In de zomer van 2021 zorgde een plotselinge dijkverschuiving bij de Tempelpolder bij Reeuwijk voor overlast. Hoogheemraadschap van Rijnland liet de oorzaak van de verschuiving onderzoeken. Dit ook naar aanleiding van vermoedens van omwonenden dat de dijk werd ondermijnd door gravende rivierkreeften. Uit het onderzoek blijken deze vermoedens niet te kloppen.
Het Hoogheemraadschap van Rijnland gaf onderzoeksinstituut Deltares de opdracht om de ware toedracht van de dijkverschuiving, over een lengte van bijna honderd meter, te achterhalen. “Er is een feitenrelaas opgesteld op basis van veldonderzoek en bureaustudie”, vertelt Kirsten Barnhoorn van Rijnland. “Er zijn boringen gedaan en grondmonsters genomen. Ook is het gedrag van rivierkreeften onderzocht en is bekeken waar de dijkverschuiving exact heeft plaatsgevonden.”
Kirsten BarnhoornVolgens Barnhoorn staat nu onomstotelijk vast dat de rivierkreeften, zoals het hoogheemraadschap ook al vermoedde, de dijkverschuiving niet hebben veroorzaakt. “De verschuiving is diep in de ondergrond veroorzaakt. Veel dieper dan rivierkreeften graven. De oorzaak ligt volgens de onderzoekers in het gebrek aan tegendruk van het water. Dat is weer een gevolg van het uitdrogen van veen, de lokale bodemopbouw en een slecht uitgevoerde ophoging in de jaren negentig van de vorige eeuw.”
Om te achterhalen of andere dijken in het beheersgebied van Rijnland nu ook gevaar lopen plotseling te verschuiven, laat het hoogheemraadschap nog preciezer onderzoeken welke van deze factoren een doorslaggevende rol heeft gespeeld. De status van de dijk bij de Tempelpolder wordt volgens Barnhoorn de komende tijd goed gemonitord. “De maatregelen die vorig jaar zijn genomen, hebben de dijk in goede staat gebracht. Maar we houden het natuurlijk goed in de gaten.”
Barnhoorn noemt het goed dat de rol van de rivierkreeft is onderzocht. “Gezien de aard van de verschuiving leek het ons altijd al onwaarschijnlijk dat rivierkreeften de veroorzaker waren. Maar als er uit de omgeving geluiden komen dat het gegraaf van deze dieren voor problemen met de dijken heeft gezorgd, is het belangrijk om goed te kijken of dat inderdaad zo is. Zo kunnen we zorgen wegnemen.”
De vraag is of dat dan komt door alleen de waterkwaliteit of dat het komt omdat we, bijvoorbeeld, gewoon gruwelijk dicht bevolkt zijn en ik al heel wat weilanden en dergelijke omgezet heb zien worden in woningen.
Mijn idee is overigens niet om te infiltreren in bestaande vennen - dat zou inderdaad de ecologie van die vennen veranderen – maar in aangelegde plassen (met een oppervlak minder dan 0,1 procent van de Veluwe). Die vallen droog, enkele dagen nadat infiltratie stopt. Infiltratieplassen hebben landschappelijk gezien wellicht wat waarde (als je saai naaldbos daarvoor kapt), aangaande natuur is die inderdaad beperkt.
Zeg 10 jaar geleden al waarschuwde ik dat we in 2027 in Nederland nooit de KRW doelen gaan halen. Ik betreur het ten zeerste dat ik gelijk ga krijgen. Ik voorspel nu dat we in 2030 met de mond vol tanden staan als Brussel ons vraagt wat onze plannen/maatregelen zijn om de Veluwe natuur en biodiversiteit te herstellen. Zonder fors ingrijpen in de waterbalans van het Veluwemassief gaan we verdroging echt niet bestrijden en zullen beken en sprengen niet structureel meer water voeren. Dat geef ik je op een briefje.