Waterschap Hollandse Delta test dit jaar op drie plekken oeverbeschoeiingen van wilgentenen met een jute textiel. ‘Dit past in een trend om zoveel mogelijk te werken met natuurlijk en hernieuwbare materialen.’
Wilgenhout werd van oudsher gebruikt als dijkversterker of in de wegenbouw. Tegenwoordig wordt er bijna standaard gekozen voor materialen als plastic of piepschuim. “Maar met de strategische uitdagingen waar we in Nederland voor staan, wordt het steeds belangrijker om te zetten op duurzaamheid en circulariteit”, zegt Selene Hoogeveen, strategisch beleidsadviseur bij Hollandse Delta.
In dit geval wil het waterschap daarom teruggrijpen op een oude toepassing van wilgenhout, namelijk gebruik in oeverbeschoeiingen. Hollandse Delta gaat de toepassing op drie locaties testen: in Rockanje, Vierpolders op Voorne-Putten en Middelharnis op Goeree-Overflakkee. “We willen graag zien hoe de beschoeiing zich houdt bij bijvoorbeeld getijdewisselingen en ook onderzoeken of er zo een natuurlijke oeverbescherming ontstaat.”
Afhankelijk van de resultaten van de test, gaat Hollandse Delta de combinatie van wilgentenen in en textiel ook op andere plaatsen toepassen. “Zo kunnen we het gebruik van kunststof verder terugdringen en een bijdrage leveren aan de duurzaamheidsdoelstellingen.”
Een hackaton, een soort brainstorm georganiseerd door Blue City, over de toepassingen van wilgenhout, bracht Hollandse Delta op het idee deze toepassing van wilgentenen te gaan testen. “Dit soort bijeenkomsten, met mensen van overheden, uit het bedrijfsleven en van kennisinstellingen, zijn ontzettend belangrijk om nieuwe inspiratie op te doen. Dat is echt waardevol, want we staan voor een grote opgave en we die zullen we echt samen aan moeten pakken.”
Eerlijker voor de boeren en de maatschappij.
Het pleidooi voor meer overleg in het kader van grensoverschrijdend waterbeheer met Duitsland en België, maar ook met Luxemburg, Frankrijk en Zwitserland, is wel steekhoudend. Het stroomgebied van de Rijn beslaat naast Nederland immers Zwitserland, Duitsland en Frankrijk. Stroomgebied van de Maas beslaat naast Nederland ook Frankrijk, Luxemburg, België en Duitsland. Voor zover ik weet zijn er in waterschapverband slechts een aantal pilots hier momenteel concreet mee bezig o.a. via het ontwerpen en operationaliseren van grensoverschrijdend waterbeheer rondom de Overijsselse Vecht en ook voor delen van het Roer stroomgebied dat aansluit op de Maas. Ruimte voor de rivieren in Nederland gaat maar beperkte impact hebben als niet eenzelfde inhaalslag gaat plaatsvinden in de bovenstrooms genoemde landen.
Acht kennisinstituten uit Nederland, België, Duitsland en Luxemburg gaan daarom onder coördinatie van Deltares onderzoek doen naar beter beheer van grensoverschrijdende regionale stroomgebieden. De watersnood in juli 2021 heeft geleerd dat autoriteiten hier geen goed overzicht over hebben en dat kennis over de overstromings- en droogterisico’s langs de kleinere grensoverschrijdende zijrivieren van de Maas en Rijn nog heel versnipperd is.
Het artikel stelt terecht dat voor grensoverschrijdend waterbeheer nog te weinig urgentie is.