secundair logo knw 1

Het gaat in het algemeen goed met het ingezaaide zeegras in de Waddenzee. Het zeegrasveld bij Griend is aanzienlijk gegroeid en bij Ameland lijkt in de toekomst zelfs grootschalig herstel mogelijk.

Dit blijkt uit de resultaten van een afgelopen maanden uitgevoerde monitoring. Ze worden door Rijkswaterstaat hoopvol genoemd. In 2024 is het zeegras redelijk tot goed aangeslagen op alle locaties in de Waddenzee.

Veld bij Griend met ruim 400 hectare gegroeid
Bij Griend ligt het grootste herstelde droogvallend zeegrasveld ter wereld. Dat is de laatste jaren aanzienlijk in omvang toegenomen door inzaaien en natuurlijke groei. Dit jaar kwam er meer dan 400 hectare bij. Het veld is inmiddels 1.668 hectare groot. In 2018 was het slechts 30 hectare.

Er zijn wel minder planten per hectare dan in andere jaren. Volgens een bericht van Rijkswaterstaat over de monitoring gaat het om een natuurlijk fenomeen. Er kunnen verschillende oorzaken zijn. “In de natuur fluctueren populaties elk jaar als gevolg van weersomstandigheden en jaar tot jaar verschillen in lokale condities, zoals sedimentatie en erosie of zaadpredatoren. Dergelijke fluctuaties zijn heel normaal.”

Veelbelovend zeegrasherstel bij Ameland
Met het zeegras in de buurt van Ameland gaat het eveneens crescendo, meldt Rijkswaterstaat. “Bij Ameland is de ontwikkeling van de zeegrasvelden zelfs zo veelbelovend dat er in de toekomst grootschalig herstel mogelijk lijkt.”

Een jubelstemming is nog voorbarig, omdat pas na een aantal seizoenen duidelijk is of het om een definitief herstel gaat. Dat hangt ervan af of zaden overleven in de winter.

Verder zijn er nieuwe proefvelden ingezaaid op de Ballastplaat bij Harlingen en de Waardgronden onder Terschelling. Ook dit lijkt succesvol.

Vijfjarig herstelproject
Zeegras kwam vroeger op veel plekken in de Waddenzee voor, maar verdween bijna volledig als gevolg van ziekten in de jaren dertig en eutrofiëring in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Rijkswaterstaat startte in 2022 met een grootschalig vijfjarig zeegrasherstelproject, gericht op de permanente terugkeer van de zilte waterplant in zowel de Waddenzee als de Zuidwestelijke Delta. Aan het project doen vier partijen mee: Witteveen+Bos, Rijksuniversiteit Groningen, The Fieldwork Company en Altenburg & Wymenga.

Het herstel van zeegras is ook een doel in de Kaderrichtlijn Water. Voor de Waddenzee wordt gemikt op het realiseren van zo’n 10.000 hectare zeegras in 2027.

Volgens Rijkswaterstaat is de comeback van het zeegras belangrijk voor het herstel van natuur en waterkwaliteit. De ontwikkeling van een zeegrasveld heeft diverse voordelen. Zo is dit een leefgebied voor vissen en planten en wordt ronddwarrelend slib vastgelegd. Ook wordt er veel CO2 opgeslagen in het veld.

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte mevr. Sien Kok,
alles is onlosmakelijk atomair verbonden binnen relativiteit van tijd/ruimte en eenheid geest stof, telen zonder chemie, inschakelen industrie en prive personen telt allemaal, maar denk ook even aan satellieten met hun negatieve effect op klimaat, 24/7. U geeft oude wetmatigheden een nieuw jasje. Succes, Jan Kalverdijk
Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.