Het intensief wegvangen van uitheemse rivierkreeften is zinvol en effectief. Die conclusie trekt het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) uit een praktijkproef die in samenwerking met de provincie Zuid-Holland is gehouden.
De proef is de afgelopen drie jaar uitgevoerd in een polder bij Berkenwoude in de Krimpenerwaard. In deze streek vormen de Amerikaanse rivierkreeften een ware plaag; zij zorgen met hun vreet- en graafgedrag voor aanzienlijke schade.
Om hun aantal in het testgebied van 70 hectare terug te dringen, zijn de kreeften in 2021 en 2022 op een gerichte manier weggevangen. In 2023 stond het laaghouden van het aantal centraal en is de intensiteit van de vangstinspanning verminderd.
Ecologisch herstel in kaalgevreten wateren
HHSK spreekt van een succesvolle proef. Volgens het hoogheemraadschap is er ecologisch herstel in wateren die de kreeften eerder hadden kaalgevreten. In de eerste twee jaar is het aantal Amerikaanse rivierkreeften sterk verlaagd: er zijn in totaal ongeveer 180.000 exemplaren (circa 4.500 kilo) gevangen. Daarna keerden enkele waterplanten terug.
Dat effect heeft dit jaar standgehouden bij twee derde van de eerdere vangstinspanning. In het groeiseizoen was er beduidend meer bedekking door waterplanten te zien.
Het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard noemt een concreet getal voor de ecologische drempelwaarde: 0,7 kreeft per vierkante meter. Bij een lagere kreeftendichtheid krijgen waterplanten de kans om terug te groeien. Dat is in de polder gelukt door 800 fuiken en korven in te zetten en lange vangperioden van 19 weken te plannen.
Grootschalige vangstinspanning nodig
De resultaten van het onderzoek tonen volgens HHSK aan dat herstel van de watervegetatie mogelijk is als de vangstinspanning voldoende groot is. Daarna kan met een lagere inspanning het herstel worden behouden. Het hoogheemraadschap gaat volgend jaar controleren of dit resultaat blijft zonder dat er gericht kreeften worden weggevangen.
Hoogheemraad Josien van Cappelle komt wel met een boodschap aan het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dat verantwoordelijk is voor het bestrijden van uitheemse rivierkreeften. “Deze aanpak vraagt een grootschalige, langdurige inzet, die de nodige menskracht en geld kost.” Momenteel is het wettelijk alleen toegestaan dat beroepsvissers de rivierkreeften vangen. Dat biedt onvoldoende soelaas, aldus Van Cappelle. “Wij zouden graag zien dat LNV spoedig met een aanpak komt voor een geregisseerde en gecoördineerde professionele bestrijding van uitheemse rivierkreeften.”
LEES OOK
H2O-bericht (mei 2023): Minister: meer onderzoek nodig voor aanpak uitheemse rivierkreeft
Eerlijker voor de boeren en de maatschappij.
Het pleidooi voor meer overleg in het kader van grensoverschrijdend waterbeheer met Duitsland en België, maar ook met Luxemburg, Frankrijk en Zwitserland, is wel steekhoudend. Het stroomgebied van de Rijn beslaat naast Nederland immers Zwitserland, Duitsland en Frankrijk. Stroomgebied van de Maas beslaat naast Nederland ook Frankrijk, Luxemburg, België en Duitsland. Voor zover ik weet zijn er in waterschapverband slechts een aantal pilots hier momenteel concreet mee bezig o.a. via het ontwerpen en operationaliseren van grensoverschrijdend waterbeheer rondom de Overijsselse Vecht en ook voor delen van het Roer stroomgebied dat aansluit op de Maas. Ruimte voor de rivieren in Nederland gaat maar beperkte impact hebben als niet eenzelfde inhaalslag gaat plaatsvinden in de bovenstrooms genoemde landen.
Acht kennisinstituten uit Nederland, België, Duitsland en Luxemburg gaan daarom onder coördinatie van Deltares onderzoek doen naar beter beheer van grensoverschrijdende regionale stroomgebieden. De watersnood in juli 2021 heeft geleerd dat autoriteiten hier geen goed overzicht over hebben en dat kennis over de overstromings- en droogterisico’s langs de kleinere grensoverschrijdende zijrivieren van de Maas en Rijn nog heel versnipperd is.
Het artikel stelt terecht dat voor grensoverschrijdend waterbeheer nog te weinig urgentie is.