secundair logo knw 1

Hans Oosters (voorzitter Unie van Waterschappen): "Het kabinet lijkt de beloftevolle techniek van aquathermie nog niet te omarmen."

Het kabinet-Rutte III voert gezien het regeerakkoord en het Interbestuurlijk Programma een consistent klimaatbeleid, vindt Hans Oosters. De voorzitter van de Unie van Waterschappen mist nog wel wat pit bij de snelheid van maatregelen. Ook vindt hij het teleurstellend dat de veelbelovende techniek van aquathermie wordt genegeerd.

In de troonrede en de Miljoenennota is veel aandacht voor de gevolgen van klimaatverandering. Tot tevredenheid van Hans Oosters. “Het is duidelijk dat het kabinet serieus werk maakt van de uitvoering van de klimaatafspraken in het regeerakkoord en het Interbestuurlijk Programma. Dit geldt voor zowel de klimaatadaptatie als het beperken van de CO2-uitstoot. Het is goed om te zien dat de regering voorbereidingen treft om een bestuursakkoord over klimaatadaptatie te sluiten, met een zichtbare financiële rijksbijdrage. We zijn daar positief over en het is ook hard nodig.”

Extra geld voor zoetwatermaatregelen
Het klimaatbeleid is volgens Oosters consistent maar had wel meer urgentie kunnen uitstralen. “Wij hadden graag meer pit bij de snelheid van maatregelen gezien. Dat komt natuurlijk ook, omdat de waterschappen dagelijks met de gevolgen van klimaatverandering worden geconfronteerd.” Vanaf 2022 is 150 miljoen euro gereserveerd voor zoetwatermaatregelen. “Het kabinet geeft hiermee aan dat de vraagstukken van zoetwater en droogte niet zonder extra rijksmiddelen op te lossen zijn. Dat is een belangrijk signaal.”

Wat betreft de beperking van de CO2-uitstoot is het wachten op het klimaatakkoord in 2019. Oosters is teleurgesteld dat aquathermie niet in de Prinsjesdagstukken wordt genoemd. “Deze kansrijke optie om van fossiele naar duurzame energie over te schakelen, is uitvoerig besproken aan de klimaattafels. Met behulp van temperaturenverschillen in oppervlaktewater kan energie worden opgewekt. Het kabinet lijkt de beloftevolle techniek nog niet te omarmen. Aquathermie komt nu niet in aanmerking voor een SDE+ subsidie. Ik hoop dat dit in het klimaatakkoord wordt rechtgezet.”

Versnellingstafels voor waterkwaliteit
In een interview in het juninummer van H2O verklaarde Hans Oosters dat het afgelopen moest zijn met de vrijblijvendheid. Hij pleitte voor harde afspraken over verbetering van de kwaliteit van water en grond. Dat ziet de Unie-voorzitter nu terug. “Ik ben positief over het instellen van drie versnellingstafels voor waterkwaliteit. Hiermee onderschrijft het kabinet de afspraken die minister Cora van Nieuwenhuizen heeft gemaakt met gemeenten, provincies, waterschappen en drinkwaterbedrijven. De bedoeling is om zo een betere grip te krijgen op het halen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water in 2027. Aan de tafels zullen harde afspraken worden gemaakt over wie welke acties onderneemt.”

De versnellingstafels worden nog deze maand ingesteld. Twee gaan over de problemen met respectievelijk nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen en met nieuwe stoffen en medicijnresten in het oppervlaktewater. Aan de derde tafel wordt naar de regelkant gekeken, vertelt Oosters. “Het gaat om de vraag: is ons hele stelsel van regelgeving, vergunningverlening en handhaving wel passend genoeg gezien de enorme opgave om de KRW-doelen te bereiken?”

Programma voor bodemdaling
In het kader van de rijksbegroting is vandaag ook het Deltaprogramma gepubliceerd. Deltacommissaris Wim Kuijken stelt een nationaal programma voor om aan de gang te gaan met bodemdaling en bodemverbetering. “De regering heeft dat advies overgenomen”, zegt Oosters. “Verstandig want de problematiek van bodemdaling is urgent.”

Voor maatregelen in het kader van het Programma Integraal Rivier Management reserveert het kabinet 375 miljoen euro in het Deltafonds. Oosters: “De deltacommissaris heeft dit programma feitelijk als opvolger van het Programma Ruimte voor de Rivier aangekondigd. Het is goed dat straks wordt gekeken naar de mogelijkheden van rivierverruiming, niet alleen vanuit het oogpunt van hoogwaterbescherming maar ook vanwege onder meer scheepvaart en ecologie. Daar horen middelen bij en dat is nu geregeld.”

Interbestuurlijke samenwerking
In de troonrede kwam het onderwerp van interbestuurlijke samenwerking aan bod. Koning Willem-Alexander sprak uit dat rijk, provincies, gemeenten en waterschappen veel doelen alleen samen kunnen bereiken “Ik ben blij dat dit punt is genoemd”, zegt Hans Oosters. “Het is belangrijk dat de overheden gezamenlijk optreden bij grote maatschappelijke vraagstukken als energietransitie, circulaire economie en klimaatadaptatie. De regering benadrukt dat nu in woord en daad.”

Meer informatie

Bericht over kabinetsvoornemens

Bericht van Unie van Waterschappen

Bericht over Interbestuurlijk Programma

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte mevr. Sien Kok,
alles is onlosmakelijk atomair verbonden binnen relativiteit van tijd/ruimte en eenheid geest stof, telen zonder chemie, inschakelen industrie en prive personen telt allemaal, maar denk ook even aan satellieten met hun negatieve effect op klimaat, 24/7. U geeft oude wetmatigheden een nieuw jasje. Succes, Jan Kalverdijk
Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.