secundair logo knw 1

Burgerwetenschappers in actie. Foto: Natuurmonumenten/Suzanne marqueting

Kennisinstituut KWR deed sinds 2016 bij meerdere projecten ervaring op met burgerwetenschap, ook wel citizen science. Op basis van die ervaringen is nu een handboek verschenen met stappenplan en afwegingskader. “Mits goed ingezet, kan citizen science echt een meerwaarde voor de watersector zijn.”

Kennisinstituut KWR ontwikkelde een handboek citizen science voor de Nederlandse watersector. In dit handboek bundelde KWR de eigen praktijkervaringen vanaf 2016, de kennis die opgedaan is in gesprekken met deelnemers aan burgerwetenschapsprojecten en literatuurstudie. “Het is bedoeld voor waterprofessionals die citizen science willen inzetten en zich afvragen of hun project daarvoor geschikt is”, zegt Stijn Brouwer, auteur van het handboek en senior onderzoeker bij KWR.

Brouwer onderscheidt drie niveaus van impact waarnaar gestreefd moet worden bij het opzetten van een burgerwetenschap-project: impact voor de wetenschap, impact voor de deelnemers en impact op de eigen organisatie. “Van belang is dat deze drie varianten van impact in evenwicht zijn. Heeft een project wel wetenschappelijke impact, maar is het te saai voor de deelnemers dan schiet je je doel voorbij.”

Cruciaal voor het welslagen van een burgerwetenschapsproject in de watersector is volgens Brouwer ook dat het project aansluit bij de behoeften van de burger. “Deelnemers zijn volwaardige partners en veel meer dan gratis mankracht. Bij een goed project worden deelnemers serieus genomen en wordt er niet te veel gevraagd of gewerkt met te ingewikkelde eisen.”

Op dat vlak ziet Brouwer ook een van de gevaren van de inzet van burgerwetenschappers. De kans dat mensen afhaken of dat hun gegevens niet aan de gewenste standaard voldoen, is volgens hem aanwezig als de vragen bijvoorbeeld niet helder geformuleerd worden. “Bij ieder onderzoek werk je met betrouwbaarheidsprotocollen, maar dat is bij burgerwetenschap misschien nog wel belangrijker. Je zet immers niet-professionele onderzoekers in.”

In het handboek zijn vijf stappen omschreven: Streven, Afwegen, Markeren, Expliciteren en Neerzetten (SAMEN). Uit dit stappenplan wordt duidelijk welke impact behaald kan worden, wie de geschikte doelgroep is, hoe het tijdspad eruit ziet en hoe het onderzoek in protocollen kan worden beschreven en uitgezet.

“Citizen Science wordt steeds populairder en ik ben er ook echt enthousiast over”, vertelt Brouwer. “Maar het zal niet altijd de meest geschikte methode zijn. En ook als het wel de meest geschikte methode is, is het belangrijk om het op een goede manier te gebruiken. Deze vorm van wetenschap wordt steeds volwassener en met ons handboek hopen we daar een steentje aan bij te dragen.”

 

MEER INFORMATIE
Handboek Citizen Science voor de watersector

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Afbreekbaarheid moet in de toekomst als eerste beoordelingsparameter voor toelating van stoffen worden ingevoerd. Er ontstaan anders onomkeerbare problemen in de toekomst.
In aanvulling hierop: Wij hebben voor terrein- en rivierbeheerders (VNBE) nog meer maatregelen in kaart gebracht om deze problemen te mitigeren (zie ook bijlage):
 
@Hans MiddendorpHoi Hans, beetje makkelijke reactie van het waterschap ('eerst moeten de waterbedrijven wat doen, tot die tijd kunnen wij niks doen'). De Waprog plaatste in 1986, in één jaar tijd, meer dan 100.000 watermeters bij gezinnen thuis. Dat kostte toen maar 150 gulden (!) per watermeter. Als de waterpartners echt zouden willen samenwerken, kan dit zo zijn opgelost. Dus ja, bureaucratie zegeviert. Niet iets om trots op te zijn.
@Gert Timmerman Eens. We moeten met al ons water zuinig omgaan (en het niet verontreinigen) zeker met zoet grondwater en met drinkwater.