secundair logo knw 1

Dode vlokreeften in een drooggevallen beek I foto: Ralf Verdonschot

De macrofauna in beken heeft een flinke knauw gekregen door de droge zomer van 2018. Vooral in beken met een hoge ecologische waterkwaliteit zijn populaties van kwetsbare soorten verdwenen en nadien niet teruggekeerd. Dit blijkt uit onderzoek van Wageningen Environmental Research en acht waterschappen.

Kleine diertjes spelen een voorname rol in het ecosysteem van beken. Zij ruimen organisch afval zoals bladeren op en zijn voor vissen en vogels onmisbaar voedsel. Verder zijn ze gevoelig voor een slechte waterkwaliteit. De macrofauna is daarom een maatstaf in de Kaderrichtlijn Water om de ecologische toestand te beoordelen.

Ralf VerdonschotRalf Verdonschot

De droogte van twee jaar geleden blijkt een aanzienlijke negatieve invloed op deze diertjes te hebben gehad, vertelt Ralf Verdonschot, senior-onderzoeker zoetwaterecosystemen bij Wageningen Environmental Research (onderdeel van Wageningen University & Research). “De hardste klappen vielen in de mooiste beken die droogvielen. Daarin waren de levensgemeenschappen voorafgaand aan de droogte het best ontwikkeld.”

Bijzondere soorten verdwenen
Wageningen Environmental Research heeft hiernaar de afgelopen twee jaar onderzoek gedaan samen met acht waterschappen uit het zuiden en oosten: Aa en Maas, Brabantse Delta, De Dommel, Limburg, Rijn en IJssel, Vallei en Veluwe, Hunze en Aa’s en Vechtstromen. Zij hebben meetresultaten in het kader van de routinematige monitoring van vóór de droge zomer van 2018 vergeleken met de resultaten van speciale metingen na deze zomer. “Juist de bijzondere soorten kokerjuffers en haften zagen we niet meer”, zegt Verdonschot.

'Net als in 1976 lijken veel populaties uitgestorven'

Veel van deze soorten zijn relatief zeldzaam in Nederland en komen slechts lokaal in beken voor, legt hij uit. “Wanneer zij uit beken verdwijnen, komen ze niet zomaar terug. De afstand die de diertjes moeten afleggen om plekken opnieuw te bezetten, is vaak erg groot en eigenlijk onoverbrugbaar geworden door veranderingen in het watersysteem en het landschap eromheen. Om dezelfde reden zijn tijdens de extreme droogte van 1976 veel populaties uitgestorven. Het lijkt erop dat nu hetzelfde is gebeurd.”

Heel watersysteem gevoelig voor droogte
De kaalslag komt voor Verdonschot niet als een verrassing. “Niet alleen is macrofauna kwetsbaar voor droogte, maar het hele watersysteem is hiervoor erg gevoelig geworden. Omdat het systeem nu is ingericht op het snel afvoeren van water in combinatie met grootschalige onttrekking van grondwater, kon je wachten op een forse negatieve impact op de macrofauna in een periode van aanhoudende droogte.”

De Wageningse onderzoeker pleit daarom voor het vasthouden van water waar het valt. Hiervoor zijn grootschalige ingrepen in het landschap nodig. “Wil je wat voor elkaar krijgen, dan moet je niet meer op de schaal van trajecten kijken maar op de schaal van hele stroomgebieden of delen ervan. Ik ben nu aan het onderzoeken wat daarvoor de mogelijkheden zijn.”

Het draait allemaal om ruimte, aldus Verdonschot. “Er moeten meer plekken zijn waar water wordt vastgehouden en langzaam wordt afgegeven aan het systeem. Dus eigenlijk terug naar de situatie zoals die vroeger van nature aanwezig was.”

Stromend water nodig
Om de sponswerking te herstellen, lopen er momenteel op een aantal plekken initiatieven voor de ontwikkeling van moerasbeken en doorstroommoerassen. Hieraan werkt Wageningen Environmental Research mee. “Deze oplossingen hebben ten opzichte van het plaatsen of opzetten van stuwtjes als voordeel dat het water blijft stromen. Dat is belangrijk voor de macrofauna van beken, want veel soorten kunnen niet overleven in stilstaand water.”

Dit betekent niet dat kleinschalige maatregelen geen zin hebben. Volgens Verdonschot is de vorm van het beeksysteem van belang. “Er moet voldoende variatie in een beektraject zijn, zoals een goede afwisseling van diepere en ondiepere delen en voldoende schuilplekken met hout voor de diertjes. Ook is schaduw belangrijk om verdamping te dempen. Maar alleen grootschalige maatregelen zetten echt zoden aan de dijk.”

 

MEER INFORMATIE
Bericht WUR over de onderzoeksresultaten

H2O-vakartikel (juni 2020) van o.a. Ralf Verdonschot
H2O-artikel over crisis onder water

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Wat een apart artikeltje Emile...  nitraat is niet organisch en liever stop ik wat zuurstof in infiltratiewater wanneer ik organische stoffen wil reduceren dan nitraat, dat immers het giftige nitriet kan vormen... de relatie met verbreding van irrigatiemogelijkheden met de aardappelteelt mort je nog maar eens uitleggen.. is toch iets heel anders? Joost
Hoi Marjolijn, bedankt voor je artikel. Het is duidelijk dat waterbeheer complex en uitdagend is, vooral nu klimaatverandering en hoger verbruik hun tol eisen. Gebieden zoals Zuid-Frankrijk en Catalonië staan niet op zichzelf met strenge restricties voor watergebruik.
Een interessant gegeven is dat 80% van ons drinkwater thuis wordt verbruikt. Daar ligt een enorme uitdaging, maar ook een kans om echt verschil te maken. Door slimmer om te gaan met de distributie van water, kunnen we helpen om het verbruik te verminderen zonder dat we daar veel van merken. Dit zou niet alleen helpen om onze waterbronnen te sparen, maar ook de druk op het systeem tijdens droge perioden verlagen.
Dit gaat verder dan alleen maar korter douchen; het gaat om een bewuste verandering in ons dagelijks leven om ervoor te zorgen dat er genoeg water is voor iedereen. Iemand iets gunnen. Beginnen met het nadenken over de oplossingen menukaart ook met water zoals we dat met energie doen - waar kunnen we besparen, hoe kunnen we efficiënter zijn, en hoe kunnen we ons aanpassen aan nieuwe omstandigheden?
Er is geen eenduidige oplossing voor het probleem, en additionele productie levert ons op langere termijn niets op. Misschien is het tijd om deze uitdaging aan te gaan en te kijken naar hoe we thuis ons watergebruik kunnen optimaliseren. 
Op dit moment (24 april 2024) na maandenlange neerslag is alles weer goedgekomen met hoog grondwater. De natuur hersteld zichzelf! Laat je niet beetnemen.
Afbreekbaarheid moet in de toekomst als eerste beoordelingsparameter voor toelating van stoffen worden ingevoerd. Er ontstaan anders onomkeerbare problemen in de toekomst.
In aanvulling hierop: Wij hebben voor terrein- en rivierbeheerders (VNBE) nog meer maatregelen in kaart gebracht om deze problemen te mitigeren (zie ook bijlage):