunnen optimaliseren.