secundair logo knw 1

Polder Schieveen bij Rotterdam | Foto Wikimedia Commons

Het kabinet stopt met het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Dat meldt de NOS op basis van niet nader genoemde bronnen. Het besluit staat haaks op de inzet van de provincies, die veel tijd en geld hebben gestoken in de provinciale uitwerking van het NPLG.

De plannen van de provincies zouden aanvankelijk op 1 oktober klaar moeten zijn, maar BBB-minister Femke Wiersma van Landbouw liet afgelopen juli weten dat provincies daar uitstel voor kregen. Nu zou er sprake zijn van afstel.

Verwonderlijk is het niet, want in het hoofdlijnenakkoord dat PVV, VVD, NSC en BBB hebben gesloten voor de komende kabinetsperiode, staat dat het budget van ruim 20 miljard euro voor het NLPG wordt geschrapt. Dit terwijl provincies eerder hadden aangegeven dat voor de realisering van de provinciale uitwerking juist veel meer geld nodig was.

In reactie op het hoofdlijnenakkoord vragen de provincies om heroriëntatie op de aanpak landelijk gebied, zo staat in een op 30 augustus door koepelorganisatie IPO gepubliceerd position paper dat als inbreng dient voor het overleg dat de Tweede Kamercommissie Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur vandaag heeft over onder meer het NPLG.

Dat programma is onder het vorige kabinet opgezet om te komen tot natuurherstel, vermindering van de stikstofuitstoot, verbetering van de waterkwaliteit en realiseren van klimaatdoelen. Dat moest in integrale gebiedsprocessen door provincies worden gerealiseerd.

In hun nota roepen de provincies het kabinet op de integrale aanpak van de gebiedsinrichting voort te zetten. ”Terugvallen op een sectorale aanpak heeft te grote risico’s, biedt onvoldoende koers en perspectief voor inwoners en ondernemers en is slecht voor de toekomst van het landelijk gebied.”

De provincies stellen voor om, ‘gezien de beperkte middelen’, focus aan te brengen en prioriteit te geven aan (zoet) water, landbouw en natuur. Dat zijn ‘bij uitstek ruimtelijke opgaven die gebiedsgericht moeten worden uitgewerkt’. Daarbij moet het principe ‘water en bodem sturend’ worden toegepast ‘ten behoeve van de klimaatadaptatie’.

Ze bepleiten gerichte inzet van het beschikbare geld. “De middelen die volgens het hoofdlijnenakkoord zijn gereserveerd voor landbouw en voor agrarisch natuurbeheer en ecosysteemdiensten kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het realiseren van de doelstellingen.”

De provincies gaan ervan uit dat de emissiereductie van broeikasgassen en stikstof nu weer op het bordje ligt van het Rijk en via landelijke generieke maatregelen wordt gerealiseerd. “Generieke maatregelen zijn, over het algemeen, kosteneffectiever om stikstofdepositie op natuurgebieden te reduceren in vergelijking met gebiedsgericht sturen op verplaatsing of beëindiging van bedrijven.”


'Het programma stopt, de middelen verdampen, maar de urgentie blijft'

Op X reageert watergraaf Erik de Ridder (CDA) van het Brabantse Waterschap De Dommel op het schrappen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied:
De Ridder op X

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte mevr. Sien Kok,
alles is onlosmakelijk atomair verbonden binnen relativiteit van tijd/ruimte en eenheid geest stof, telen zonder chemie, inschakelen industrie en prive personen telt allemaal, maar denk ook even aan satellieten met hun negatieve effect op klimaat, 24/7. U geeft oude wetmatigheden een nieuw jasje. Succes, Jan Kalverdijk
Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.