secundair logo knw 1

Het kabinet reserveert uit het Nationaal Groeifonds 135 miljoen euro voor het integraal kennis- en innovatieprogramma De Blauwe Motor dat zich richt op versnelling en opschaling van innovaties in de watertechnologiesector. De initiatiefnemers zullen het ingediende projectplan nog wel moeten aanpassen om definitief in aanmerking te kunnen komen voor de bijdrage uit het fonds.

Vandaag maakten minister Micky Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat) en minister Sigrid Kaag (Financiën) de toekenning uit het Nationale Groeifonds bekend. Het initiatief uit de watersector is 1 van de in totaal 28 projecten die door het kabinet zijn aangewezen voor een financiële bijdrage uit het fonds. 

Het kabinet volgt het advies van de onafhankelijke adviescommissie onder leiding van Jeroen Dijsselbloem en investeert 5 miljard euro en reserveert nog eens 1,3 miljard euro voor projecten in onder meer digitalisering van het hoger onderwijs en mbo, groene waterstof en verbetering van de preklinische fase van kankeronderzoek. Projecten worden gemiddeld voor 50 procent uit het fonds gefinancierd en voor de andere helft door publieke en private partijen. 

Flink sleutelen
Voor het project De Blauwe Motor ligt 135 miljoen euro klaar, maar dan moet het ingediende voorstel wel worden aangepast. Uit het rapport van de adviescommissie blijkt dat het consortium achter De Blauwe Motor nog stevig moet sleutelen aan het projectvoorstel, afgaande op de kritische kanttekeningen die de commissie plaatst bij de plannen.  

Zo mist de commissie ‘een heldere focus op verdienvermogen’. De algemene opzet van het plan van aanpak vindt de commissie ‘goed doordacht’, maar de strategische onderbouwing wordt ‘als gering tot gemiddeld beoordeeld’. “Daarom vraagt de commissie de indieners om terug te komen met een aangepast, meer gefocust voorstel met een steviger economisch onderbouwing.”

Het grootste deel van de bijdrage die De Blauwe Motor vraagt uit het Nationaal Groeifonds (bijna tweederde) is bestemd voor full scale implementatieprojecten, schrijft de commissie. Ook hier wil ze focus. “Voorbeelden zijn meerdere projecten die zich richten op het verwijderen van medicijnresten, het verhogen van effluentkwaliteit of cellulosewinning. Daarbij is het voor de commissie onvoldoende duidelijk op basis van welke criteria zal worden geprioriteerd.”

In de beoordeling stelt de commissie ook vast dat de Nederlandse watersector veel (kleine) mkb-bedrijven telt die in specifieke markten soms kansrijke posities innemen met hoge toegevoegde waarde en flinke marges, maar ook een beperkte individuele slagkracht hebben. Dat laatste wordt als risico gezien voor opschaling en groei van de sector, een analyse die zich slecht verhoudt tot de doelstelling van het Groeifonds: het duurzaam verdienvermogen van Nederland versterken.

De commissie had ook kanttekeningen bij de focus op Oost-Nederland (vanwege de problemen met droogte op de hoge zandgronden) in de planaanpak van het consortium, maar ze heeft zich laten overtuigen dat de beoogde innovaties niet locatie-specifiek zijn en ‘daarmee breed toepasbaar zijn’.

Aandachtspunt
Het consortium dat zich achter het initiatief heeft geschaard, wekt veel vertrouwen. Het is ‘sterk en divers samengesteld’, ‘vanaf technologieontwikkeling tot en met implementatieprojecten en de verdere marktontwikkeling’, aldus het adviesrapport. De centrale positie van Wetsus in het consortium is wel een aandachtspunt bij de beoordeling. Dat heeft te maken met de structurele onderzoeksfinanciering van het instituut (TO2-, NWO- of KNAW), die, zo stelt de adviescommissie, nog niet gezekerd is met bestuurlijke toezeggingen. En het is wel van belang dat er voor Wetsus structurele financiering beschikbaar komt, aldus de commissie.

Voorts zijn er (kritische) opmerkingen over het berekende effect op het bruto binnenlands product (bbp), de kansen op het gebied van de export en de maatschappelijke baten van de watertechnologieinnovaties. Hier stelt de commissie dat impact wordt overschat of dat onderbouwende informatie ontbreekt.

