secundair logo knw 1

De kaart toont het jaar waarin de grondwaterafvoer van stroomgebieden door grondwaterwinning zodanig is verlaagd dat de zoetwaterecosystemen in beken en rivieren worden bedreigd.

In 2050 is er in meer dan de helft van de stroomgebieden waar grondwater wordt gewonnen een te lage afvoer van rivieren en beken om het ecosysteem gezond te houden. Nu geldt dat al voor zo’n 20 procent, concluderen Utrechtse onderzoekers. 

Ze spreken van ‘een tikkende tijdbom’, omdat het effect vaak pas tientallen jaren na het starten van grondwaterwinning merkbaar is in de grondwaterafvoer naar een rivier.

De Utrechtse wetenschappers, die hun bevindingen publiceerden in het tijdschrift Nature, werkten voor hun onderzoek samen met Deltares, de Universiteit van Freiburg (Duitsland) en de Universiteit van Victoria (Canada).

De bevolkingsgroei en de economische ontwikkeling van de afgelopen vijftig jaar hebben geleid tot een enorme toename van de vraag naar zoet water, vooral voor de irrigatie van voedselgewassen. Ongeveer de helft van dat water wordt opgepompt uit grondwater. In veel droge gebieden wordt hierdoor meer grondwater opgepompt dan er via neerslag wordt aangevuld. Dit leidt wereldwijd tot dalende grondwaterstanden.

Een belangrijk gevolg hiervan is een lagere afvoer van beken en rivieren. Dat geldt met name tijdens het droge seizoen, wanneer de afvoer bijna volledig afhankelijk is van de toestroom van grondwater. Hierdoor wordt het waterniveau te laag en de watertemperatuur te hoog voor organismen die onder water leven, zoals vissen, plankton en waterplanten.

Nieuw hydrologisch model
Om na te gaan in welke mate zoetwaterecosystemen door grondwaterwinning zijn aangetast, maakten de onderzoekers gebruik van een nieuw hydrologisch model. Hiermee konden zij wereldwijd de stroming van grondwater naar het netwerk van beken en rivieren tijdens perioden met lage afvoeren berekenen.

Rond 2010 was de daling van de grondwaterafvoer in 17 tot 21 procent van de stroomgebieden met grondwaterwinningen bedreigend voor het zoetwaterecosysteem. Rond 2050 zal dit naar verwachting gelden voor 42 tot 79 procent van deze gebieden, zo concluderen ze.

''We zien dat de grondwatertoevoer van stroomgebieden in het midden van de Verenigde Staten en de Aziatische Indus-rivier nu al ernstig is verminderd”, zegt Inge de Graaf, onderzoeker aan de Universiteit van Freiburg.

''We verwachten dat als de grondwaterwinningen op dezelfde voet doorgaan als nu, ook stroomgebieden in Zuid- en Oost-Europa, Noord-Afrika en Australië tegen hun ecologische grenzen zullen oplopen. Klimaatverandering zal het tijdstip waarop dit optreedt alleen maar versnellen, omdat we verwachten dat dit in de nu al droge gebieden tot minder neerslag en dus meer grondwaterwinning zal leiden.”

Extreem gevoelig
Volgens de Utrechtse hoogleraar hydrologie Marc Bierkens is het opvallende aan de resultaten dat er maar een geringe daling van de grondwaterstand nodig is om groot effect te hebben op de grondwaterafvoer naar een beek of rivier. ''Dat laat zien dat zoetwaterecosystemen extreem gevoelig zijn voor grondwaterstandsdaling."

De onderzoekers dragen ook twee oplossingsrichtingen aan. De eerste optie is op zoek te gaan naar gewassen die minder water nodig hebben of die ook gedijen bij zout of brak water. De tweede om slimmer om te gaan met water en overtollig water op te slaan, zodat het in het droogteseizoen benut kan worden voor irrigatie.

 

MEER INFORMATIE
Link naar het artikel in Nature
Nieuwsbericht Universiteit Utrecht met filmpje 

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte mevr. Sien Kok,
alles is onlosmakelijk atomair verbonden binnen relativiteit van tijd/ruimte en eenheid geest stof, telen zonder chemie, inschakelen industrie en prive personen telt allemaal, maar denk ook even aan satellieten met hun negatieve effect op klimaat, 24/7. U geeft oude wetmatigheden een nieuw jasje. Succes, Jan Kalverdijk
Interessant. Hoe staat het met de PFAS-hoeveelheden die bij Chemelot in de Maas worden geloosd, wordt hier wel op gehandhaafd? 
Niet zo vreemd dat van die akker- en weidevogelsoorten de populaties teruglopen . Dat kan je zo hebben als je het vol zet met zonnepanelen en windturbines (birdblenders).
Dit heb ik ook nodig. Wij maken van slootmaaisel, een nieuw product, Wortelbeton, voor waterschap Rijnland. Artificiële Rietzudde, voor KRW- doelen. We hebben nog een toepassing van Wortelbeton en dat is veen maken. Daarmee werken we samen met gem Amsterdam en Waternet/AGV en VIP_NL. 
We willen een techniek ontwikkelen om de bodem omhoog te laten groeien met 1m p/jaar. We hadden al zitten denken aan dit systeem, maar ik zou graag eens willen praten over jullie ervaring of samenwerking .
@Almer BolmanEens Almer, de laatste twee kalenderjaren waren uitzonderlijk, extreem nat. En enkele jaren daarvoor extreem droog. Het lijkt er echter op dat wateroverlast eerder een reden is om in actie te komen dan droogte. De flanken van de Veluwe (en de beken aldaar) reageren zeer snel op natte en droge perioden omdat -zoals je weet - de reservoircoëfficiënt daar gering is. Daarom is mijn plan om juist niet op de flanken - dat heeft geen zin - maar op de hoge delen (daar is de genoemde coëfficiënt groot en de grondwaterstand diep) de grondwateraanvulling te vergroten, ofwel door vermindering van de verdamping ofwel door gecontroleerde (!) infiltratie van perfect voorgezuiverd rivierwater. Het doel is te bereiken dat beken en sprengen weer hóger op het massief ontspringen en langer water voeren. Dat zal een enorme boost geven aan natuur en biodiversiteit. Het kwelwater naar de beken is overigens geen infiltratiewater, het is en blijft geïnfiltreerd regenwater. Als we in hoge delen van de Veluwe water infiltreren, kiest dat een diepe, uitermate lange, langzame weg naar de randen van de Veluwe waar het pas na eeuwen - misschien zelfs millennia - opkwelt.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.