De coalitie achter De Blauwe Motor gaat in de komende maanden de adviezen van de Groeifonds Adviescommissie verwerken in een aangepast projectplan om zo de definitieve toekenning veilig te stellen. Ze heeft daar 9 maanden de tijd voor.


10 JAAR WERKEN AAN NATIONALE WATERBESCHIKBAARHEID

Aan het initiatief De Blauwe Motor neemt een groot aantal organisaties en bedrijven deel. Ze willen 10 jaar lang werken aan het zeker stellen van de nationale waterbeschikbaarheid. Trekkers van de samenwerking zijn de onderzoeksinstituten Wetsus en KWR, kenniscentrum STOWA, Water Alliance, TKI Watertechnologie en de vijf waterschappen in Oost-Nederland (Vechtstromen, Zuiderzeeland, Drents Overijselse Delta, Rijn en IJssel en Vallei en Veluwe).

Kennisontwikkeling middels innovatieve samenwerking tussen bedrijven en universiteiten loopt via Wetsus. Toekenning van de subsdie voor het project betekent dat Wetsus de komende 10 jaar haar innovatieprogramma hiervoor zal inzetten. Het deel van het programma dat zich richt op het vertalen van nieuwe technologie naar ondernemerschap en export wordt gecoördineerd door netwerkorganisatie Water Alliance in samenwerking met ENVAQUA.

 

MEER INFORMATIE
H2O actueel: De Blauwe Motor wil innovatie versnellen
Adviesrapport Nationaal Groeifonds

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Ik geloof helemaal niets van dit doem verhaal. Zijn er nu al gebieden in de waddenzee die errst droog kwamen te liggen en nu niet meer? Zijn de oppervlaktes wadden tegen de eilenden en de vaste kustlijnen kleiner bij eb! Ik zie en hoor daar niets van! Wat ik wel hoor is dat de vaargeulen zeer snel verzanden en dat er 24 uur gebaggerd moet worden om te kunnen blijven varen.bwaar komt dat zand vandaan………..precies ! Dat is een continu proces en dat stopt niet door zeespiegel stijging. Dus maak je niet zo druk om de sterke natuur!
Wat een apart artikeltje Emile...  nitraat is niet organisch en liever stop ik wat zuurstof in infiltratiewater wanneer ik organische stoffen wil reduceren dan nitraat, dat immers het giftige nitriet kan vormen... de relatie met verbreding van irrigatiemogelijkheden met de aardappelteelt mort je nog maar eens uitleggen.. is toch iets heel anders? Joost
Hoi Marjolijn, bedankt voor je artikel. Het is duidelijk dat waterbeheer complex en uitdagend is, vooral nu klimaatverandering en hoger verbruik hun tol eisen. Gebieden zoals Zuid-Frankrijk en Catalonië staan niet op zichzelf met strenge restricties voor watergebruik.
Een interessant gegeven is dat 80% van ons drinkwater thuis wordt verbruikt. Daar ligt een enorme uitdaging, maar ook een kans om echt verschil te maken. Door slimmer om te gaan met de distributie van water, kunnen we helpen om het verbruik te verminderen zonder dat we daar veel van merken. Dit zou niet alleen helpen om onze waterbronnen te sparen, maar ook de druk op het systeem tijdens droge perioden verlagen.
Dit gaat verder dan alleen maar korter douchen; het gaat om een bewuste verandering in ons dagelijks leven om ervoor te zorgen dat er genoeg water is voor iedereen. Iemand iets gunnen. Beginnen met het nadenken over de oplossingen menukaart ook met water zoals we dat met energie doen - waar kunnen we besparen, hoe kunnen we efficiënter zijn, en hoe kunnen we ons aanpassen aan nieuwe omstandigheden?
Er is geen eenduidige oplossing voor het probleem, en additionele productie levert ons op langere termijn niets op. Misschien is het tijd om deze uitdaging aan te gaan en te kijken naar hoe we thuis ons watergebruik kunnen optimaliseren. 
Op dit moment (24 april 2024) na maandenlange neerslag is alles weer goedgekomen met hoog grondwater. De natuur hersteld zichzelf! Laat je niet beetnemen.
Afbreekbaarheid moet in de toekomst als eerste beoordelingsparameter voor toelating van stoffen worden ingevoerd. Er ontstaan anders onomkeerbare problemen in de toekomst.